Van noord naar zuid: de mooiste natuur in Portugal

Het land van de kurkeiken, portwijnen en pasteís de nata: Portugal. In dit Zuid-Europese land kun je tot rust komen aan de kust of juist actief zijn in de bergen in het binnenland. Dit is inspiratie voor de mooiste natuur in Portugal.

Met een Bom dia! groeten vissers je aan de grillige kust van Alentejo. Verse visgerechten proef je na het zonnebaden bij stranden in de Algarve. Surfers bedwingen de golven bij kustplaatsen zoals Nazaré en Peniche. En wandelaars halen hun hart op in de bergen van Serra da Estrela, rondom het bergdorp Monchique of op de wandelroutes in Costa Vicentina. Genoeg plekken waar je van de natuur in Portugal kunt genieten!

1. Bergen en bijzondere rotsformaties in Serra da Estrela

Wie aan Portugal denkt, ziet waarschijnlijk niet direct besneeuwde bergtoppen voor zich. Toch is het mogelijk in Serra da Estrela. Deze ‘Bergketen van de Ster’ in het oosten van Portugal is in de wintermaanden een skibestemming. ‘s Zomers kun je hier mooie wandeltochten maken en de stilte opzoeken. Bergmeren duiken op wanneer je het niet verwacht, schuilend achter granieten rotsformaties. Het woeste berglandschap is gesierd met borstelgras, gele zonneroosjes en de jeneverbes. Diverse wandelingen starten bij de parkeerplaats van de Torre. Een zuil op deze piek (1993 meter) markeert het hoogste punt van het Portugese vasteland. Een leuke tip in Serra da Estrela is een rondwandeling van Loriga naar Cabeça. Frisgroene terrasakkers rondom Loriga zorgen voor spectaculaire uitzichten. Herders met hun schapenkudde en herdershonden maken het plaatje af. Koel na het wandelen de voeten af bij het rivierstrand Praia Fluvial de Loriga.

De paden in National Park Peneda-Gerês lenen zich door de aangelegde routes uitstekend voor wandelingen. Bijvoorbeeld over de Pedra Bela Waterfall Trail, een route van zo’n 10 kilometer langs kurkbomen, wilde narcissen en met mos begroeide rotsen. Halverwege doorklieft een waterval de bergen. Inhaleer de dennengeur en stop af en toe om pootje te baden in snelstromende riviertjes. Maar wees op je hoede: het is ook het leefgebied van reeën, wilde zwijnen en de Iberische wolf.

2. Genieten van de kust bij Peniche

Aan de Costa de Prata ligt Peniche, een vissersdorp op een schiereiland met grillige rotsen. Bij het dorp zijn stranden waar je goed kunt golfsurfen. Beginners starten op het noordelijke Praia Baleal en ervaren surfers gaan naar Praia dos Supertubos, ten zuiden van Peniche. Geen zin om te surfen? De rotsformaties rondom het dorp zijn ook prachtig om te zien. Bewonder de zonsondergang vanaf Cabo Carvoeiro en zie hoe de vissers vanaf de rotsen hun vangst binnenhalen.

Van mei tot en met september gaan er vanaf Peniche boten naar de Berlenga eilanden. Deze eilandengroep is een beschermd natuurgebied en ligt zo’n 10 kilometer voor de kust van Peniche. De boottocht naar Berlenga Grande duurt 20 minuten, maar het kan wild op zee zijn. De Berlenga Trail leidt naar het mooie uitzicht op Forte de São João Baptista: een fort dat door een smalle brug met het hoofdeiland wordt verbonden.

3. Duik in het kraakheldere water in natuurpark Arrábida

Bijna nergens in Portugal vind je zulk helder zeewater als bij de stranden van Arrábida. Het natuurpark ligt ten zuiden van Lissabon, tussen Setúbal en het vissersdorp Sesimbra in. Dit kalkstenen gebergte kun je het beste met de auto ontdekken. Langs de autoweg kom je meerdere miradouros, Portugees voor uitzichtpunten, tegen. De medronheiros, dennenbomen en cipressen zorgen ervoor dat Arrábida het hele jaar door erg groen is.

Er zijn uitgestrekte stranden en verborgen baaitjes waar je kunt zwemmen in Arrábida. Het zeewater is fris, maar in de zomermaanden een welkome verkoeling. Mooie stranden zijn Praia dos Galapos, Praia da Figueirinha en Praia do Portinho. In natuurpark Arrábida vind je ook wijnhuizen, vaak aangeduid met het Portugese woord quinta. Een specialiteit uit dit gebied is een zoete, oranjegekleurde wijn genaamd Moscatel de Setúbal. In het dorp Azeitão vind je enkele wijnhuizen waar je een proeverij kunt doen.

