Bierroute Ameland
Nederland, Friesland, Hollum
Uitwaaien op een van onze mooie Waddeneilanden, wie wil dat nou niet? Zeker als je er ook nog authentiek speciaalbier kunt krijgen. Deze bierwandeling start vlak bij de hoogste vuurtoren van de Waddeneilanden, net buiten het dorp Hollum. Hiervandaan wandel je naar het Noordzeestrand en dan verder door de duinen en langs venige velden, om aan het einde aan het Amelander cranberrybier te gaan.
N.B. Deze Bierroute komt uit Het grote Nederlandse bierwandelboek, uitgegeven door ANWB, met daarin nog 29 bierwandelingen in Nederland tussen 5 en 15 kilometer. Eerst nog een andere bierroute uitproberen? Probeer de Bierroute Giethoorn, Bierroute Den Bosch, Bierroute Maastricht, Bierroute Zierikzee en/of de Bierroute drie Egmonden
Tip: Wandel deze route via de gratis ANWB Eropuit app. Zoek de route in de app via de filters. Onderweg zie je op het kaartje waar je bent, zo kun je niet verdwalen.
Hond mee: op het Groene Strand bij Hollum en op het pad door de weilanden net vóór de brouwerij moet de hond aan de lijn.
Toegankelijkheid: deze route gaat deels over het strand en onverharde (zand)paden en is daardoor niet geschikt voor mindervaliden.
Paden: deze route voert voor 80% over onverharde paden.
Parkeren: Bij het pannenkoekhuis is voldoende parkeerruimte voor auto's en fietsen. Even verderop bij de Vuurtoren is ook parkeergelegenheid. Bij het pannenkoekhuis is ook een bushalte.
Per OV: neem Bus 1 richting Hollum en stap uit bij halte Vuurtoren/Roompot.
1. De route begint op Ameland bij de bushalte tegenover het pannenkoekenhuis, dichtbij de vuurtoren net buiten Hollum. Wandel vanaf bushalte Vuurtoren voor het pannenkoekenhuis langs RA het fiets- en voetpad in. Na 1,1 km ga je bij het laatste vakantiehuisje schuin LA het Herderpad in (N.B. bij extreme of aanhoudende regenval is het Herderspad bij de kruising met het Rietpad niet of nauwelijks begaanbaar. Een alternatief is het Rietpad naar rechts tot aan de Strandweg volgen). Volg het pad circa 850 m RD naar het strand. Loop het Groene Strand op en ga RA, in oostelijke richting. Let op: in het broedseizoen (15 maart - 15 augustus) mag je niet dicht langs de duinenrij lopen, loop dan wat dichter langs de zee.
2. Na pakweg 2,8 km lopen, afhankelijk van hoe breed je over het strand uitwaaiert, zie je rechts bij de duinrand strandpaviljoen Ballum. Verlaat hier het strand. Wandel langs het paviljoen het duin op en loop aan de andere kant naar beneden, over de strandweg. Ga na 200 m op de kruising LA via het voet- en fietspad. Rechts daarvan ligt duinvallei Bij ’t roaie hek.
3. Na bijna 500 m ga je bij het eerste kruising RD. Na nog eens 400 m bij de piclnickbank RA en door het klaphekje natuurgebied 'Roosduinen' in. Na bijna 250 m ga je LA via een karrenspoorpad, dat na ruim 300 m uitkomt bij de onverharde Ballumer Stuifdijk. Hier ga je RA. Volg deze stuifdijk RD tot je bijna bij de Verbindingsweg bent, de doorgaande weg tussen Nes, Ballum en Hollum.
4. Aan het einde van de Ballumer Stuifdijk wandel je zo’n 20 m vóór de Verbindingsweg links het wandelpaadje in, door het bos. Na zo’n 500 m komt het pad uit bij de Roosduinenweg. Ga hier RA naar de Verbindingsweg en ga links over het fietspad ca, 100 meter. Daar volg je het pad naar de BP Plas. Ga LA en volg de plas tot het tweede bankje om de hoek. Hier LA en meteen RA.
5. Na 200 m buigt het pad naar links en na 150 m weer naar rechts. 'Volg het pad tot je rechts het BP-dijkje kunt nemen, langs het rommelige terrein van hoveniersbedrijf Nagtegaal. Na 400 links het dijkje af en het wandelpad door de weilanden volgen. Aan het einde RA en de Smitteweg nog zo'n 50 m volgen. Net voorbij de Zuidergrieweg zie je links de boerderij en de loods van Amelander Bierbrouwerij. Je hebt het eindpunt bereikt.
