De mooiste bezienswaardigheden van Maleisië

Maleisië: een mix van authentiek Azië, versterkt met moderne invloeden. Van het oudste regenwoud ter wereld tot steden waar ‘streetart’ wordt afgewisseld met ‘streetfood’. Dit zijn de mooiste bezienswaardigheden van Maleisië.

Wat te doen in Maleisië?

Maleisië is een van de meest veelzijdige reisbestemmingen van Azië. Opgesplitst in het schiereiland Malakka in het westen en het eiland Borneo in het oosten, gescheiden door de Zuid-Chinese Zee. Op het vasteland West-Maleisië vind je de hypermoderne wereldstad Kuala Lumpur of ben je even alleen op de wereld te midden van weelderige theeplantages in de Cameron Highlands. Op Maleisisch Borneo wachten avontuurlijke jungle-ervaringen en grote hoogtes. Omgeven door bounty-eilanden die rechtstreeks terug te zien zijn in Expeditie Robinson. Laat je inspireren door de mooiste bezienswaardigheden van Maleisië.

1. Van moderne wolkenkrabbers tot authentieke wijken

Elke Maleisië-reis zou op zijn minst moeten beginnen of eindigen in de hoofdstad Kuala Lumpur. Liefst allebei. Van hippe skybars met infinity pools tot nachtmarkten en koloniale architectuur: in Kuala Lumpur vind je het allemaal. De geschakelde Petronas Twin Towers (van elk 452 meter hoog) vormen het boegbeeld van de stad. Het zijn dan wel niet meer de hoogste torens ter wereld, Maleisiërs hebben het torenduo in hun hart gesloten. Stap in de lift naar de ‘skybridge’ op de 41^e verdieping op 170 meter hoog of test je hoogtevrees op het observatieplatform op de 86^e verdieping.

Wie zijn voeten liever op de grond houdt, kan gaan shoppen in de honderden winkels op de begane grond. De stad heeft ruim zestig ‘shopping malls’, de een nog luxer dan de ander. Maar ook de typisch Aziatische kraampjes langs de weg en wijken als Little India en Chinatown laten zien waarom Kuala Lumpur tot een van de fijnste hoofdsteden van Azië behoort.

2. Mount Kinabalu, als een fort bovenuit de jungle

Kinabalu betekent in het Maleis ‘grote berg’ of ‘dé berg’. Een juiste benaming, want Mount Kinabalu steekt als een fort boven de jungle uit. De berg van 4095 meter hoogte bedwingen, bestaat uit een tweedaagse klim. Voor onervaren klimmers (met goede wandelschoenen) te doen. Vergeet je vooraf niet te registreren, je kan de klim namelijk niet maken zonder een klimvergunning en een gids. Regel dit van te voren met een reisagent: om drukte op de bergen tegen te gaan mogen er maar 75 mensen per dag aan de beklimming beginnen.

Een klim waarbij je letterlijk de jungle uitloopt, tot het moment dat de boomgrens ophoudt en plaats maakt voor granieten rotsformaties. De top van Mount Kinabalu bereik je ’s ochtends vroeg, waar een magische zonsopgang tussen de wolken, met uitzicht over de stad Kota Kinabalu op je wacht. Ook het oerwoud rondom de berg heeft voldoende in petto. Breng bijvoorbeeld een bezoek aan de Poring Hot Springs, ook een aangename activiteit na het beklimmen van Mount Kinabalu!

3. Tropisch vertoeven op de Perhentian-eilanden

Per definitie niet een echte bezienswaardigheid, maar wel een van de mooiste bestemmingen van Maleisië. De Perhentian-eilanden lijken rechtstreeks uit een reisbrochure te komen. In het noordoosten van Maleisië liggen Kecil (‘klein’) en Besar (‘groot’), de twee Perhentians waar de activiteiten passen bij de identiteit van een tropisch eiland. Denk aan duiken, snorkelen en lekker luieren. De onderwaterwereld liegt er niet om – je vindt hier talloze tropische vissen en met een beetje geluk spot je zelfs schildpadden.