4. Het Portugese plattelandsleven rondom Aljezur

Aljezur ligt in de Costa Vicentina, een natuurgebied in het zuidwesten van Portugal. Het heuvelachtige dorp ligt aan de caminho histórico: een pelgrimsroute van 230 kilometer van Santiago do Cacém naar Cabo de São Vicente. Zandweggetjes en onverharde wandelpaden nemen je mee naar het Portugese plattelandsleven. Ben jij een liefhebber van vogels spotten?

Dan kun je koereigers tussen het vee en torenvalken bij verlaten gebouwen en vervallen boerderijen spotten. Wie langs de kust wandelt, komt mogelijk een blauwe rotslijster of vliegensvlugge alpengierzwaluwen tegen. Vanaf Aljezur kun je ook de rotsachtige kustroute volgen naar Arrifana. Onderweg heb je uitzicht op Praia da Amoreira. Dit strand bij de monding van de Ribeira de Aljezur is geliefd bij surfers. Met wat geluk spot je otters in de omgeving van Aljezur. Deze van nature verlegen dieren verstoppen zich vaak in beekjes en rivieren die uitmonden in de oceaan.

5. Costa Vicentina: stranden in alle vormen en maten

Wie in het zuiden van Portugal de rust wil opzoeken, gaat naar Sudoeste Alentejano e Costa Vicentina, oftewel de Costa Vicentina. Dit gebied strekt zich uit van Sines tot Cabo de São Vicente. Natuurliefhebbers lopen over onverharde wandelpaden, langs de grillige kust en ietwat vervallen boerderijen op het Portugese platteland. Loop bijvoorbeeld een etappe van de meerdaagse wandelroute genaamd Trilho dos Pescadores (groenblauwe markering). Hoe zuidelijker je gaat, hoe ruiger de kustlijn wordt.

Er zijn toegankelijke zandstranden zoals Praia do Malhão, Praia da Amália en Praia da Zambujeira do Mar. Voor verborgen stranden zoals Praia dos Machados wandel je via onverharde paden langs de rotsen om deze te bereiken. Stranden zoals Praia do Amado en Praia do Telheiro zijn geliefd onder surfers. En sommige stranden liggen tussen de monding van een rivier en de oceaan, zoals Praia de Odeceixe.

6. Verse visgerechten proeven bij vissersdorp Alvor

Tussen Portimão en Lagos in de Algarve ligt het vissersdorp Alvor. Hagelwitte huizen zijn hier versierd met kleurrijke accenten en azulejos, de Portugese tegeltjes. Als de vissersboten terugkomen, kun je een verse vangst met makreel, tandbrasem en blauwe marlijn bij de restaurants proeven. Ook oesters en mosselen staan vaak op de menukaart. Deze worden gekweekt in het nabijgelegen Ria de Alvor. Dit natuurgebied ligt tussen de uitlopers van een rivier en de Atlantische Oceaan.

Deze ligging zorgt voor moerasachtige uitzichten die je niet in de Algarve verwacht. Flamingo’s genieten van dit drassige gebied en ook grutto’s en schattige pleviers zijn hier te spotten. Het natuurgebied heeft een netwerk van houten paden, zodat je hier gemakkelijk kunt wandelen en fietsen. Je bent bovendien zo in de duinen bij het zandstrand Praia de Alvor. Ook Praia dos Três Irmãos, een beschut strand tussen de rotsen, is een fijne plek om te zonnebaden.

7. Ontspannen in de warmwaterbronnen bij Monchique

De Algarve is bekend vanwege de vele zandstranden en verborgen baaien. Maar wie zich wil laten verrassen, trekt ook het binnenland in. Een leuke uitvalsbasis is Monchique, een bergdorp in Serra de Monchique. De Romeinen kwamen al naar deze bergen om van de natuurlijke warmwaterbronnen en zwavelbronnen te genieten. Het mineraalrijke water met een temperatuur van zo’n 30 graden zou een goede werking hebben op het lichaam en de geest.

Voor natuurliefhebbers is een wandeling naar de top van Fóia een aanrader. De klim naar het hoogste punt in de Algarve, op 902 meter hoogte, begint al in de steile straatjes van Monchique. De groene rijstterrassen zorgen voor indrukwekkende uitzichten, de kurkeiken bieden onderweg schaduw. Na anderhalf uur wandelen word je beloond. Je ziet de prachtige kustlijn in het zuiden en met wat geluk zelfs Lissabon aan de noordelijke zijde.