De mooiste bezienswaardigheden van de Faeröer eilanden

Eilanden waar dubbel zoveel schapen leven als mensen. Waar gekleurde dorpjes verborgen liggen in groene valleien en legendes tot leven komen. Dit zijn de mooiste bezienswaardigheden van de Faeröer eilanden.

Wat te doen op de Faeröer eilanden?

Groen, groener, groenst. Dat zijn de achttien Faeröer eilanden, die tussen Noorwegen, IJsland en Schotland liggen. De eilanden horen bij Denemarken en danken hun naam aan de Deense woorden får (schaap) en Øer(eilanden). Aanschouw glooiende weilanden, mos op de basaltheuvels en houten huizen met traditionele turfdaken. Op de Faeröer eilanden moet je niet vies zijn van een beetje regen, maar die goede plensbui zorgt juist voor groene weides en spontane watervalletjes. Met maar ongeveer vijftigduizend inwoners lijk je hier soms alleen op de wereld te zijn, ver verwijderd van de drukte. Dit zijn de mooiste bezienswaardigheden van de Faeröer eilanden.

1. De afgelegen groene vallei van Gásadalur

Het dorpje Gásadalur, op het meest westelijke puntje van het eiland Vágar, was tot 2004 helemaal geïsoleerd van de wereld. De woeste golven bedwingen met kleine bootjes of een pittige bergklim langs diepe afgronden waren de enige manieren om er te komen. Nu, door de bouw van een tunnel vanuit Bøur, is het toegankelijk voor iedereen. Gásadalur lijkt op een idyllisch schilderij. De Múlalfossur-waterval die van een 60 meter hoge klif direct in de oceaan klettert, kleurrijke huizen en op de achtergrond een groene vallei.

Ondanks de geïsoleerde ligging beklom een postbode wekelijks de steile bergen om de post aan de minder dan twintig inwoners te bezorgen. Ervaar zelf het postbode-pad, 430 meter de steile berg op. Onderweg kom je langs stromende beekjes en vele schapen. Tip: het pad is op sommige plekken erg steil, heeft losse stenen en loopt langs de rand van steile kliffen. Goede wandelschoenen en helder weer zijn daarom een must.

2. De legende van Risin en Kellingin

Voor de noordkust van het eiland Eysturoy staan twee rotsformaties van ongeveer 70 meter hoog in het water. Volgens de legende een heks en een reus. Het verhaal gaat dat de IJslandse reuzen en heksen jaloers waren op de mooie eilanden van Faeröer. Zo werden de reus (Risin) en heks (Kellingin) naar de Faeröer eilanden gestuurd om deze te stelen en mee terug te nemen naar IJsland.

Vastberaden begonnen de reus en de heks in de schemer aan de tocht naar het meest noordwestelijke puntje van de eilanden. Aangekomen bonden ze een stevig touw om de berg Eiðiskollur om zo het eiland mee te kunnen trekken. Ze waren zo druk bezig dat ze de, voor hen, desastreuze krachten van de opkomende zon vergaten. Toen de eerste warme zonnestralen op het tweetal vielen, versteenden ze. Als twee rotsen kijken ze nu naar het westen, verlangend naar hun thuisland. Bewonder de versteende mythische wezens vanuit het dorpje Tjørnuvík, de Streymoy-eilanden en Eiði.

3. Ervaar de rust van het fjordenlandschap rondom Saksun

Stilte en kalmte, twee woorden die perfect passen bij het dorp Saksun. De ligging in een fjord, met aan de voet van het dorp een lagune en omringende hoge bergen, brengen een vredig gevoel met zich mee. Vroeger vormde het fjord een natuurlijke haven die voornamelijk werd gebruikt voor de vangst van vis. Een zware storm en aardverschuiving brachten daar in de 17^e eeuw verandering in. Een hoop zand blokkeerde de ingang van het fjord waardoor de lagune ontstond. Alleen bij hoog water kunnen er kleine boten uitvaren.

Loop bij laag water over de zandbanken, bezoek de Kerk van Saksun uit 1858 en ga langs bij Dúvugardar: een schapenboerderij en museum over het Faeröerse boerenleven. Geniet van een picknick, die met uitzicht op knusse huisjes met turfdaken, het blauwe water van de lagune en de hoge bergen een bijzondere ervaring is. Tip: neem zelf eten mee, in het dorp zijn bijna geen winkels.

4. Groene valleien, zwarte stranden en golven bij: Tjørnuvík

Diep in een groene vallei, omringd door hoge bergen en de zee ligt het dorpje Tjørnuvík. Door de lage ligging van het dorpje heb je het beste uitzicht op de vallei vanaf de hoge bergen. Van bovenaf is het nog mooier hoe het kleurrijke dorp opgeslokt lijkt te worden door het groen van de vallei.

Maak in de vallei een wandeling over het zwarte strand, een van de populairste surfspots van de Faeröer eilanden en bewonder hoe de lokale inwoners de golven bedwingen. Wil je zelf surfen? Door het veranderlijke weer van de eilanden is het verstandig om dit alleen onder begeleiding van een surfgids te doen. Als je liever droog blijft is een klim naar de top (564 meter) van de ‘spikey mountain’ (Mýlingur) een aanrader. Vanaf de top kijk je uit over het groen van de vallei en de woeste zee.

5. Struin door een van de kleinste hoofdsteden: Tórshavn

De sfeervolle stad Tórshavn, gelegen op het Streymoy-eiland, is met ongeveer twintigduizend inwoners een van de kleinste hoofdsteden ter wereld. De grootste stad van de Faeröer eilanden is genoemd naar de Thor, Noorse god van donder en bliksem. Je vindt de hamer van Thor terug in het stadswapen van de stad.

Tórshavn zit vol met huizen in alle denkbare kleuren en woningen met grasdaken. De meest iconische plek van de stad is de haven. De felgekleurde pakhuizen geven je het gevoel in Kopenhagen te zijn. Toch is Tórshavn een stuk rustiger en kleiner. Strijk neer in een van de hippe koffiebars of restaurants met zicht op de traditionele vissersboten die schommelen in de haven. Op deze boten ligt de visvangst nog ouderwets te drogen op het dek. Geniet hier van een heerlijk visgerecht of proef een van de specialiteiten zoals Skerpikjøt: schaap dat vijf tot negen maanden wordt gedroogd in een schuur (hjallur) speciaal gebouwd voor het drogen.

6. Mykines: het vogelparadijs van de Faeröer eilanden

Op het groene en ongerepte eiland Mykines wonen niet meer dan twintig mensen, verzameld in het enige dorp van het eiland. Een charmant en typisch Faeröers dorp: houten huisjes bedekt met turfdaken en drogende kabeljauw bungelend aan de gevel. De dienst wordt op Mykines vooral uitgemaakt door meer dan duizend wollige schapen, dwalend over het groen en de duizenden vogels fladderend in de lucht of pronkend op de rotsen.

Wandel in westelijke richting langs puntige klippen, over een brug boven de kolkende zee naar het witte vuurtorentje (Holmur) te midden van de groene vlaktes en voor het blauwe zeewater. Spot onderweg honderden jan-van-genten en de populairste inwoners: ‘puffins’ (papegaaiduikers). Deze zwart-witte vogel is te herkennen aan zijn felgekleurde (vaak oranje) snavel, die nog feller in het broedseizoen is. Met kliffen als favoriete woonplek kom je ze op dit eiland overal tegen: bovenop rotsen, in grasholletjes of dobberend op het water.