De mooiste bezienswaardigheden van Curaçao

Een stukje Nederland in een tropische entourage. Levendig en kleurrijk, dát is Curaçao. Het eiland met parelwitte zandstranden, een indrukwekkende onderwaterwereld en waar het met een gemiddelde temperatuur van 29 graden bijna nooit echt koud is. Ontdek de mooiste bezienswaardigheden van Curaçao.

Wat te doen op Curaçao?

Curaçao: een paradijs met meer dan alleen zon, zee en strand. Trotseer de Christoffelberg in het Christoffelpark en zie talloze flamingo’s bij de zoutpannen van Jan Thiel. Snorkel naar Tugboat, het bekendste scheepswrak van het eiland en bezoek de ‘swinging old lady’ in de kleurrijke hoofdstad Willemstad. Dit zijn de mooiste bezienswaardigheden van Curaçao.

1. De paradijselijke stranden van Curaçao

Curaçao, het eiland met veertig stranden die stuk voor stuk het imago van een bounty-eiland eer aan doen. Een van de mooiste pareltjes is Cas Abao Beach in het zuidwesten van het eiland. Het water is er doorzichtig blauw, het zand is warm en de palmbomen wuiven in de wind. Plof neer onder een palapa (een overkapping van gedroogde palmbladeren) en kom er alleen vanaf voor een verkoelende duik.

Bezoek ook Playa Lagun, een rustige baai bekend door de lokale vissers die hier dagelijks aanmeren. Zowel in als op het strand, zie je de vissers hun werk doen. Van de vissen binnenhalen en schoonmaken tot ze verkopen. Zin om te blijven eten? Dit is een van de weinige plekken op het eiland waar je legaal mag barbecueën. Kies de lekkerste vis uit en het barbecueën kan beginnen! Probeer eens een van de lokale specialiteiten: Red Snapper, traditioneel geserveerd met polenta, gebakken banaan en rauwkost.

2. De mooiste wandeling van Curaçao in het Christoffelpark

Het noorden van Curaçao domineert het landschap van het Christoffelpark. Het grootste natuurpark van het eiland en met een oppervlakte van 2000 hectare. Het park is vernoemd naar de Amerikaanse ontdekkingsreiziger Christoffel Columbus die in de 15^e-eeuw het Caribische eiland ontdekte. De Christoffelberg is – letterlijk en figuurlijk – het hoogtepunt van het park.

De Christoffelberg is met zijn 357 meter geen immense verschijning, maar wel de grootste berg van het eiland. De klim naar boven is uitdagend te noemen. De wandeling begint rustig, terwijl je via vlakke bospaadjes langzaamaan de berg oploopt. Daarna verandert de weg in een samenvoeging van rotsen die steil omhoog lopen. Na 1,5 uur flink wat klauterwerk bereik je de top en heb je een 360 graden uitzicht over het groene landschap van het Christoffelpark. Praktisch: vanwege de hitte mag de Christoffelberg alleen in de vroege ochtend (van 06.00 tot 14.00 uur) worden beklommen.

3. De tropische hoofdstad: Willemstad

Als je over de handelskade van Willemstad loopt, waan je je voor even in tropisch Amsterdam. Een explosie van kleuren komt je tegemoet met de zuurstokroze en kanariegele panden. Zelfs de straatnaambordjes hebben hier Nederlandse namen, zoals Koningin Wilhelminalaan. Oorspronkelijk waren de huizen in Willemstad niet zo tropisch. De felle kleuren zijn in 1880 geïntroduceerd door een arts die dacht dat de inwoners van Curaçao oogproblemen hadden door de weerkaatsing van de felle zon op de witte huizen.

Breng ook een bezoek aan de ‘swinging old lady’ van Curaçao. De Koningin Emmabrug, in de volksmond ook wel de pontjesbrug, is de enige drijvende houten draaibrug ter wereld. De brug is in 1888 gebouwd op drijvende pontons en verbindt de wijken Punda en Otrabanda met elkaar. Als je over deze 168 meter lange brug loopt, voel je de golfslag van het water en swingt de old lady letterlijk mee.

