Micromobiliteit
Wat is het?
Je ziet ‘m steeds vaker op straat en je hoort er steeds meer over in de media: de elektrische step. De opkomst van de e-step past in een bredere trend waarin steeds meer compacte lichte vervoersmiddelen op de weg komen: ‘micromobiliteiten’. Denk aan de e-bike, bakfiets, cargobike, speed pedelec, scootmobiel, Biro, hoverboard en Segway.
Elektrische step
E-bike
Bakfiets
Speed pedelec
Scootmobiel
Snorfiets
Segway
Ontwikkelingen
Grote aantallen e-steps, zoals in het buitenland, zien we in ons land niet. Dit komt omdat de meeste hiervan bij ons niet zijn goedgekeurd voor de openbare weg. De regels voor een aantal “nieuwe” voertuigen (zoals de e-step, Segway en Stint) worden op dit moment herzien door de overheid. Daarbij wordt ook gekeken naar elektrische bakfietsen, cargobikes en gehandicaptenvoertuigen. De minister heeft aangegeven dat deze rond de zomer dit jaar zullen ingaan.
Op een aantal plekken in Nederland veranderen de lokale regels voor de speed pedelec. Dit is een snelle e-bike met trapondersteuning tot 45 km/u. Officieel is dit vervoermiddel een bromfiets en mag deze niet op het fietspad. Op een aantal locaties worden uitzonderingen gemaakt.
- In Rotterdam kun je als speed pedelec bezitter ontheffing aanvragen.
- Dit kan ook in Utrecht.
- In Gelderland en provincie Groningen zijn enkele fietspaden uitgezonderd. Dit wordt aangegeven met een onderbord.
De overheid gaat ook strenger toezien op het gebruik van de brommobiel. Dit is een kleine auto met een maximale snelheid van 45 km/u. De Biro is het meeste bekende merk en wordt veel gebruikt in Amsterdam. Brommobiel-bestuurders reden vaak op het fietspad en soms ook op de stoep. Dit is niet toegestaan, zie hier de regels.
Sinds 2023 zijn alle snorfietsers verplicht om een helm te dragen. Zowel een bromfietshelm als een speed pedelec helm zijn toegestaan. Als gevolg van de maatregel verwacht de overheid dat een groot deel van de snorfietsers een ander vervoersmiddel zal gaan gebruiken. De snorfietsers hebben in Amsterdam al langer met nieuwe regels te maken. Op de meeste routes binnen de ring moeten ze gebruik maken van de rijbaan. Dit wordt met onderborden aangegeven. In Utrecht is het gebruik van de rijbaan voor snorfietsers op enkele routes inmiddels ook verplicht. Mogelijk zullen andere gemeenten vergelijkbare maatregelen nemen.
Wat vindt de ANWB
De ontwikkeling rondom micromobiliteit komt niet uit de lucht vallen. Steden worden door bevolkingsgroei steeds voller, de leefbaarheid en bereikbaarheid staan onder druk en de wens om mobiliteit duurzaam te maken neemt toe. Micromobiliteiten kunnen een deel van de oplossing zijn, omdat ze beter in de stad passen dan personenauto’s en vrachtwagens. Ze nemen minder plek in en zijn vaak schoner.
De ANWB wil dat iedereen zorgeloos en met plezier onderweg kan zijn. Daar zetten wij ons al ruim 135 jaar voor in. We vinden het belangrijk dat mensen zelf kunnen kiezen hoe ze zich verplaatsen. Dat er meer keuze bij komt zien we als een voordeel.
(Standpunt ANWB Belangenbehartiging d.d. 08-01-2024)
Kansen en uitdagingen
Micromobiliteiten kunnen er in de nabije toekomst voor zorgen dat het verkeer als geheel veiliger wordt. Het vervangt een deel van de ritten met zwaardere vervoermiddelen, zoals de auto en bestelbus. Juist die vervoermiddelen zijn vaak betrokken bij ernstige verkeersongevallen.
De impact van micromobiliteit op het milieu is kleiner dan de auto, bestelbus en vrachtwagen. Daarnaast nemen ze minder plek in beslag op de weg en geparkeerd. Als meer mensen overstappen op het gebruik van micromobiliteiten is er ruimte om de stad leefbaarder te maken en neemt de bereikbaarheid toe.
