De mooiste bezienswaardigheden van Kenia
Ga op zoek naar de Big Five in de natuurreservaten, laat je in Nairobi onderdompelen in de drukte van de hoofdstad en rust uit aan een van de stranden langs de Indische Oceaan. Dit zijn de mooiste bezienswaardigheden van Kenia.
Wat te doen in Kenia?
In het Oost-Afrikaanse Kenia word je met de Swahili uitroep ‘Jambo!’ verwelkomd. Een kudde olifanten van dichtbij dwingt respect af en bij het gadeslaan van een leeuw die zijn prooi naderbij sluipt, houd je je adem in. De rode kleding van de Masai steekt prachtig af tegen het groene landschap. Na al deze indrukken is het heerlijk relaxen aan een van de stranden bij Mombasa. Dit zijn de mooiste bezienswaardigheden van Kenia.
1. De Kilimanjaro als coulissen in Amboseli National Park
Met een oppervlakte van nog geen 400 vierkante kilometer is Amboseli National Park een van de kleinere parken van Kenia. Het levert wel een van de meest bekende plaatjes van het land: een kudde olifanten, de typerende acaciabomen en op de achtergrond de besneeuwde toppen van de in Tanzania gelegen Mount Kilimanjaro. Met de piek op bijna 5900 meter hoogte is dit de hoogste berg van Afrika.
Amboseli kent diverse soorten landschappen, uiteenlopend van het uitgedroogde Amboseli-meer en savannes tot moerassen en acacia-bossen. En die variatie zorgt voor een scala aan groot wild, waaronder leeuwen, luipaarden, zebra’s en giraffen. Vooral olifanten leven hier in grote getalen. Hun populatie is hier door een speciaal conservatieprogramma sinds de jaren zeventig verdubbeld van achthonderd tot zestienhonderd. De kans bestaat dan ook dat er grote kuddes olifanten dicht langs je safarivoertuig voorbij trekken. Blijf vooral heel rustig en houd alles binnenboord van het voertuig; de mens is hier slechts te gast.
2. Populair bij flamingo’s: Lake Nakuru National Park
Lake Nakuru is een van de meren van de Grote Slenk, ook wel bekend als de Grote Riftvallei. Het Lake Nakuru National Park kent een gevarieerd landschap met bos, savanne en moeras, maar is met name bekend vanwege het meer waar het park naar genoemd is.
Deze bekendheid is vooral te danken aan de miljoenen roze flamingo’s die zich bij het meer ophielden. De laatste jaren zijn hun aantallen echter behoorlijk verminderd door het hogere waterniveau door overstromingen in de Grote Riftvallei veroorzaakt door ontbossing. Dit resulteerde in een lagere concentratie van de mineralen in het water die juist zo aantrekkelijk zijn voor de flamingo’s. Het blijft echter indrukwekkend om een groep van een paar duizend flamingo’s, aangevuld met evenzoveel pelikanen te zien. Het lijkt vanaf een afstand een roze gloed aan de oever van het meer. Pas als je dichterbij komt kun je de contouren van de vogels ontwaren.
3. Net als in de film: Masai Mara-wildreservaat
Het Masai Mara-wildreservaat biedt een landschap vol superlatieven. Behalve de Big Five (leeuw, luipaard, neushoorn, olifant en buffel) vind je hier ook vele andere wildsoorten en vogels, zoals gnoes, giraffen, zebra’s, struisvogels en secretarisvogels. Het zijn de eindeloze grasvlaktes, hier en daar onderbroken door een acaciaboom, de bewegende kuddes in de verte die letterlijk stof op doen waaien, de bijna aanhoudende parade van exotische dieren en dat alles in het diffuse licht aan het begin en einde van de dag waardoor je je als een figurant in de film ‘Out of Africa’ waant. Tip: om de grote migratie van de imposante kuddes te zien, maak je de meeste kans vanaf half juli tot eind augustus.
In de omgeving zie je ook de lokale bevolking, de Masai, een semi-nomadisch volk. Zij leven voornamelijk van het hoeden van vee en wonen in traditionele ‘boma’, hutjes van hout en klei. Wat gelijk opvalt is de rode kleding. Rood is de heilige kleur en staat voor runderbloed, bron van kracht.
