15x mooie natuur in Kroatië
In samenwerking met het Kroatisch Verkeersbureau
Naast mooie baaien, sfeervolle dorpen en een rijke geschiedenis barst Kroatië ook van de overweldigende natuur. Van 1800 meter hoge bergen tot eilanden vol met orchideeën. En laten we de vele watervallen niet vergeten, zoals de beroemde Skradinski Buk met zeventien etappes in Krka Nationaal Park.
Dwaal rond door de botanische tuinen in de bergen om meer te weten te komen over honderden wilde plantensoorten. Dierenliefhebbers gaan op jacht naar de tweehonderd dinosaurusafdrukken in Nationaal Park Brijuni of spotten bijzondere vogels in een van de grootste natuurlijke uiterwaarden van Europa. Ook leuk: stap in de boot en vaar langs de Kornati-eilanden, door het moeras van Kopački rit of naar de Telašćica baai met de steilste Adriatische kliffen. Dit zijn vijftien mooie plekken in Kroatië vol natuur.
1. Over steigerhouten planken door de Plitvicemeren
Prachtige wandelroute over de Plitvicemeren
We trappen af met het oudste (sinds 1949) nationale park van Kroatië: het Nationaal Park Plitvicemeren. Om je meteen een idee te geven, het is drie keer zo groot als de Biesbosch. In totaal telt het park zestien smaragdgroene meren, die zijn omringd door loofbossen en met mos bedekte rotsen. Het merensysteem is verdeeld in de bovenste (twaalf) en onderste (vier) meren, die vanuit de 140 kilometer lange Korana-rivier zijn ontstaan. Ze verschillen van grootte en zijn met elkaar verbonden door watervallen. Het hoogteverschil tussen het eerste meer Prošćansko en het laatste meer Novakovića Brod bedraagt 134 meter.
Je kunt kiezen uit acht wandelroutes tussen de 3 en 18 kilometer. Je loopt via steigerhouten planken over de meren en langs rotswanden die tot 40 meter hoog reiken. In de lente zijn de watervallen het grootst, in de zomer zijn de meren mooi helder, in de herfst verkleuren de bladeren en in de winter ligt er sneeuw en zijn de watervallen bevroren. Zo kent elk seizoen haar eigen charme. Goed om te weten: om de drukte te controleren en zo de natuur te beschermen, worden tickets sinds 2019 alleen op de website van het park zelf verkocht.
2. De 89 eilanden van Nationaal Park Kornati
Panoramisch uitzicht over de Kornati-eilanden
Niet voor niets komen duikers van over de hele wereld naar deze plek: het wordt beschouwd als een van de rijkste onderwaterbiotopen van de Adriatische zee. Onder het zeeoppervlak zie je veel koralen en vissen, waaronder ook tuimelaars. Van de totale oppervlakte (320 km2) van Nationaal Park Kornati is slechts een kwart land. Sinds 1980 behoren 89 van de 140 eilanden tot dit nationale park. Het is een karstgebied; een gebied van kalksteen met veel riffen, grotten en rotsen (tot wel 160 meter hoog).
Het nationale park staat ook bekend om de Kornati Kronen, waar het eiland waarschijnlijk ook naar vernoemd is (Latijnse corona = kroon). Het zijn verticale kliffen met zicht naar zee. De langste is 1350 meter breed en de hoogste 82 meter hoog. Vandaag de dag zijn de Kornati-eilanden niet permanent bewoond. Vroeger wel: toen brachten herders hun schapen naar de eilanden om ze daar te laten grazen. Sommige eilanden werden platgebrand, zodat er het jaar erop meer gras zou groeien. De eilanden zijn alleen per boot te bereiken. Huur er eentje in een van de kuststeden en vaar naar Murter waar het hoofdkantoor van het nationale park is gevestigd. Hier koop je je toegangsticket.
3. Struinen door de botanische tuin van Sjeverni Velebit
Hoog uitkijkpunt op de bergtoppen van Sjeverni Velebit
Sjeverni Velebit betekent Noord-Velebit. In dit nationale park voelen veel diersoorten zich thuis, zoals de bruine beer en de wolf, maar ook de steenarend. Het berggebied heeft toppen die boven de 1700 meter uitkomen. Omdat de temperaturen verschillen van -29 graden in de winter tot +28 graden in de zomer, kunnen we wel stellen dat de planten en dieren hier echte overlevers zijn. Op de weiden tegen de berghellingen groeien veel kruiden waar allerlei insecten op afkomen. En ook (korst)mossen groeien hier veel.
