16 redenen om naar de regio Bern in Zwitserland te gaan

ANWB in samenwerking met Zwitserland Toerisme

Lees je Bern, dan denk je misschien al snel aan de charmante stad met het historische centrum. Maar Bern is ook de naam van de regio, waar je felblauwe meren ziet en indrukwekkende watervallen breeduit naar beneden stromen. Naast je ogen uitkijken, zijn er ook genoeg activiteiten: van wandelroutes door de bergen tot canyoningtochten bij Interlaken. In Adelboden ligt zelfs het grootste stepparadijs ter wereld.

Wat te doen in de regio Bern?

Op naar Thun waar surfers midden in de stad hun kunsten laten zien op de golven voor de houten brug. Of stap in Lauterbrunnen in de lift uit 1913, om de tien ondergrondse gletsjerwatervallen te bewonderen. Wijnliefhebbers moeten bij de wijngaarden bij het Meer van Biel zijn, om een glas Chardonnay te proeven. En voor de beroemde kaas Tête de Moine rijd je naar het dorp Bellelay. Dit zijn zestien redenen om naar de regio Bern in Zwitserland te gaan.

1. Langs de Brienzersee naar de Giessbachwatervallen

De Brienzersee © Zwitserland Toerisme, Jan Geerk

De route van Iseltwald naar Giessbach staat bekend als een van de mooiste wandelingen van de regio, langs de glinsterende Brienzersee. Je wandelt ruim 5 kilometer (zo’n anderhalf uur) langs de oever, door sprookjesachtige bergbossen naar een prachtig art-nouveauhotel met uitzicht op de Giessbachwatervallen. De route trap je af in het voormalige vissersdorp Iseltwald. Kijk niet gek op als je hier Aziaten enthousiast foto’s ziet maken van een steiger: door de populaire Zuid-Koreaanse Netflix-serie ‘Crash Landing on you’ is deze een ware trekpleister. 

Het eerste stuk loop je pal langs het water, om vervolgens het bos in te gaan over bospaden en tussen hoge rotsen door. Onderweg kun je op verschillende plekken een duik nemen in het turquoise meer. Een frisse welteverstaan, want het meeste water van de Brienzersee is afkomstig van gletsjers. Aan het einde van de wandeling mag je kiezen: een klim van 10 minuten te voet óf met de oudste kabelbaan van Europa naar Hotel Giessbach. Daar wacht je een uniek uitzicht op de Giessbachwatervallen. Ze stromen via veertien terrassen wel 500 meter naar beneden, zo de Brienzersee in. 

2. Canyoning bij de avonturenhoofdstad van Europa

Canyoning bij Interlaken © Zwitserland Toerisme, Outdoor Interlaken

Interlaken wordt ook wel ‘de avonturenhoofdstad van Europa’ genoemd. Hier moet je dus zijn als je houdt van kliffen beklimmen, abseilen door smalle kloven, klauteren langs gladde rotswanden en ziplinen langs een rivierbedding. De canyoningtochten in en rond Interlaken brengen je naar plekken die je zelf niet kunt bereiken.

Er zijn allerlei tochten met verschillende moeilijkheidsgraden, uiteraard onder begeleiding van een gids. Wordt canyoning voor jou de eerste keer? Maak je borst maar nat, want ook als beginner ervaar je alle onderdelen: klimmen, glijden, abseilen en duiken in diepe waterbassins. Gevorderden kiezen de canyoningtrip ‘Grimsel’ voor een echte adrenalineshot. Je abseilt dan 50 meter naar beneden in de spectaculaire kloof, om vervolgens van rotsen af te glijden, spannende sprongen te maken en te ziplinen. De moeilijkste canyoning-tocht vind je in de indrukwekkende kloof ‘Chli Schliere’: lange abseils, hoge sprongen en snelle glijbanen. Of je nu een beginner of gevorderde bent, en een halve of een hele dag in actie wil komen; mogelijkheden genoeg.

