De mooiste bezienswaardigheden van Estland
Ploeter met ‘bog-shoes’ door het veenmoeras van Soomaas National Park, bekijk de houten molens van het eiland Saaremaa en bewonder de 30 meter hoge Valaste-waterval. Dit zijn de meest bijzondere bezienswaardigheden van Estland.
Wat te doen in Estland?
Estland is de meest noordelijke van de Baltische Staten en ligt aan de Oostzee en de Finse Golf. De hoofdstad Tallinn ligt op 85 kilometer van Helsinki en heeft dan ook meer gemeen met Finland dan met Letland en Litouwen (de twee andere Baltische Staten). Dit merk je bijvoorbeeld in de taalverwantschap. Tot 1991 maakte Estland onderdeel uit van de Sovjet-Unie en is sindsdien onafhankelijk. Bezoek het KGB-museum in Tallinn en proef pannenkoeken met rode kaviaar. Kijk in de diepte van de Kaali-meteorietkraters en probeer de grote dorpsschommel uit in Tartu. Dit zijn de mooiste bezienswaardigheden van Estland.
1. ‘Bog-shoeing’ in het Soomaa National Park
Ter bescherming van het grootste nog intact zijnde veengebied van Europa werd in 1993 het Soomaa National Park opgericht, dat ruim vier keer zo groot is als de Biesbosch. De veenmoerassen worden afgewisseld met bossen en weilanden. De moerassen trekken steenarenden en kraanvogels aan en in het bos vind je reeën, bevers, bruine beren en wolven. De menselijke geschiedenis gaat hier terug tot het Stenen Tijdperk. De bewoners van toen verplaatsten zich met kano’s gemaakt van uitgeholde boomstammen. Deze oude techniek wordt nog steeds gebruikt door de lokale bevolking, die in de dorpjes Tipu, Riisa en Sandra leeft.
Probeer ‘bog-shoeing’, de meest unieke activiteit in dit park, onder begeleiding van een lokale gids. Het is de moerasvariant van sneeuwschoenwandelen: je krijgt een soort kunststof tennisracket (zonder handvat) onder je schoenen aangemeten waardoor je goed over de zompige grond kan lopen zonder weg te zakken. Let op: tijdens het vogelbroedseizoen van eind april tot eind juni is bog-shoeing niet toegestaan.
2. Tallinn: stad met twee gezichten
Tallinn, de hoofdstad van Estland, ligt aan de gelijknamige baai en is een stad met twee gezichten. Het ommuurde middeleeuwse centrum dankt zijn oorsprong aan de strategische ligging en toetreding tot het Hanze Handelsverbond. Dwaal door de smalle straatjes met arcades en half overdekte passages. Strijk neer in een bistro voor de lokale specialiteit: pannenkoek met rode kaviaar (‘kalamarja pannkooke’).
Buiten de muren toont de stad een ander gezicht met hoogbouw deels ontwikkeld in de Sovjettijd. Neem een kijkje in het KGB-museum van het Viru Hotel. Dit was een KGB-bolwerk met kantoor op de zogenaamd niet bestaande 23e verdieping. De lift gaat maar tot de 22e en dan is er achter de deur een trap. De Russen vertrouwden niemand en verdachten elke toerist van spionage. In 1991 moesten ze na de afgedwongen onafhankelijkheid Tallinn overhaast verlaten en lieten alles op de 23e verdieping achter: spionage-apparatuur, kantoorartikelen, publicaties en uniformen. Een museum, waar dit alles is te zien, was geboren.
3. Valaste: de hoogste waterval van Estland
In het noordoosten van Estland stort de Valaste-waterval 32 meter naar beneden vanaf de Ontika Limestone Cliff. Het is daarmee de hoogste waterval van het land. Op de rotsen achter de waterval zie je verschillende kalk- en zandsteenlagen, representatief voor miljoenen jaren geologische geschiedenis. Geniet van het uitzicht vanaf het uitkijkplatform dat in 1997 tegenover de waterval werd gebouwd, op de hoogte van waar deze begint. Ga daarna naar beneden via de wenteltrap om dichter bij de rotsen en het vallende water te komen.