Op beide eilanden vind je geen wegen maar wel een paar junglepaden die leiden naar afgelegen strandjes. Maak op Kecil bijvoorbeeld een korte trekking naar Fisherman Village waar je een uniek kijkje in het dagelijkse leven van de locals krijgt. De natuurlijke schoonheid geeft de eilanden charme. En wanneer gekleurde lampionnen en kampvuurtjes de avond verlichten, begrijp je direct waarom de Perhentian-eilanden tot de trots van Maleisië behoren.

4. Streetart en streetfood op Penang

Het schiereiland Penang in het noordwesten van Maleisië wordt door twee bruggen verbonden met het vasteland. Het wordt ook wel de Parel van de Oriënt genoemd, duidend op het hart van de Chinese gemeenschap en de diverse invloeden die zijn terug te zien op zowel culinair als cultureel niveau. De meeste bezienswaardigheden vind je in Georgetown, waar je op zoek gaat naar verborgen muurschilderingen die verhalen vertellen over het bewogen verleden van Penang. Stop onderweg bij een van de vele ‘foodcourts’, waar je voor een habbekrats heerlijk geniet van het beste ‘streetfood’ in Maleisië.

Bezoek ook de Kek Lok Si-tempel, de grootste boeddhistische tempel van Maleisië, gevestigd in Air Iram, een voorstadje van Georgetown. Het complex is gebouwd bovenop een berg en staat vol met architectonische hoogstandjes: gebedshallen, klokkentorens, een pagode van zeven verdiepingen en tienduizend albasten en bronzen beelden van Boeddha. De geur van wierrook en serene rust van de omliggende tuinen betoveren je zintuigen!

5. Op zoek naar de man van het oerwoud in Sepilok

Wie Maleisisch Borneo bezoekt, kan natuurlijk niet om de hier in het wild levende orang-oetans heen. De Maleisiërs zagen de overeenkomst tussen deze mensapen en de mens. Ze noemden ze orang-oetans. ‘Orang’ betekent ‘man’ en ‘oetan’ ‘bos’. Om nou te zeggen dat het goed gaat met deze apensoort. Nee. Zijn leefomgeving op Sabah, het noordoostelijke Maleisische deel van Borneo, is jarenlang achteruitgegaan. Veel oerwoud werd gekapt voor de aanleg van palmolieplantages.

In Sepilok, een wildreservaat zo’n 25 kilometer van de stad Sandakan, worden ruim tweehonderd verlaten of gewonde orang-oetans opgevangen en voorbereid op een terugkeer in de jungle. Een belangrijke plek voor het behoud van deze bedreigde diersoort en met een bezoek ondersteun je het opvangcentrum en de orang-oetans zelf. Wandel door dit onaangetaste regenwoud van 43 vierkante kilometer en ga op zoek naar onze dierlijke verwanten. Oog in oog staan met een orang-oetan is een onvergetelijke ervaring tijdens je reis door Maleisië.

6. Een stukje Nederlandse geschiedenis in Malakka

Een kleine plaats met grote historie. De kleurrijke stad Malakka in het zuiden van Maleisië staat op de Unesco-werelderfgoedlijst en werd vanwege de strategische ligging aan de kust al vroeg een welvarende handelsstad. Onder andere de Portugezen, Nederlanders en Britten hebben hun stempel op de stad gedrukt en de overblijfselen uit die koloniale periode zijn op diverse plekken goed te zien.

De Queen Victoria-fontein, de Saint Paul's Church, de klokkentoren en de Porta di Santiago maar ook het Hollandse Stadthuys en het Rode Plein, ook wel ‘Dutch Square’ genoemd. Alle bezienswaardigheden in Malakka die je aaneen kunt knopen per riksja of te voet. Opvallend zijn de vele versierde fietstaxi’s, vol met bonte nepbloemen of volledig gehuld in Hello Kitty-thema. Op vrijdag- en zaterdagavond is de bruisende nachtmarkt in Jonker Street de plek waar iedereen samenkomt. Verwacht overvolle kraampjes met prullaria en streetfood. Toeristisch, maar de absolute Azië-ervaring.

7. Taman Negara: nog ouder dan de Amazone

‘s Werelds oudste en meest ongerepte regenwoud is Taman Negara, gelegen in het hart van Maleisië. Met een oppervlakte van ruim 4000 vierkante kilometer, is het maar liefst zes keer zo groot als Singapore. Het regenwoud is zo dichtbegroeid dat je het vrijwel uitsluitend per boot (en vervolgens korte stukjes te voet) kunt verkennen. Alle tekenen van menselijke bewoning verdwijnen en maken plaats voor een grillig en groen regenwoud. Het is een primair regenwoud, dat betekent dat er niet tot nauwelijks is gekapt en het dus nog in oorspronkelijke staat verkeert.