Na afloop van je bezoek aan de brouwerij kun je naar bushalte Zwanewater langs de Verbindingsweg lopen, een afstand van 1,8 km. Je kunt er ook voor kiezen naar de bushalte in de Camminghastraat in Ballum te lopen, op 1,5 km van de brouwerij.
Vanaf het westen geteld is Ameland ons vierde Waddeneiland. Het eiland is geologisch gezien een jong lapje grond, gevormd door de golven van de Noordzee, de getijgeulen van de Waddenzee en opwaaiend zand. In de 17e eeuw bestond Ameland nog uit drie naast elkaar gelegen eilanden, gescheiden door twee slenken. Vanaf het begin van de 19e eeuw begon men op steeds grotere schaal helmgras aan te planten om de voortdurende zandverstuivingen tegen te gaan die verschillende dorpen hadden opgeslokt. Ook werden dijken aangelegd, zodat er een stabiel eiland ontstond. Rond 1900 plantte men bij Nes de eerste stukjes bos aan, wat zorgde voor een verdere conservering.
Nu ziet Ameland er in grote lijnen hetzelfde uit als de andere Waddeneilanden. Aan de Noordzeekant ligt een zanderige strandwal met door de wind opgewaaide duinen. Ten zuiden ervan zijn de vroegere kwelders ingedijkt tot vrij natte weidegebieden en hier en daar wat akkers. Hier vind je ook vier dorpen van het eiland: Hollum, Ballum, Nes en Buren. Aan de kant van de Waddenzee ligt buitendijks een gebied met kwelders en schorren, een biotoop waarin talrijke waad- en watervogels en plantensoorten als zeekraal, lamsoor, kweldergras, zilte rus en roodzwenkgras zich thuis voelen.
Op het oostelijke deel van het eiland liggen de natuurgebieden Het Oerd en De Hon. Dit is een waar vogelparadijs. Je treft er bijvoorbeeld een zilvermeeuwkolonie aan met duizenden broedparen, een lepelaarkolonie en een broedkolonie stormmeeuwen. Verder leven hier onder meer bruine en blauwe kiekendieven, kluten, wulpen, visdiefjes, sprinkhaanrietzangers en tapuiten.
Koning Willem III gaf in 1880 opdracht voor de bouw van het rood-witte lichtbaken. Het is een gietijzeren toren met vijftien verdiepingen en een hoogte van 55 m. Officieel heet het ding gewoon ‘de vuurtoren van Ameland’, maar soms duidt men hem ook wel aan met Bornrif, een verwijzing naar de zandplaat tussen Ameland en Terschelling waarop de toren uitkijkt. De lamp heeft een lichtsterkte van 4,4 miljoen candela; daarmee is het een van de sterkste vuurtorenlampen ter wereld. Tot 2005 had de kustwacht de vuurtoren in gebruik en zat er een vuurtorenwachter in, tegenwoordig gaat het allemaal automatisch en met camera’s. Voor bezoekers zijn er wisselende exposities en bovenin is de authentiek ingerichte werkkamer van de vroegere vuurtorenwachters te bekijken. Meer info.
Het Amelander strand steekt hier enorm ver de Noordzee in en is meer dan een kilometer op z’n breedst. Dit gedeelte heet het Groene Strand vanwege het feit dat er een groen waas van zeewier en zoutminnende vegetatie te zien is. Deze zogenaamde ‘zandhaak’ ontstond in de jaren negentig onder invloed van veranderende zeestromingen en heeft zich ontwikkeld tot een dynamisch natuurgebied met poelen en veel vogels.
De duinvallei rechts van het voet- en fietspad zit vol met lepeltjesheide, een heidesoort die cranberry’s produceert. Deze bessen bevatten veel vitamine C, mineralen en andere vitaminen en ze helpen goed tegen blaasontsteking. Men eet de bessen vers of gedroogd, er wordt cranberrysap van gemaakt en ze komen in de vorm van compote ook veel met Kerst op tafel. Het zijn eerlijk gezegd behoorlijk zure krengen, dus er moet wel suiker bij om het eet- of drinkbaar te maken. In het najaar plukt Antje Visser, de moeder van bierbrouwer Doeke Visser, hier de cranberry’s waarmee de Amelander Bierbrouwerij haar cranberrybier Bij ’t Roaie Hek maakt. De naam verwijst naar dit gebied, dat van oudsher bekendstaat als Bij ’t roaie hek.