Wandel een uurtje door de botanische tuin uit 1967, liggend op 1480 meter hoogte. Inmiddels groeien hier meer dan vijfhonderd planten uit Noord-Velebit. Handig: bij elke plant staat een bordje met de naam en een omschrijving. Ook zijn er meerdere wandelingen mogelijk door het park. De Velebit wandelroute is 100 kilometer lang - van Zavižan naar Nationaal Park Paklenica - waar je negen dagen zoet mee bent. Onderweg kun je overnachten in de berghutten, je hebt alleen je eigen slaapzak en matrasje nodig. Liever een kortere route? Over het Permuzic-pad loop je drie dagen door het mooiste deel van het park en heb je een prachtig uitzicht over de Adriatische zee en de eilanden.
4. De Skradinski Buk: een waterval met 17 etappes
De grootste waterval van het park, Skradinski Buk
Rijd je vanaf de kustplaats Šibenik zo’n 20 kilometer landinwaarts, dan kom je bij Nationaal Park Krka met prachtige watervallen. De Skradinski Buk is het hoogtepunt: met 100 meter breed en 42 meter hoog is dit de grootste waterval van het park. Het water stroomt over een lengte van 400 meter in 17 etappes en over de kalkstenen rotsen naar beneden, richting de Krka-rivier. Vroeger was het een hele belevenis om te zwemmen bij deze watervallen, maar dit is sinds 2021 helaas niet meer toegestaan om de natuur te beschermen.
Hoe je er komt? Vanaf de Lozovac-ingang van het park volg je het 1 kilometer lange kiezelpad naar beneden, tot aan de houten vlonders over de rivier. Daar wacht je de 3,8 kilometer lange wandeling (retour) over het houten wandelpad langs en over de Skradinski Buk. Onderweg kom je langs watervallen, stroomversnellingen en mangrovemoerassen. Ook leuk: een vaartocht vanaf de Skradin-ingang tot Skradinski Buk, met de boot van het nationale park is het 25 minuten varen.
5. Nationaal Park Risnjak: leefgebied van beren en wolven
Toeristen op de hoge top van Veliki Risnjak
Op naar het grote groene hart van Kroatië, vol ongerepte natuur en honderd jaar oude bossen. Dit bergebied is een natuurlijke scheidinglijn geworden tussen het landklimaat en het mediterraanse zeeklimaat. Daardoor heeft Risnjak een eigen microklimaat gekregen met een bijzondere flora en fauna. Zo groeien in het park planten als zilverachtig duizendblad (Achillea clavennae) en de harige alpenroos (Rhododendron hirstum). Dit nationale park kenmerkt zich voornamelijk door hoge bergen, diepe valleien, bossen, watervallen en kristalheldere rivieren. Met als hoogtepunt de berg Veliki Risnjak (de hoogste piek van het park). In het gebied leven bruine beren, reeën, everzwijnen, wolven, lynxen en steenmarters.
De populaire wandelroute naar de 1528 meter hoge top van Veliki Risnjak duurt zo’n vier uur en wordt wat pittig wanneer je de steile rotswanden op moet klimmen. Eenmaal boven heb je een prachtig uitzicht over de Adriatische zee en Slovenië. Op de zuidelijke helling kun je vervolgens bij de berghut Šloserov dom terecht voor een simpele lunch of overnachting. Liever een kortere wandeling? De Guslica bergtop op 1490 meter hoogte bereik je ‘al’ na een uur wandelen vanaf Snjeznik.
6. Met de ferry naar Nationaal Park Mljet
Het middeleeuwse klooster van St Mary op het eiland St Mary
Het eiland Mljet ligt in het zuiden van Kroatië. Ook wel het groenste eiland van Kroatië genoemd; 90% is bedekt met bossen, maar je vindt er bijvoorbeeld ook een dertigtal orchideesoorten. Je ziet er mooie zoutwatermeren en sfeervolle baaitjes. De grootste trekpleister van Mljet is het gelijknamige nationale park, met twee turqoise zoutwatermeren: Veliko Jezero en Malo Jezero. Ze zijn ruim tienduizend jaar oud en sinds enkele eeuwen verbonden met de zee, waardoor het heldere water zout is. Veliko Jezero is het grootste meer van het nationale park. Hierin ligt het kleine St Mary eiland met daarop een klooster. Maak een boottocht of huur een kajak en peddel die kant op om het klooster te bezoeken.