4. De verbluffende onderwaterwereld van Curaçao

Met meer dan honderd duiklocaties en een gemiddelde watertemperatuur van 29 graden, is Curaçao een van de beste duiklocaties ter wereld. De koraalriffen waar een regenboog van tropische vissen leven, zijn op slechts 15 meter van het strand al te vinden. Bijvoorbeeld bij Oostpunt, een duikspot waar je het zeldzame zwarte koraal en de anemoonvis met zijn fel oranje strepen spot. Ga wel voorzichtig met het koraal om. Pak het niet vast en breek het niet af. Als koraal afbreekt duurt het jaren voordat het weer in originele staat is terug gegroeid.

Een van de bekendste bezienswaardigheden van Curaçao ligt op slechts 50 meter van de kust. Ongeveer dertig jaar geleden zonk vlakbij de baai van Baya een sleepboot (tugboat in het Papiamentu). Omdat het diepste punt 5 meter is snorkel je met gemak zonder gids naar het wrak toe. Na een paar minuten zwemmen zie je de Tugboat vreedzaam op de bodem liggen bedekt met kleurrijk koraal.

5. Roze flamingo’s op de witte zoutpannen van Jan Thiel

Het zoutmeer in het natuurgebied Jan Thiel is zo wit, dat het veel weg heeft van een schaatsbaan. Maar je schaatsen hoef je niet mee te nemen, zonnebril en zonnebrandcrème is voldoende. Vroeger werd hier water uit de oceaan naar toe geleid, om te verdampen tot er alleen zoutkristallen overbleven. Zout was vroeger een van de belangrijkste inkomstenbronnen van Curaçao. Er wordt tegenwoordig geen zout meer gewonnen, maar de zoutpannen zijn nog wel intact.

Vandaag de dag is het de perfecte locatie voor een wandeling. Het zoutmeer krioelt van wormen en rivierkreeftjes. Het perfecte buffet voor flamingo’s. In en rondom het meer zie je de flamingo’s het zoute water met hun snavel filteren, op zoek naar hun volgende maaltijd. De felroze flamingo’s in contrast met het witte zoutmeer zorgt voor een prachtig schouwspel van kleuren. Door de overvloed aan voedsel eten de flamingo’s hier het hele jaar door hun buik vol en rond.

6. Geschiedenis van Curaçao in de grotten van Hato

De kalksteenterrassen die het landschap ten noorden van Willemstad karakteriseren, waren tienduizenden jaren geleden nog onder de zeespiegel gelegen koraalriffen. In deze steenlagen zijn de grotten van Hato gevormd, die uitsluitend onder begeleiding van een gids bezocht mogen worden. Ze liggen ongeveer midden op het eiland, ten noorden van Willemstad, op een hoogte van 60 meter en zijn omgeven door cactustuinen. Omdat de grotten niet onder de grond liggen, is het hier vrijwel net zo warm als buiten.

De oorspronkelijke inwoners van Curaçao, de Arawaks, gebruikten de grotten als bescherming tegen de elementen en brachten circa 1500 jaar geleden petrogliefen op een ernaast gelegen rotswand aan. In de koloniale tijd hielden gevluchte tot slaaf gemaakte mensen zich in de grotten schuil. Een overblijfsel hiervan zijn de zwarte vlekken in de grotplafonds, ontstaan door roet van de gebruikte fakkels. Leuk weetje: door een gat boven in een van de ruimtes in de grot, vliegen vleermuizen naar binnen en naar buiten.

7. De ‘zeven inhammen’ van Shete Boka Nationaal Park

Langs de 10 kilometer lange kustlijn van het Shete Boka Nationaal Park in het noorden van Curaçao bevinden zich de ‘zeven inhammen’. Of eigenlijk negen, maar bij de naamgeving dacht men dat het er zeven waren. Dat is dan ook precies de vertaling van Shete Boka. De kust is hier ruig en de zee niet geschikt om te zwemmen. Dat maakt het echter niet minder mooi. Integendeel. Het zeewater beukt hier genadeloos tegen de kale rotsen en dat resulteert regelmatig in spectaculair opspattend water. 