3. De 725 meter lange zomerrodelbaan op Alp Pfingstegg

Rodelend de berg af © Luftseilbahn Pfingstegg AG

Houd je van wat spanning en actie, waarbij je het zittend afkunt? Dan is rodelen een ideale activiteit. Stap in de kleine kabelbaan die je in vijf minuten van Grindelwald naar Alp Pfingstegg brengt. Achter het bergstation vind je een 725 meter lange rodelbaan. Klim in de ‘slee’ en laat je gaan voor een snelle rit over de metalen baan, door de kleurrijke alpenweiden en met een geweldig bergpanorama. Het is volkomen ongevaarlijk en de snelheid heb je zelf in de hand; met de hendels bepaal je je eigen tempo.

Liever de lucht in? Ook de Fly-Line vind je op deze berg. Je zweeft als een vogel door het bos, langs rotswanden en watergangen. Soms dicht bij de bomen en de grond, dan weer op 12 meter hoogte. De Pfingstegg Fly-Line begint direct onder het bergstation van de kabelbaan en verdwijnt meteen het bos in. Aan het einde brengt een lift je terug naar het beginpunt.

Sluit de dag af met een ‘Sky-diner’: in de avond veranderen de kabelbaan-cabines namelijk in zwevende gastronomische hutten met uitzicht op de omgeving. Het diner bestaat uit lokale specialiteiten, steengrill en een dessert. Wel van tevoren even reserveren.

4. Met de stoomtrein de berg op naar Brienzer Rothorn

De Brienz Rothorn Bahn © Zwitserland Toerisme, Interlaken Tourismus

De Brienz Rothorn Bahn uit 1892 is de laatst overgebleven tandradbaan waarover een ouderwetse stoomtrein de berg op rijdt. De spoorlijn werd destijds in zestien maanden gebouwd met zevenhonderd medewerkers. Vandaag de dag - van juni tot oktober - duwen kleine stoomlocomotieven de rode panoramawagens omhoog van de Brienzersee naar de Brienzer Rothorn. Een uur lang rijd je door weilanden en bossen steeds verder naar boven.

Vanaf het bergstation op 2244 meter hoogte is het nog een kleine wandeling naar de top. Daar op de Brienzer Rothorn heb je een indrukwekkend panorama van de Brienzersee en het Berner Oberland. Als het weer het toelaat, kijk je uit over 693 bergtoppen; van de Centraal-Zwitserse Alpen met de Pilatus, de Rigi en de Titlis tot de machtige vierduizenders van de Berner Alpen met de Eiger, Mönch en Jungfrau tot aan de Chasseral in de Jura. Maak vervolgens nog een wandeling of ga naar Berghaus Rothorn Kulm waar je met een van de lekkere gerechten extra van het uitzicht geniet.

Tip: koop van tevoren je tickets met gegarandeerde zitplaatsen, want de capaciteit is beperkt. Zeker op mooie zomerdagen zijn de plekken snel uitverkocht.

5.  Sibe Brünne: indrukwekkende waterval van zeven bronnen

Sibe Brünne © Lenk-Simmental Tourismus

In het Simmendal - bij Lenk in Berner Oberland - ligt een wel heel bijzondere waterval: Sibe Brünne. Zeven waterbronnen stromen over een breedte van 30 meter uit de spleten van de Rezliberg-Alp. De bron van de rivier Simme ontspringt hier uit de machtige kalkstenen muur, en wordt gevoed door smeltwater dat wegsijpelt van de gletsjer op 2700 meter hoogte tussen de bergen Wildstrubel en Rohrbachstein. In de zomer stroomt er per seconde tot wel 2800 liter via de zeven bronnen. De watermassa stort zich door de stenen, vormt verschillende watervallen en hult de omgeving in een waternevel.

