Tips om autopech te voorkomen
De winter is weer in aantocht. Of je nu naar je werk gaat of op vakantie, het is belangrijk om je auto goed voor te bereiden. Zo kun je veel pechgevallen zelf voorkomen. Hier negen handige tips van onze experts.
9 tips van de Wegenwacht
Korte stukjes rijden is niet zo goed voor de accu en de motor. En veel stilstaan is ook niet goed voor je banden. Voor een auto met benzinemotor is wekelijks een ritje van 10 tot 20 kilometer voldoende om de motor plus de accu gezond te houden. En dan blijven je banden ook nog eens rond en het rubber soepel.
De lekke band staat op nummer twee van de pechgevallen top 10. Vaak ontstaan lekke banden door verouderde banden of verkeerde bandenspanning. Onjuiste spanning zorgt voor onregelmatige slijtage en luchtverlies. Dit kan tot 10% meer brandstofverbruik leiden. Ventieldopjes voorkomen oxidatie en langzaam leeglopen van de band. Je vindt hier meer informatie over bandenspanning.
Dat wil zeggen: laat nooit de koppeling erg langzaam opkomen of maar half opkomen. Daarvan slijt de koppelingsplaat zeer snel – dat is een dure reparatie. Je herkent een slippende koppeling door de stank die vrijkomt.
Hoe lang de koppeling meegaat, hangt af van het gebruik van de auto. Rijden in de stad, in de file of rijden in de bergen zorgt voor veel slijtage.
Veel onderdelen hebben regelmatig onderhoud nodig of moeten bij bepaalde kilometerstanden worden vervangen. Dit is om schade en pech te voorkomen, maar ook voor je eigen veiligheid. Je wilt niet meemaken dat je remmen ineens niet meer werken als gevolg van achterstallig onderhoud.
Olie, ruitensproeiervloeistof, koelvloeistof, remvloeistof: het is allemaal zelf te controleren. Kijk daarvoor in het instructieboekje. Lukt dit niet, maak dan geregeld een pitstop bij je autobedrijf. Hier vind je uitleg hoe je de vloeistoffen van je auto controleert.
Het dashboard heeft groene, oranje en rode waarschuwingslampjes. Deze kleuren hebben een betekenis. Groen betekent ‘alles oké’. Deze lampjes tonen dat iets werkt (verlichting, assistentiesystemen). Oranje betekent ‘oppassen’. Brandt zo’n lampje, bel je autobedrijf. Iets is niet goed, maar voorzichtig rijden kan mogelijk nog. Denk aan motorproblemen of lage vloeistoffen. Bij rood moet je direct stoppen op een veilige plek. Waarschuw dan je autobedrijf of de Wegenwacht.
Zo’n 35 keer per dag tankt iemand in Nederland de verkeerde brandstof. Wie er tijdens het tanken achter komt, kan de brandstof eruit laten halen. Ga je ermee rijden, dan is er kans op grote schade. De brandstofpomp kan het begeven, of het injectiesysteem dat de brandstof in het motorblok spuit.
Over tanken gesproken: rij je tank niet leeg. Zorg altijd voor minimaal een kwart volle tank. Hoe ouder een auto, hoe meer bezinksel zich ophoopt in een tank. Wanneer dit met het laatste beetje brandstof wordt meegezogen, raakt het filter verstopt en gaat de auto stotteren. Of geeft hij het helemaal op.
Je kent je eigen auto als geen ander. Als er ineens piepjes, kraakjes en rammeltjes te horen zijn, wees dan op je hoede. Het kan een mankement aankondigen. Probeer te ontdekken waar het geluid vandaan komt of ga ermee naar je garage. De Wegenwacht bellen voor advies kan natuurlijk ook altijd. Voorkomen is beter dan met pech stilstaan.