Vanaf het zandpad kun je een kijkje nemen bij de BP Plas. De plas werd rond 1960 gegraven omdat men zand nodig had voor de versteviging van de duinen bij Nes. Naast de ontgraving stond een munitiedepot van oliemaatschappij BP, vandaar de naam. Na de ontmanteling van het depot en het vertrek van BP kreeg Staatsbosbeheer het terrein in beheer en ontstond er een klein natuurgebiedje. Het is nu onder meer leefgebied voor diverse soorten libellen en waterjuffers, zoals de vuurlibel, de zwervende heidelibel en de zeldzame sierlijke witsnuitlibel. Aan vogels kun je er onder meer de fitis, de rietgors, de kuifeend en de roodhalsfuut aantreffen.
Het verhaal van de eilandbrouwerij, ook bekend als Bierbrouwerij Ameland (amelanderbier.nl), lijkt op dat van veel andere speciaalbierbrouwerijen. Het begon met een hobbybrouwpakket en groeide uit tot een echte onderneming. Doeke en Eva Visser startten hun brouwerij in 2008 en zitten sinds 2009 in de familieboerderij Doekes hiëm, even ten zuidoosten van Ballum. Het Amelanderbier sloeg zo aan dat de flesjes en fusten vooral in de zomer niet meer aan te slepen waren. In 2020 heeft er daarom een flinke uitbreiding plaatsgevonden met een nieuwe loods en een brouwinstallatie, maar het grote proeflokaal in de andere schuur is hetzelfde gebleven. Je kunt er hapjes krijgen, authentiek Amelander bier proeven en de ‘beerwall of fame’ bestuderen, met meer dan 1400 bierflessen uit de hele wereld.
De brouwerij Ameland heeft acht vaste bieren in de collectie, waaronder Bütenbienke (een licht tarwebier), Skutehôn (een donker tarwebier), Barnstiën (een amberbier) en Goäden Verskiening (een tripel). Proef zeker ook Bij ’t Roaie Hek (6,5 %), een ongepasteuriseerd en ongefilterd streekbier dat met verse cranberry’s wordt gebrouwen. De bessen geven een frisse, fruitige en stevig-bittere smaak aan het bier en zorgen voor een robijnachtige kleur. Doekes moeder Antje plukt de cranberry’s al haar hele leven in de duinvalleien boven Ballum; veel Amelandser dan dit kun je het niet krijgen.
Ballum ligt iets meer dan 1 km buiten de route, maar moet je zeker een keer aandoen, bijvoorbeeld na een bezoek aan de brouwerij. De Camminghastraat, aan beide zijden begroeid met bomen, is de hoofdstraat van het dorp en leidt naar een kleine brink, eveneens omzoomd met bomen. De hervormde kerk heeft een vrijstaande toren, net als in Nes. Aan de noordwestzijde van het dorp ligt Ameland Airport, een vliegveldje voor noodtransporten en voor recreatieve activiteiten als rondvluchten en parachutespringen.
Hoewel Ballum met ongeveer 440 inwoners het kleinste dorp op Ameland is, staat hier wel het gemeentehuis van Ameland. Het bevindt zich op de plek waar vroeger het Camminghaslot stond, het kasteel van het adellijke geslacht Cammingha. Deze Cammingha’s hadden het geïsoleerde eiland vanaf 1429 in handen gekregen en waren behoorlijk feodaal ingesteld: ze bestuurden hun eiland op licht-despotische wijze. Eigenaren van katten moesten bijvoorbeeld de oren van hun huisdier afsnijden, zodat ze niet achter de konijnen aangingen. En wie van diefstal werd beschuldigd, moest bij zichzelf een oor afsnijden.
Eind 17e eeuw stierf de Amelandse tak van de Cammingha’s uit. In 1704 kocht Johan Willem Friso van Oranje-Nassau het eiland voor 170.000 gulden en zo kwam de erfheerlijkheid in bezit van het huis van Oranje. Maar de feodale bestuurswijze bleef. Pas in 1795 werden de heerlijkheidsrechten afgeschaft en in 1801 kwam Ameland bij het Departement Friesland van de Bataafse Republiek. Toch draagt koning Willem-Alexander nog altijd ‘vrijheer van Ameland’ als een van zijn vele titels.
De Oranjes gebruikten het kasteel van de Cammingha’s zelden en na de Franse tijd raakte het fors verwaarloosd. In 1828 ging het daarom tegen de vlakte en bleven er alleen wat funderingen en andere resten over, waaronder een monumentale grafsteen van de Heren van Ameland. Behoren ze nu definitief tot het feodale verleden? Misschien niet, want de gemeente Ameland heeft plannen om het huidige gemeentehuis af te breken, het vroegere kasteel te laten herbouwen en er een nieuw gemeentehuis in te vestigen.