Zien? Vanaf Restaurant Simmenfälle leidt een breed pad omhoog langs rivier de Simme, waarover je in ruim een uur naar de waterval loopt. Het is het meest veilig om het donderende water vanaf de Barbarabrücke-brug te bekijken. Boven op de brug voel je de spray in je gezicht en kun je de waterval bijna aanraken. De Simme stroomt vervolgens zo'n 50 kilometer door de Simmental-vallei naar Wimmis. Daar komt ze samen met de rivier de Kander, die uiteindelijk uitmondt in het Thunermeer.

6. Het St. Peterseiland waar Rousseau het gelukkigst was

Het St. Peterseiland © Zwitserland Toerisme, Tourismus Biel Seeland, Stefan Weber

Het St. Peterseiland ligt in het Meer van Biel waar het goed toeven is tussen het riet, de wijngaarden en op kleine (verborgen) zandstranden. Sinds een daling van de waterspiegel is het St. Peterseiland een schiereiland geworden. Daardoor kun je dit paradijs niet alleen per boot, maar vanuit Erlach ook te voet of met de fiets bereiken via de Heidenweg. Op het eiland wandel of trap je rond door de wijngaarden en kleine dorpjes, en pauzeer je in het bekroonde restaurant - en tevens hotel - St. Petersinsel. Vroeger was dit een klooster, gebouwd in 1127. 

In 1765 vluchtte filosoof, pedagoog, componist en botanicus Jean-Jacques Rousseau naar het St. Peterseiland, om te ontsnappen aan de geschillen die zijn geschriften hem hadden gebracht. Ook al was het een kort verblijf (zes weken), vlak voor zijn overlijden schreef hij: “Nergens voelde ik me zo intens gelukkig als op het St. Peterseiland midden in de Bielersee.” Rousseau woonde in het huis van de conciërge op het kloosterterrein. Tegenwoordig herinnert een monument aan deze beroemde bezoeker, en biedt de gemeente Erlach Rousseau-rondleidingen over het eiland aan.

7.  Rollend door ‘s werelds grootste stepparadijs 

Steppen op de VogelissiBerg © Zwitserland Toerisme, BAAG, Anja Zurbügg

Trottiland Adelboden is met 45 kilometer aan routes het grootste stepgebied ter wereld. 
Het ligt op de VogellisiBerg, de avonturenberg boven het bergdorp Adelboden. Een gondellift brengt je vanuit Adelboden naar boven. Eenmaal daar vind je talloze wandelmogelijkheden, gezellige restaurants en dus het populaire Trottiland. Met de step (trotti) rijd je hier motorloos en comfortabel de berg af. Je kunt er eentje huren bij een van de pick-up locaties: Sillerenbühl, Bergläger, Hahnenmoos en Geils. Helm op en ‘racen’ maar. Wel voorzichtig natuurlijk: de krachtige schijfremmen zorgen voor een veilige rit. 

Er zijn zeven verschillende routes om de VogellisiBerg te ontdekken. Van makkelijk tot moeilijk, van 3 tot 15 kilometer. Bergafwaarts geniet je van de hoge toppen om je heen. Stap onderweg af bij een terras voor een lokaal drankje, zoals Apfelschorle: appelsap met bruiswater. Vervolgens rol je weer verder langs alpenweiden en berghutten. Eindpunt van je route bereikt? Bergop lopen is niet nodig, want de lokale bus of kabelbaan brengt je snel naar het volgende startpunt.

Goed om te weten: kinderen moeten minimaal 8 jaar oud zijn, 125 centimeter lang en de remmen kunnen activeren.

8. Levendige straatfestivals in de oude binnenstad van Biel

First Friday © Zwitserland Toerisme, Lorenz Richard

Biel is de grootste stad van Zwitserland waar Duits én Frans de officiële taal is. De binnenstad is prachtig met haar Romeinse oorsprong. Ze heeft dan ook terecht de Wakkerprijs van de Zwitserse monumentenzorg gewonnen. Biel wordt ook wel de klokkenmetropool genoemd: het is de thuisbasis van onder andere Swatch, Rolex, Omega en Tissot. 

