Zo gaan kinderen veilig naar school
Volwassenen geven het voorbeeld Als na de vakantie de scholen weer beginnen, nemen veel kinderen weer dagelijks deel aan het verkeer. Dat is na een rustige periode op de weg wennen in het verkeer. Niet alleen voor de kinderen, ook voor de mensen die zij onderweg tegenkomen en de ouders thuis. Voor sommigen voelt het onveilig. Maak er daarom een kans van: leer kinderen in het verkeer óver het verkeer.
Als volwassene nemen we vaak op de automatische piloot deel aan het verkeer. In tegenstelling tot kinderen, die tijd nodig hebben om de verkeersregels te leren, zowel in theorie als in de praktijk. Geef als volwassenen dan ook altijd het goede voorbeeld:
- Stoppen voor rood licht, hand uitsteken en verlichting aan zodra het donker wordt.
- Niet appen en geen muziek aan onderweg. De smartphone blijft onderweg in jas of tas (rij MONO).
Inschatten
Wat gaat die auto doen? Kan die automobilist mij zien? Hoe snel gaat die fiets, of is het een e-bike? Kan ik nog voor die bus langs? Als je je kinderen op de achterbank in de auto zet, missen ze al deze belangrijke verkeerslessen die niet in een boekje staan. Laat hen daarom lekker fietsen of lopen, kilometers maken. Alleen zo leren ze verkeerssituaties beter inschatten. Ook ontwikkelen ze op die manier hun reactievermogen en verkeersmotoriek; ze kunnen makkelijker een drempel of een bochtje nemen en beter reageren op een onverwachte situatie.
Wat kan je kind en wat kun jij het leren?
Wat een kind ‘kan’ in het verkeer, is afhankelijk van zijn leeftijd. Peuters en kleuters kunnen situaties nog niet goed inschatten. Bovendien kunnen ze onvoorspelbaar reageren omdat hun gedachten alle kanten op gaan. En dan zie je ze zó ineens de straat oversteken. In ons verkeerseducatieprogramma Streetwise bieden we verkeerslessen die passen bij de leeftijd en ontwikkelfase van kinderen.
Net op de basisschool
Oversteken, groen licht, hand uitsteken. Dankzij veel herhalen begrijpen kinderen van 4 tot 8 jaar wat er van hen verwacht wordt. Zelfstandig op pad gaan en beslissingen nemen is nog erg moeilijk. Daar hebben ze begeleiding bij nodig.
Doen
Zet de speelsheid van je kind in om z’n verkeersinzicht te vergroten. Stel zo nu en dan een quizvraag over wat je ziet onderweg. Die vrachtwagen piept: wat gaat hij doen? Een zebrapad: hoe weet je zeker dat die meneer in de auto je gezien heeft? En heel belangrijk: waarom mag je niet naast die vrachtwagen gaan fietsen? Leg uit wat ‘de dode hoek’ is en blijf dit herhalen en oefenen.
Middengroepers
Stoeien met vriendjes, een lief hondje aan de andere kant van de straat: kinderen van 8, 9 jaar kunnen de wereld om hen heen zomaar vergeten. Gevaar zien ze niet van tevoren aankomen. Een 9-jarige kijkt meestal recht voor zich uit, als door een tunnel. Daardoor heeft hij op belangrijke momenten geen goed beeld van het verkeer om zich heen.
Doen
Help je kind zichzelf aan te leren om altijd goed om zich heen te kijken. Ook achterom, als het wil afslaan. Blijf herhalen en oefenen, zodat het een tweede natuur wordt: eerst denken, dan pas doen.
10-plussers
Verkeersinzicht, motoriek: het is er wel, maar een kind vanaf een jaar of 10 is nog lang niet volledig ontwikkeld. Complexe situaties met meerdere verkeersdeelnemers zijn voor kinderen tot 12 jaar moeilijk of helemaal niet te overzien. Help je kind dan ook zelfstandig én veilig op weg in het drukke verkeer.
Doen
- Oefen de route naar school samen een paar keer. Eerst op een rustige dag. Gaat dat goed? Kies een rustig moment voor de eerste rit alleen naar huis – ’s middags is het meestal rustiger dan ’s ochtends.
- Zorg ervoor dat schoolspullen veilig mee kunnen in een rugzak of in een fietstas achterop. Beter niet in een mand aan het stuur, daar wordt de fiets instabiel van.
- Leg je kind uit waarom je nooit met z’n drieën naast elkaar moet fietsen: auto’s kunnen dan moeilijk inhalen.
- Laat je kind een fietshelm dragen voor extra veiligheid.
Naar de middelbare school
Tussen hun 12de en 14de gaan kinderen hun grenzen verkennen, ook in het verkeer. Ze worden groot, maar zijn nog niet volwassen. Ze nemen meer risico’s en overschatten vaak hun eigen vaardigheden. Met name jongens tussen de 10 en 14 jaar blijken de snelheid van naderende motorvoertuigen te laag in te schatten. Kinderen van 14 jaar en ouder zijn over het algemeen fietsvaardig.
Doen
- Houd de fiets in de gaten, is die veilig? Doet de verlichting het? Zijn de banden hard?
- Blijf regelmatig herhalen dat ze goed moeten uitkijken en dat het verkeer een gevaarlijke plek is.