Mljet is met de ferry te bereiken. Voor voetgangers is Mljet ook met de waterbus/snelboot bereikbaar vanuit Split of Dubrovnik. Je kunt het nationale park vervolgens goed verkennen op de fiets, te huur bij de ingang. Fiets de route van 8 kilometer om het grootste meer heen. Een auto huren kan ook, om het eiland over te rijden, van het ene kleine dorp naar het andere. Bij het dorpje Saplunara zijn de twee mooiste zandstranden van het eiland Mljet te vinden, het Saplunara en Blaca strand.
7. Ontdek de 1223 plantensoorten van natuurpark Papuk
Kano bootjes gelegen in het natuurpark Papuk © Ivo Biocina, Croatian National Tourism Board
In Oost-Kroatië – Slavonië – vind je veel plat laagland met gecultiveerde gebieden. Rijd je door deze voormalige Pannonische Zee, dan zie je toppen tot bijna duizend meter boven zeeniveau. De mooiste hier is Papuk. Natuurpark Papuk is sinds 2007 het eerste en enige Geopark van het land. Het aantal plantensoorten (1223!) is overweldigend, het komt neer op een kwart van de totale flora van Kroatië. Hieronder vallen 102 bedreigde plantensoorten, zoals de grotere pasquebloem, de zachte slangenkop en de slingerbloem. Ruim 96 procent van de oppervlakte van natuurpark Papuk is bedekt met bosvegetatie. De meest prominente soort is de beuk, die in sommige gebieden van Papuk wordt gekenmerkt door een blauwachtige bast als gevolg van de habitatomstandigheden. De zogenaamde ‘blauwe beuk van Papuk’.
Op de berg Papuk vind je diverse netwerken van gemarkeerde wandelpaden, ongeveer 200 kilometer lang. Wandel bijvoorbeeld vanaf de St. Augustine kerk in Velika via Lapjak en Nevoljaš naar Jankovac. Deze route is 8,9 kilometer lang en duurt ruim 3 uur, met een hoogteverschil van 615 meter. Ook zijn er tal van bospaden om te mountainbiken; er zijn zes gemarkeerde routes met een totale lengte van meer dan 100 kilometer. Daar kun je wel even mee vooruit.
Ontdek alle bezienswaardigheden van Kroatië
Bekijk de hoogtepunten8. In het spoor van de dino’s in Nationaal Park Brijuni
Een oude Romeinse villa op de Brijuni eilanden
De Brijuni eilanden is een groep van veertien kleine eilanden in de Adriatische Zee, voor de kust van Istrië. Veliki Brijun is het grootste van allemaal, en ook het enige eiland dat je kunt bezoeken. Leuk weetje: het was ooit de zomerresidentie van Tito, de president van Joegoslavië. Aan de westkust zie je zijn villa Bijela nog steeds staan. Na zijn dood in 1980 kregen de eilanden in 1983 de status van Nationaal Park. En een jaar later werd het voor publiek geopend. De geschiedenis van de Brijuni eilanden begint al in de Romeinse tijd. Het bewijs hiervan zijn de fundamenten van een Romeinse villa die in de eerste eeuw werd gebouwd. De eilanden werden vroeger voornamelijk gebruikt voor het verkrijgen van natuursteen.
Hoe je op het eiland komt? Vanuit de haven van Fazana gaat er elk uur een veerboot naartoe. Bewonder de nog ongerepte natuur en loop langs eeuwenoude pijnbomen en olijfbomen. Ook kun je inheemse dieren tegenkomen, zoals damherten, moeflons, reeën, hazen en ruim tweehonderd soorten vogels. Houd je ogen goed open: in het park zijn meer dan tweehonderd afdrukken van dinosaurussen te zien.
9. Wandel of klim in het zuiden van het Velebit gebergte
De ingang van Nationaal Park Paklenica
Ook Nationaal Park Paklenica ligt in het Velebit gebergte, maar dan in het zuiden ervan. Aan de kust van de Adriatische zee. Het is een populaire plek onder wandelaars én klimmers; het park bestaat namelijk uit twee canyons. Velika Paklenica is de diepste in Kroatië, met verrassende wandelpaden. Tijdens je tocht zie je hier indrukwekkende kalkstenen kliffen, watervallen en de zee. Ook voor klimmers is het hier een walhalla, met verschillende klimroutes en uitdagende wanden. De andere canyon, Mala Paklenica, is kleiner en minder bekend, maar alsnog met een lengte van ruim 12 kilometer. Ook hier kun je prachtig wandelen en klimmen.