4. Nairobi: ‘de plaats van het koele water’
De hoofdstad kreeg de naam Nairobi (‘de plaats van het koele water’) van de Masai. De stad ligt aan de gelijknamige rivier op een hoogte van ruim 1600 meter wat iets verkoeling brengt. Nairobi is met ruim 4,7 miljoen inwoners de grootste stad van het land. Dit veroorzaakt een drukte die vooral merkbaar is in de (on)georganiseerde chaos van het verkeer. Er zijn weinig stoplichten (daar houdt namelijk vrijwel niemand zich aan): men zet liever verkeersagenten in om alles in goede banen te leiden bij de vele rotondes.
In het Nairobi National Museum krijg je een introductie tot het land met tentoonstellingen over de cultuurhistorie, een kunstgalerij met hedendaagse Afrikaanse kunst en een botanische tuin. Een kijkje in het Karen Blixen Museum, de voormalige koffieboerderij van deze Deense schrijfster, voert je mee in de film ‘Out of Africa’, gebaseerd op haar wereldberoemde boek uit 1937. Nairobi verkennen doe je overigens overdag: ‘s avonds is het niet veilig om de straat op te gaan.
5. De rode aarde van Tsavo National Park
Aangezien Tsavo National Park in het zuiden van Kenia ligt, is het een populaire safaribestemming vanuit een van de strandbestemmingen aan de zuidoostkust. Het park wordt in East Tsavo en West Tsavo verdeeld, gescheiden door de spoorweg en de snelweg van Nairobi naar Mombasa. Qua oppervlakte, zo groot als de helft van Nederland, is het het grootste wildreservaat van het land en het landschap is adembenemend, vooral in het vulkanische en bergachtige West Tsavo.
De aarde is hier – door het in de grond aanwezige ijzeroxide – rood gekleurd en dit is de oorzaak van de zogenaamde ‘rode olifanten’ waar dit natuurreservaat om bekend staat. Zij bewegen zich de hele dag in deze, voornamelijk droge, omgeving en worden met het rode stof bedekt dat ze met hun slurf over zichzelf uitstrooien. Als bezoeker van dit park ontkom je er trouwens ook niet aan: na afloop van een safari heb je ook zo’n rood laagje verzameld.
6. Cultuur en strand vinden elkaar in Mombasa
De stad Mombasa, tweede stad en belangrijkste haven van Kenia, ligt op een eilandje aan de zuidoostkust. De stad heeft een lange geschiedenis waarin handelaren uit Arabische landen en Portugese ontdekkingsreizigers gevolgd door Omaanse overheersers en Britse kolonisten een rol speelden. De sporen van deze historische diversiteit zijn nog duidelijk in de stad te zien. Fort Jesus is hiervan een aansprekend voorbeeld. Het fort werd door de Portugezen in 1593 gebouwd ter bescherming van de haven. Het wisselde negen keer van hand totdat uiteindelijk de Britten het veroverden in 1895 en er een gevangenis van maakten. Na de Keniaanse onafhankelijkheid is het een museum geworden.
Aan de kust van het vasteland in de omgeving van Mombasa vind je langgerekte witte stranden (zoals Nyali Beach, Diani Beach en Tiwi Beach). Extra bonus: het is een uitstekende duikbestemming, met koraalriffen, grotten, wrakken en een rijk onderwaterleven en dat alles in helder water met een aangename temperatuur.
7. Door apen bewaakt: de Gedi ruïnes
De Gedi-ruïnes, ook wel ‘de verloren stad’ genoemd, bevinden zich een kleine 100 kilometer ten noorden van Mombasa, in een tropisch woud dichtbij de kust. Je wordt verwelkomd door meerkatten, een apensoort die alleen voorkomt in Afrika. Ze krijgen vaak bananen van bezoekers, maar het is beter om ze niet te voeren zodat ze niet verleren hun eigen voedsel te zoeken.
De ruïnes zijn de stenen overblijfselen van een moskee, huizen, een paleis en een fort van een Swahileense nederzetting die naar schatting werd bewoond tussen de 13e en 17e eeuw. De archeologische vondsten die men hier heeft gedaan, zoals Venetiaans glas en Chinese Ming-vazen, wijzen erop dat er in Gedi een bloeiende handel was met andere beschavingen. Wandelend door het gebied kun je je met wat verbeelding een voorstelling maken van hoe het leven hier vroeger geweest moet zijn.