Omdat de rivier door smeltwater wordt gevoed, heeft de waterval in het voorjaar het meeste water en in de zomer het minste. Het meest spectaculaire seizoen is de winter. De noordelijke wind zorgt voor temperaturen onder nul zodat de waterval grotendeels bevriest. Er ontstaan ijssculpturen in fantasierijke vormen op de omliggende rotsen en de aan de oever staande bomen. Alleen een moedig klein straaltje blijft achter het ijs nog over en stort in de rivier.
4. Saaremaa: het grootste eiland van Estland
Estland is iets groter dan Nederland en een deel van het oppervlakte is in de vorm van ruim tweeduizend eilanden. Deze liggen bijna allemaal in de Oostzee en vormen de West-Estse Archipel. Het grootste eiland, zo groot als Drenthe, is Saaremaa. Bijzondere bezienswaardigheid zijn de Kaali-meteorietkraters. Hier zijn 7500 jaar geleden stukken van een uiteengespatte meteoriet ingeslagen die negen kraters achterlieten, inmiddels gevuld met water. De grootste heeft een diameter van 110 meter en een diepte van 22 meter. Het gebied is een bron van mythen en sagen: de inheemse volkeren geloofden dat de grote krater het bed was van de Zonnegod. Er werden aan hem tot in de 17e eeuw dierenoffers gebracht.
Het landschap op het eiland is verder versierd met jeneverbesstruiken, rode papavers en huizen met rieten daken. Een orthodoxe kerk valt op door zijn koepels en op een heuvel staan vijf oude houten windmolens (naar Nederlands ontwerp) die meedraaien in de wind.
5. Een kussend welkom in Tartu
Een stenen beeld in een fontein van twee gepassioneerd kussende studenten onder een paraplu: dat is het welkom op het klassieke Raadhuisplein van Tartu. De universiteit dateert uit 1632 en is met tienduizenden studenten de grootste van Estland. Wandel de 70 meter hoge Domheuvel op naar de ruïne van de 13e-eeuwse katholieke Domkerk. Door vernielingen en een brand raakte het gotische gebouw in verval. De kerk is nooit gerestaureerd maar de loze poorten, overgebleven muren en parkachtige zetting zijn fotogeniek.
Een kwartier lopen vanaf het centrum ligt de wijk Soepstad, zo genoemd omdat de straatnamen allemaal soepingrediënten zijn, zoals aardappel-, boon- en erwtstraat. Loop langs de veelkleurige houten huizen en probeer de ‘kiik’. Dit is de grote dorpsschommel waar je aan weerskanten met een groepje mensen op staat en tot vervaarlijke hoogte zwiert. ‘Kiiken’ is een geliefde sport in Estland: schommelen op een tot wel 8 meter lange schommel met als doel over de kop te gaan.
6. Otepää: voor zowel zomer als winter
Otepää ligt in de zuidelijke heuvels met de 318 meter hoge Suur Munamägi als hoogste punt van Estland. Dat lijkt niet veel, maar in vergelijking met het verder vlakke landschap is het een groot verschil. Otepää is in de winter een skigebied voor langlaufen en alpineskiën. Warm na het skiën op in een Estse rooksauna. Deze sauna’s hebben geen schoorsteen en de rook van het brandende hout circuleert in de ruimte. Voordat je de sauna betreedt, wordt de rook naar buiten gedreven.
Bezoek in de zomer het aangrenzende Pühajärv-meer. Met een watertemperatuur die oploopt tot 20 graden is het een van de warmste meren van Estland. Dit komt door de aanwezigheid van warmwaterbronnen langs de oever. In 1991 heeft de Dalai Lama tijdens een bezoek aan Estland het Pühajärv-meer gezegend. Ter herinnering aan deze gebeurtenis staat op het strand een houten monument met daarop een Dharma-wiel (het symbool van het boeddhisme).