Het park is rijk aan flora en fauna en heeft meer dan tweeduizend plantensoorten. Zo groeit zandkruid (Arenaria orbicularis) alleen hier in de canyons en nergens anders ter wereld. Ook is dit het leefgebied van 260 vogelsoorten, en het is de thuisbasis van enkele zeldzame dieren, zoals de Balkanlynx en de bruine beer. Grotten zijn er ook; de teller staat op 160 grotten en kuilen. Waaronder de 175 meter bergingaande Manita grot.
10. Vogels spotten bij ‘s lands grootste natuurlijke meer
Een steltkluut in het nationaalpark Vransko Jezero
Natuurpark Vransko Jezero heeft het grootste natuurlijke meer van Kroatië: 12 kilometer lang, waar zo’n 256 vogelsoorten leven. Het is er dan ook een paradijs voor vogelliefhebbers. Wie weet spot je de roerdomp die door zijn bruine schutkleur nauwelijks opvalt in het rietland, de purperreiger (symbool van het meer) of de kwartelkoning. Rond het meer zijn zes educatieve wandelingen uitgestippeld, waar je onderweg van alles te weten komt over het meer, de planten en diersoorten, het culturele erfgoed en de diversiteit. Tijdens het 450 meter lange vogelwandelpad Crkvine wandel je over een houten pad, langs verschillende uitkijkposten. Ook het panorama wandelpad Kamenjak van 300 meter lang is een aanrader; op de top van de heuvel Kamenjak heb je een geweldig uitzicht over het meer, de zee, de kleine eilanden en Nationaal Park Kornati.
Ook leuk: stap op de fiets en volg de uitdagende fietsroute van 40 kilometer rond het meer. Je ziet er vooral steeneiken en pijnbomen. Ook leven hier twintig soorten reptielen, van de Europese moerasschildpad tot de (niet-giftige) balkantoornslang.
11. De bijzondere karstbron van de Cetina rivier
De indrukwekkende karstbron van de Cetina rivier
Aan het begin van de 105 kilometer lange Centina rivier, die door een groot deel van Kroatië stroomt, vind je de indrukwekkende karstbron van de Cetina rivier. Deze staat ook wel bekend als ‘the eye of the earth’: van bovenaf lijkt het net een drakenoog. Hoe diep het gat is, weet niemand. Duikers en het Kroatische Natuur Instituut deden een poging om het te meten en kwamen tot een diepte van 155 meter. Maar de bodem bereikten ze niet. Het heldere water van de karstbron heeft allerlei verschillende tinten groen en blauw.
De bron ligt vlak bij de Dinara, met 1831 meter de hoogste berg van Kroatië op de grens met Bosnië en Herzegovina. De berg, die onderdeel is van natuurpark Dinara, bestaat uit hoge rotswanden. Maar heeft ook grasland met bloemenweides; je zou even denken dat je in de Alpen bent beland. Natuurpark Dinara is dan ook een fijne plek om nog even te wandelen. Met ook grotten, canyons, bossen, watervallen en rivieren.
12. Natuurpark Lonjsko Polje met ooievaarsdorp Čigoč
Een ooievaarsnestje in het natuurpark Lonjsko Polje
Natuurpark Lonjsko Polje is een van de grootste en best bewaarde natuurlijke uiterwaarden van Europa. Met uiterwaardenbossen van zomereik en smalbladige es. Het is een van de laatste gebieden in Europa waar de traditionele weidegang nog steeds behouden is en het vee nog vrij rondloopt op grote gezamenlijke weilanden. Het is ook een wereldwijd bekend vogelobservatiegebied, met 250 vogelsoorten waarvan er hier 134 soorten broeden. Denk aan zeearenden, Euraziatische lepelaars en (witte en zwarte) ooievaars.
Daarover gesproken: vanwege het grote aantal ooievaarsnesten op de daken van de houten Posavina-stijl huizen, werd Čigoč uitgeroepen tot het Eerste Europese Ooievaarsdorp in 1984. Het kleine traditionele dorp, liggend op de rechteroever van de rivier de Sava, is omringd door weilanden, vijvers en poeltjes waar kikkers, slangen, insecten, slakken, schaaldieren en vis leven. Genoeg te eten dus, voor de ooievaars en hun jongen. Ontdek het natuurpark al wandelend via een van de wandelpaden. De Posavac route van 4 kilometer is een aanrader, met informatie over de uiterwaarden en de traditionele veehouderij. Ook kom je langs een uitkijktoren om vogels en vrij grazende dieren te zien. Liever fietsend door Lonjsko Polje en omgeving? Fietsen zijn ter plekke te huur.