Al met al een mooi decor voor de vele straatfestivals die hier geregeld worden gehouden. Sowieso is het elke eerste vrijdag van de maand feest in de binnenstad: theaters, galeries en restaurants zorgen voor entertainment tot in de late uurtjes. Met concerten en DJ's bijvoorbeeld. Winkelen kan ook, want de kleine boetieks en winkels zijn dan open tot 22:00 uur.

Een ander leuk evenement is Pod’Ring met vijf dagen lang muziek, (kinder)theater, cabaret en dans. Met een divers programma voor alle generaties. De muzikanten komen uit alle hoeken van de wereld. Denk aan elektronische dansmuziek tot Afrobeat en akoestische rock. Ook Lakelive is een populair feest, met negen dagen (wederom) muziek, sport en cultuur aan het Meer van Biel. En dan zijn er ook nog de sportevenementen - zoals de Biel Run – die de stad nog meer tot leven brengen. De festivals trekken bezoekers uit heel Zwitserland en ver daarbuiten.

9. Surfen op de rivier midden in de stad Thun

De houten Untere Schleuse brug © Zwitserland Toerisme, Marc Luethi

Thun is een stad vol charme, met historische gebouwen aan het meer en met de indrukwekkende Berner Alpen op de achtergrond. Het kasteel op de Schlossberg zie je hoog boven de stad uittorenen. Ga er zeker even heen; is het niet voor de gerestaureerde ridderzaal uit de 12^de eeuw, dan wel het museum dat in de torenzalen is gevestigd. Daar zie je vondsten uit de afgelopen achthonderd jaar, die stuk voor stuk betrekking hebben op de regio en haar geschiedenis.

Thun staat ook wel bekend als de zomerhoofdstad van Zwitserland, met het meer (de Thunersee) voor de deur waar je kunt varen en zwemmen. Midden in de stad wordt er zelfs gesurft, bij de houten ‘Untere Schleuse’ brug. Deze is in 1724 gebouwd en reguleert nog altijd de waterstroom van de rivier Aare. De brug is al een bezienswaardigheid op zich, maar de surfers stelen de show. De kracht van de stroom water is zo groot, dat er golven ontstaan waar ze hun kunsten op vertonen.

10. Ontdek meer over de beroemde Tête de Moine kaas

Planken vol Tête de Moine kaas © Zwitserland Toerisme

Het dorp Bellelay staat bekend om haar beroemde Tête de Moine kaas. Deze romige, pittige kaas heeft een zachte textuur en een bruingele geribbelde korst. Het is niet de bedoeling dat je de kaas snijdt; met de in 1982 ontworpen girolle schraap je hem in de vorm van rozetten. Achter de kaasnaam zie je ‘AOP’ staan, dat is de beschermde oorsprongsbenaming die waarborgt dat de kwaliteitsproducten in het gebied van oorsprong geproduceerd, verwerkt en veredeld zijn. In dit geval dus in de Berner Jura.

Bij Maison de la Tête de Moine leer je hoe deze beroemde kaas wordt gemaakt. De ouderwetse kaasmakerij bewaart traditionele knowhow die meer dan achthonderd jaar teruggaat. Toen werd de kaas nog door de monniken gemaakt, die deze ook als betaalmiddel gebruikten. In dit interactieve museum vind je verder nog een collectie Girolles®, die in 1982 door Nicolas Crevoisier werd uitgevonden om perfecte rozetten van Tête de Moine AOP te maken. Aan het einde van je bezoek kun je de kazen proeven tijdens een proeverij. Ook is er een café en een winkel met lokale specialiteiten.

11.  Bekijk Europa’s grootste ondergrondse watervallen

De Trümmelbachwatervallen © Zwitserland Toerisme

De Trümmelbachwatervallen in de Lauterbrunnen Valley zijn niet voor niets Unesco Wereldnatuurerfgoed: ze zijn de grootste ondergrondse watervallen van Europa. En het mooie is, je kunt ze met eigen ogen zien. De tien gletsjerwatervallen in de berg zijn namelijk verlicht en toegankelijk gemaakt via een lift uit 1913. De verschillende loopbruggen, tunnels en platformen begeleiden je verder door de berg. 