Veel van de nieuwe micromobiliteiten, zoals de e-step, zullen gebruikt worden op het fietspad. De fietspaden zijn in veel steden tijdens de spits erg druk. Snelheidsverschillen en bredere voertuigen zorgen voor gevaarlijke inhaalacties en conflicten. De capaciteit van het fietsnetwerk moet uitgebreid worden. Dit vereist ingrijpende veranderingen in de inrichting van straten en openbare ruimte. Lees de visie van de ANWB op de verdeling van de ruimte in de stad.
Wat doet de ANWB
Onze belangenbehartigers zijn in gesprek met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat over de regels die gemaakt gaan worden voor 'nieuwe' voertuigen. Daarnaast blijven wij ons er voor inzetten om de speed pedelec de keuzevrijheid te geven om het fietspad te gebruiken. Hieronder lees je hoe wij naar verschillende aspecten kijken van de voertuigen en de plek die ze op de weg hebben.
Voor vergelijkbare voertuigen zouden dezelfde regels moeten gelden. Met regels bedoelen we: de plek op de weg, rijbewijs, verzekering, kenteken, helmplicht.
De regels zijn bedoeld voor de veiligheid. In de basis is het gewicht van een voertuig en de snelheid bepalend voor de veiligheid (van de bestuurder en anderen). Door voertuigen in te delen naar gewicht ontstaan 'voertuigfamilies': voetgangers, fietsachtige, lichte motorvoertuigen, autoachtige en vrachtautoachtige.
De speedpedelec mag niet op fietspaden en snelfietsroutes, omdat het officieel een bromfiets is. Dat is niet logisch. Hoewel deze fiets een trapondersteuning biedt tot 45 km/u haalt de fietser vaak nog geen 40 km/u. Gemiddeld rijden fietsers op een speedpedelec 33 km/u op de rijbaan en 29 km/u op het (brom)fietspad (bron: SWOV. 2017. 'Speed-pedelec op de rijbaan. Eerste praktijkonderzoek naar gedragseffecten.'). Dat maakt mengen met autoverkeer op wegen met een snelheidslimiet van meer dan 30 km/u geldt gevaarlijk.
De ANWB stelt voor fietsers op een speedpedelec bij het ontbreken van een bromfietspad zelf kunnen kiezen tussen het fietspad en de rijbaan. Waarbij ze hun snelheid op het fietspad aanpassen naar 25 km/u, gelijk aan die van e-bikes.
Het vermengen van auto’s en snorfietsen op de rijbaan is niet wenselijk, wanneer de snelheidslimiet daar 50 km/uur of hoger is. Een snorfiets kan slechts 25 km/uur. Het snelheids- en massaverschil op de rijbaan is te groot om ze veilig te mengen. Daarnaast komt hiermee de doorstroming in het gedrang.
In 30 km/u gebieden mengt al het verkeer zich op de rijbaan, met uitzondering van voetgangers. Op wegen met een limiet van 50 km/u is er vaak een fietspad of bromfietspad. Het is niet alleen de vraag wie er op dat pad mag en wie op de rijbaan moet. Het gaat er om of het verkeerssysteem in de stad voor iedere gebruikersgroep een goed netwerk heeft.
De ANWB pleit er voor dat er ook voor voetgangers, fiets-achtige en lichte motorvoertuigen een volwaardig netwerk komt. En dat op basis van een afweging tussen die netwerken en het type omgeving in de stad bepaald wordt welke verkeersdeelnemers worden gemengd en gescheiden. Zie de ontwerpmethodiek ‘Verkeer in de stad’. Deze is zowel van toepassing op de grote steden als ook binnen de bebouwde kom van gemeenten.
Buiten de bebouwde kom bevindt zich naast de rijbaan vaak een bromfietspad, waarop de meeste micromobiliteiten zijn toegestaan. Dit is helaas niet op alle plekken het geval. Langzaam verkeer en snel verkeer zou gescheiden moeten worden om ernstige ongevallen te voorkomen.