13. Natuurpark Telašćica met de steilste Adriatische kliffen
Het grote zoutmeer Mir op het eiland Dugi Otok
In het zuidoosten van het eiland van Dugi Otok ligt het natuurpark Telašćica met de gelijknamige baai. Dit is de plek waar je de steilste witte Adriatische kliffen (162 meter hoog) vindt. Voor de deur springen tuimelaars uit het water, en op de klif spreidt de slechtvalk zijn vleugels uit om op te stijgen. Velen vinden Telašćica de mooiste baai - met een lengte van 10 kilometer - van de Adriatische Zee. In deze baai ligt ook het Mir-meer, een turkooizen zoutwatermeer dat via ondergrondse kanalen in verbinding staat met de zee. De bodem van het meer is zelfs voor een gedeelte bedekt met geneeskrachtige modder.
Er zijn genoeg plekken voor een duik in het water, in het meer of in de zee. Snorkelen kun je hier ook goed, als je er maar voor zorgt dat je het lokale onderwaterleven niet onderbreekt, aangezien het een beschermde status heeft. Ook op de boot kun je de baai mooi ervaren, en wandelend. Geef je ogen de kost aan de kliffen, het kale karstgebied, de eilandjes en het groen van de bossen.
14. De spannende Skywalk van natuurpark Biokovo
Unieke skywalk met uitkijkpunt op de bergen
Natuurpark Biokovo is een nog ietwat onbekend gebergte in het zuiden van het land. Het ligt heel dicht bij de zee, en je hebt er goed zicht op als je langs de kust rijdt tussen Split en Dubrovnik. Je kunt de top Sveti Jure op 1762 meter al wandelend bereiken via een van de wandelpaden, bijvoorbeeld vanuit de kleine stad Makarska. Maar met de auto kan ook. Dat wordt dan wel een uitdagende tocht omhoog; 23 kilometer lang, haarspeldbochten én afgronden. Maar steeds weer met een prachtig uitzicht.
Boven wacht je iets unieks: de Skywalk. Een glazen platform op een hoogte van 1228 meter, en 12 meter los van de rotsen. Dit uitkijkpunt is inbegrepen bij de toegang tot de berg. Wandel eroverheen en geniet van het zicht op de Dalmatische eilanden en misschien wel Italië. Kijk je achterom, dan zie je het ruige achterland van Dalmatië. Het gebergte telt nog acht bergtoppen van ruim 1000 meter hoogte. De Biokovo Botanische Tuin Kotišina is ook een bijzondere plek in het park, met meer dan driehonderd wilde plantensoorten. Van mediterraans tot bergplanten en geneeskrachtige kruiden. Zo is de Adriatische iris vooral in het voorjaar indrukwekkend met haar grote lila bloemen.
15. Natuurpark Kopački rit: de ‘Amazone van Europa’
Boottocht door het Amazone gebied van Europa, Kopački
Natuurpark Kopački rit in het oosten van Kroatië wordt ook wel de ‘Amazone van Europa’ genoemd; het is een van de grootste draslanden van ons continent. Deze uiterwaarde tussen de twee rivieren Drava en de Donau is sinds 1967 een beschermd gebied, en werd in 2012 door Unesco benoemd als deel van het ‘Mura-Drava-Donau Biosphere Reservaat’. In dit natuurpark leven enorm veel vogelsoorten, wel honderden. Van de ijsvogel tot de groene specht. Maar ook zo’n veertig zeldzame vissoorten zoals snoeken, karpers en baarzen.
Je kunt het park op allerlei manieren verkennen. Met de boot door het moeras is misschien wel het best én leukst. Er zijn allerlei tochten; in een kleine boot met gids, of op een grotere boot. Zelfs per kano is een mogelijkheid. Is het wat minder lekker weer, dan kun je ook de trein in stappen. Die gaat door verschillende delen van het park, over de dijken, voornamelijk langs het moerasgebied. Ook zijn er drie fietsroutes door het park (fietsen zijn daar te huur) en liggen er tal van wandelpaden. De meest populaire? Dat is de vlonder-wandeling bij de ingang van het park.