Maak een wandeling van 2 uur retour naar verschillende bezienswaardigheden van het park. Begin bij Boka Tabla, waar je aan de landzijde (gebukt) een grot in kan lopen waarin je vervolgens vanuit de zeezijde het water door de opening naar binnen ziet – en vooral ook hoort – klotsen. Daarvandaan loop je over zandpaden en rotsen en langs lavavelden met cactussen naar Boka Wandomi. Hier zie je een natuurlijke stenen brug, die als een landtong de zee in steekt en waar het zeewater zijn weg onderdoor baant.   

8. Groots genieten op Klein Curaçao

Zoals de naam al doet vermoeden is Klein Curaçao klein – 2 vierkante kilometer klein om precies te zijn. Het ligt 12 kilometer ten zuidoosten van Curaçao en is bereikbaar per boot vanuit de haven van Spaanse Water. Hiervandaan is het 1 à 2 uur varen, afhankelijk van de boot. Het eiland Klein Curaçao is onbewoond en roept gevoelens op van exotische tropische sferen. Het zandstrand is hagelwit, de zee zet zijn blauwste beentje voor en de onderwaterwereld is, vanwege het nabijgelegen koraalrif, een plaatje. Raak het koraal, ter bescherming ervan, niet aan.

Wandel in een half uurtje het eiland rond en bekijk de verschillende bezienswaardigheden. Zo staat er een vuurtoren uit 1849 die al verschillende keren is gerenoveerd en inmiddels is voorzien van LED-lampen. Ook zie je aangespoeld drijfhout en verschillende scheepswrakken langs de kust – variërend van zeiljacht tot olietanker – die bij een straffe noordoostenwind en sterke stroming averij opliepen. Tuur uit over de zee en je ziet aan de westzijde grote broer Curaçao en bij helder weer in het oosten het 50 kilometer verderop gelegen Bonaire.

9. Westpunt: van schildpadden tot ‘de adem van Curaçao’

Het dorp Westpunt ligt in het uiterste noordwestelijke deel van Curaçao. De grootste attractie in deze omgeving zijn de mooie zandstranden. Allemaal hebben ze een ander karakter. Zo is Playa Forti bij durfals populair vanwege de hoge kliffen waar je vanaf 12 meter hoogte zo de zee in springt. Playa Jeremi zou geen slecht figuur slaan als voorbeeld van een exotische bestemming: een 100 meter brede baai, turquoise gekleurd water en een zandstrand omgeven door rotsen en cactussen. En als je kennis wil maken met zeeschildpadden, ga dan snorkelen vanaf Playa Grandi. 

Bezoek ook Watamula Hole, ten noorden van het dorp. Hier zie je door een gat in de rotsbodem golven als een fontein omhoog spatten, lokaal bekend als ‘de adem van Curaçao’. Het landschap bestaat hier uit vulkanisch gesteente en het gat is ontstaan door het niet aflatende beuken van het zeewater door de eeuwen heen.

10. Het letterlijk schitterende zonlicht in de Blue Room Cave

De Blue Room Cave, een met blauwe gloed gekleurde grot aan de noordwestkust van Curaçao, is het beste snorkelend te bewonderen. De blauwe kleur die de grot zijn naam heeft gegeven is dan op zijn best te zien. De kleur wordt veroorzaakt door het zonlicht dat via het heldere water bij de ingang, die 20 centimeter onder de waterspiegel ligt, de grot binnendringt. 

Vanaf het Boka Santu Pretu-strand is het ongeveer een kwartier zwemmen. Alternatief is om een boottocht naar de grot te maken en je snorkeluitrusting mee te nemen. Na aankomst bij de grot zwem je 1 meter onder water om binnen te komen. Het door de zon verzorgde lichtspel in het water is schitterend en scholen vissen zwemmen om je heen. Meest voorkomend zijn de copper sweepers. Deze visjes zijn koperkleurig, zwemmen vaak ondersteboven en reflecteren fraai in het water.