Deze tien watervallen bestaan uit het smeltwater van gletsjers van de Eiger (3970 meter), Mönch (4099 meter) en van de Jungfrau (4158 meter). Het is een hels kabaal in de grotten, waarbij je elkaar amper verstaat; per seconde valt er zo’n 20.000 liter water naar beneden. Ook de vele rotsformaties zijn indrukwekkend, die door de grote druk van het water en erosie zijn ontstaan. De watervallen trekken jaarlijks 20.200 ton rotsafval met zich mee. 

De Trümmelbachwatervallen zijn van april tot november open. Tip: trek goede schoenen aan, want de trappen zijn op veel plekken steil en glad. 

12. Wandelen langs de beruchte Eiger-noordwand

Wandelpad langs de Eiger-noordwand © Zwitserland Toerisme, Alexandra Arendt

De 6 kilometer lange Eiger Trail is een van de meest beroemde wandelingen in de Alpen. In bijna twee uur loop je langs de indrukwekkende noordwand van de Eiger. Met zijn wandhoogte van ruim 1650 meter is het een van de gevaarlijkste bergwanden ter wereld. Hij heeft een enorme aantrekkingskracht op alpinisten; al van oudsher trekt-ie de beste klimmers van de wereld aan. Niet allemaal hebben ze de klim overleefd. Als je steeds dichter bij de noordwand komt, zul je zien dat deze ontzettend steil is. Neem een veldkijker met je mee, misschien zie je wel bergbeklimmers in actie.

De wandelroute begint bij het uitkijkpunt boven het Eigergletscher-station. Je loopt over alpenweiden en langs hellingen bezaaid met losse stenen. Onderweg heb je allerlei mooie uitzichten, niet alleen op de Eiger-noordwand maar ook zie je de blauwe Fallbodensee. Je komt zelfs langs een uitgesleten kloof en een waterval. Vervolgens zet je koers naar het berghuis en het Alpiglen-treinstation. Vanuit daar brengt de Wengerenalpbahn je weer terug naar het gletsjerdorp.

13.  Oeschinensee: een van de mooiste meren van Zwitserland

De Oeschinensee © Zwitserland Toerisme

De Oeschinensee wordt ook wel het blauwste meer van Zwitserland genoemd, omgeven door bergen met gletsjers. Het meer is Unesco Werelderfgoed en wordt gevoed door het gletsjerwater van de drieduizenders Blüemlisalp, Oeschinenhorn, Fründenhorn en Doldenhorn. Het meer is niet het enige dat je zal verrassen. Je ziet er watervallen van alle kanten naar beneden vallen. En op het strand kunnen zomaar wat koeien rondstruinen, vergezeld door hun Zwitserse koeienbellen.

Neem een duik in het (koude) water, huur een roeiboot of ga zitten om deze mooie plek rustig in je op te nemen. Wandelen kan uiteraard ook; er zijn verschillende routes. Wil je het meer van bovenaf zien, volg dan de Oeschinensee-Heuberg van 11 kilometer. Met afwisselend forse klimmen en makkelijke paden. Of blijf in de buurt en pak de eenvoudige route Wasserfallrunde Oeschinensee van zo’n 3 kilometer.

Hoe je er komt? Vanaf het dalstation Kandersteg ben je met de gondel in vijf minuten boven. Vanaf daar is het nog twintig minuten lopen naar de Oeschinensee.

14. Wijnfestivals aan het Meer van Biel

De wijngaarden aan het Meer van Biel © Zwitserland Toerisme

Aan het Meer van Biel springen de wijngaarden meteen in het oog. Ze liggen aan de zonnige kant. Dat de druiven zo goed groeien, is mede te danken aan het evenwichtige klimaat en dat de bodem erg kalkhoudend is. Op de 220 hectare wijngaarden staan verschillende wijnstoksoorten. Van oudsher witte wijnen, maar inmiddels ook steeds meer rode. De zestig wijnbouwers in dit gebied verbouwen onder andere Chardonnay, Pinoit noir en Chasselas. Ga er zeker langs, want de meeste familiebedrijven verkopen rechtstreeks vanuit de wijnkelders.