Tijdens een ‘canopy walk’ door de jungle, loop je over een 530 meter lange touwbrug op 40 meter boven de bodem van het oerwoud. Je kijkt er uit over de bergtoppen van woudreuzen terwijl je luistert naar een kakofonie van oerwoudgeluiden en kletterende watervalletjes. Op zoek naar schorpioenen, slangen en waterbuffels die zich opwarmen in de klamme warmte aan de oevers van de jungle.

8. Grotten vol vleermuizen in Gunung Mulu National Park

Diep in de binnenlanden van Maleisisch Borneo vind je Gunung Mulu National Park. Bekend om een immens grottenstelsel van maar liefst 295 kilometer. Waar vlijmscherpe rotsformaties 50 meter hoog onder een groene muur van jungle uitsteken. Een landschap dat is ontstaan door extreme erosie en het plotseling omhoog komen van de grond. Bezoek de grotten van ‘Mulu’, verstopt tussen de pieken van omliggende bergen, tussen valleien en kristalheldere rivieren.

Het is de plek van de grootste grotkamer ter wereld. De ‘Sarawak Chamber’ is net zo groot als zestien voetbalvelden. Niet alle grotten zijn toegankelijk, maar dagelijks tussen 17:30 en 18:30 vliegen miljoenen vleermuizen door de showgrotten (bijvoorbeeld in ‘Deer Cave’), op zoek naar eten. Gunung Mulu National Park staat met een terechte vermelding op de Werelderfgoedlijst van Unesco en maakt het tot een van de mooiste bezienswaardigheden van Maleisië.

9. Langkawi: strandhoppen op een tropisch paradijsje

Je rondreis eindigen met een verblijf op een tropisch paradijsje. Geef toe, dat is een verleidelijke gedachte. Langkawi is een archipel van 99 eilanden voor de kust van noordwest-Maleisië, waarvan Palau Langkawi het grootste eiland is. Je vindt hier geen massatoerisme, maar landelijke dorpjes, zanderige baaien en mangrovebossen. Naast relaxen op een van de verlate, met palmbomen omzoomde stranden, heeft het eiland nog veel meer te bieden.

Stap in de panoramische gondelkabelbaan en zweef als de bruine zeearend, het nationale symbool van Langkawi, over het hoofdeiland. Verwacht een 360 graden uitzicht op 650 meter hoogte, met bij helder weer zelfs zicht op de eilanden van Zuid-Thailand. Aan het eind van de kabelbaan wacht de 125 meter lange ‘Sky Bridge’, voor een spectaculair uitzicht op het regenwoud. Of duik zelf de jungle van het Kilim Geoforest Park in, waar de ‘dusky leaf monkey’ je met zijn grote lieflijke ogen ongetwijfeld verleidt.

10. Verkoeling tussen de theevelden in Cameron Highlands

De Maleisiërs zelf vinden het er maar koud. Maar met temperaturen tussen de 20-25 graden, op ongeveer 1500 meter boven zeeniveau, is het er goed toeven. De Cameron Highlands is hét theegebied van Maleisië. Alleen al de weg ernaartoe is een beleving op zich. Ploeterend over smalle wegen, langs watervallen, via glooiende heuvels met fruitboomgaarden en theeplantages. De Cameron Highlands zijn geweldig groen en vruchtbaar.

De populairste bezienswaardigheid is de Sungai BOH Theeplantage, opgericht in 1929, de tijd dat Maleisië een Britse kolonie was. Bezoek de plantage en de lokale theefabriek via een georganiseerde tour of ga zelf op avontuur door het landschap, via een van de uitgezette trails. Naast de talloze theebladeren, – goed voor zo’n 5.5 miljoen koppen thee per dag – zijn de Cameron Highlands ook het centrum van de aardbeienteelt. Vergeet naast een high tea dus ook zeker niet de plaatselijke lekkernij te proeven: aardbeien gedompeld in warme chocolade.