De herfst is het seizoen van de wijnfestivals, als het gebied helemaal in het teken staat van de druivenoogst. Feest mee in de wijndorpen en verras je smaakpapillen tijdens de proeverijen. Ook zijn er kraampjes met allerlei culinaire hoogstandjes. Bezoek tijdens het festival ook de leuke ambachtsmarkt Trüelete-Märit met lokale producten en bewonder een heuse wijnfontein. 

Vanaf de wijngaarden geniet je van het mooie uitzicht op het meer, St. Peterseiland en de Alpen. Van dichtbij zien? Er gaan verschillende boottochten over het Meer van Biel.

15. Wandelen langs het 'Zonnepad' in Meiringen

De Hasliberg © Zwitserland Toerisme, David Birri

Pak in Meiringen de gondel naar de Alpentoren, al is het alleen maar voor het geweldige plaatje. Boven op de Hasliberg op 2250 meter hoogte staat een restaurant met 360° graden uitzicht tot ver buiten het Berner Oberland en de Centraal-Zwitserse Alpen. Als je gaat tellen, kom je op 401 bergtoppen uit. Kijk je de ene kant op, dan zie je de Sustenhorn, Grimselregio en Finsteraarhorn. En aan de andere kant het Meer van Brienz, de Rothorn en in de verte de Jura. In de ochtend kun je bij het restaurant genieten van het beroemde ontbijtbuffet (van croissants tot spek in Zwitserse alpenkruiden), zodat je opgeladen aan je wandeling begint. Het panoramarestaurant is namelijk het startpunt van talrijke routes in het avonturengebied Meiringen-Hasliberg.

Vanaf hier begint ook de (relatief nieuwe) Zonneroute van ruim 5 kilometer, waar je ongeveer twee uur over doet. Je wandelt over alpenweiden en langs allerlei flora. Zijn de kinderen mee? Op de Kugelweg staan twaalf verrassende knikkerbanen, aangelegd door lokale houtbouwbedrijven. De wandeling duurt ongeveer een uur. Of langer, want de kinderen zijn vast niet bij de banen weg te slaan. De ballen koop je bij de kassa van de bergbaan. Het pad is helaas niet geschikt voor kinderwagens.

16. Stap op een van de langste wandelbruggen van Europa

De voetgangershangbrug Hostalde © Zwitserland Toerisme, Adelboden-Lenk-Kandersteg

Voor deze rondwandeling van zo’n 10 kilometer moet je geen last hebben van hoogtevrees: op een gegeven moment sta je voor een van de langste voetgangershangbruggen van Europa. Je start in het dorp Frutigen, waar de rivieren Engstligen en Kander samenvloeien. Bekijk de oude huizen en boerderijen, en loop naar de oevers van de Engstligen. Licht bergop volg je de loop van de rivier door het natuurgebied Engstligenauen. Na een uur is het zover, de hangbrug Hostalde ligt voor je voeten: 153 meter lang, 38 meter hoog. En hij slingert een beetje.

Aan de andere kant van de rivier – aan het einde van de brug - wacht de gezellige Hängebrügg-Beizli je op waar je iets kunt eten of drinken. Overigens kom je onderweg ook langs meerdere bankjes en barbecueplekken om te picknicken. De route gaat verder over het houtsculptuurpad op de helling boven de rivier, om vervolgens het oeverpad op te stappen met een mooi uitzicht op de Niesen en de Niederhorn. Uiteindelijk eindig je weer in Frutigen.

Goed om te weten: het oversteken van de brug kost CHF 1,00 per persoon als je niets nuttigt in de kroeg. Doe je dat wel, dan is de oversteek gratis. De Hangbrügg-Beizli is op maandag gesloten.