De mooiste natuur van Nieuw-Zeeland
De spectaculaire natuur van Nieuw-Zeeland, nergens heb je zo veel verschillen in klimaat en landschap. Van tropische stranden en regenwouden tot besneeuwde bergtoppen en gletsjers. Maar ook vulkanische gebieden, met spetterende modderpoelen en meren in alle kleuren van de regenboog. Dit zijn de mooiste natuurgebieden van Nieuw-Zeeland.
‘Kia Ora!’ Welkom in het land van de Maori’s. Gouden stranden, prachtige onderwaterwerelden, uitgestrekte bossen en vulkanische kraters: alle soorten landschappen komen hier bijeen. Wandel door velden omringd door besneeuwde bergtoppen, ontdek afgelegen eilanden of bezoek een van de heilige plekken van de Maori. Ontdek de mooiste natuur van Nieuw-Zeeland.
1. Schitterende baaien en verlaten stranden in Bay of Islands
Meer dan 150 eilanden, schitterende baaien en verlaten stranden vormen de Bay of Islands. Het milde klimaat, met een gemiddelde temperatuur van 16 graden, zorgt ervoor dat het hier nooit écht koud wordt. De mooiste manier om de eilanden en omliggende stranden te ontdekken is door een boot te huren in het dorpje Paihia.
Vaar naar het historische dorpje Russell, waar begin 19e eeuw de eerste walvisjagers aan land kwamen. Niet lang daarna volgden de Europese handelaren, op zoek naar walvisolie en ontstond de eerste zeehaven en hoofdstad van Nieuw-Zeeland. Door alle handel tussen de zeelui, in onder andere alcohol en wapens, kreeg Russell de bijnaam ‘Hellhole of the Pacific’. Russell verloor zijn titel en daarmee ook de zeelui in 1841 aan de stad Auckland. Vandaag de dag is Russell een rustig dorpje, waar alleen de historische zeemanshuizen uit het verleden zijn overgebleven.
2. Coromandel Peninsula: het paradijs voor goudzoekers
Het afgelegen schiereiland Coromandel is een van de meest geliefde vakantieplekken van de Nieuw-Zeelandse bevolking, juist omdat het zo afgelegen is. Het schiereiland, gelegen aan de noordkust van het Noordereiland, was ooit een paradijs voor goudzoekers. Toen er in 1853 door de Maori goud werd gevonden stroomden de gelukzoekers naar het schiereiland en ontstond er een ware gold rush.
Sinds 1988 is er nog maar een goudmijn open en is de rust wedergekeerd in Coromandel. Vandaag de dag is het bekend om een bijzonder fenomeen: Hot Water Beach. Het strand waar je binnen enkele minuten je eigen jacuzzi creëert. Wat je moet doen? Gewoon graven! Door de ligging aan de monding van de rivier de Tauwaiwe die wordt verwarmd door een thermische bron van maar liefst vijftien meter diep, komt er na een paar keer scheppen al warm water omhoog. Let op: je kan alleen tijdens eb een kuil graven, daarna komt het zeewater weer omhoog.
3. Het oudste zeereservaat van Nieuw-Zeeland: Goat Island
Europese zeelui noemde vroeger elk eiland zonder vers water: Goat Island. Een eiland zonder vers water leek de perfecte plek om geiten te laten grazen die weer dienden als voedsel voor gestrande zeelieden. Waarom weet niemand, maar in plaats van geiten waren er varkens op het eiland geplaatst. Tijdens vloed zijn deze varkens gaan zwemmen, gevlucht in de omliggende bossen en nooit meer teruggevonden. Om toch aan voedsel te komen werd er sindsdien in de wateren rondom Goat Island volop gevist en is het in 1975, om de vissen te beschermen, een zeereservaat geworden.
De beste manier om de onderwaterwereld van Goat Island te ontdekken, is met een van de begeleide snorkeltours. Zwem door het heldere water terwijl de drieband anemoonvissen (nemo’s) je tegemoet komen. Als je geluk hebt kom je een goat fish tegen, die heel toevallig twee stekeltjes onder zijn kin heeft, net als een sik van een geit.
4. Stomende kraters en gekleurde meren in Wai-o-Tapu
Net buiten de stad Rotorua, gelegen op het Noordereiland, ligt het geothermisch gebied Wai-o-Tapu. Door de ondergrondse activiteit is er in het hele gebied een altijd aanwezige zwavelgeur, te vergelijken met de geur van rotte eieren. Maar laat je dit niet afschrikken, de stomende kraters en gekleurde meren maken het meer dan goed. Bijvoorbeeld bij Devil’s Pool, waar de combinatie van zwavel en ijzersulfaat voor een haast buitenaardse felgroene kleur zorgt.
Een van de indrukwekkendste creaties van de natuur in Nieuw-Zeeland is bij uitstek Champagne Pool. Door een hydrothermale uitbarsting zevenhonderd jaar geleden ontstond deze 62 meter diepe kokende poel met een ondergrondse temperatuur van 230 graden. Terwijl je aan de oranje rand van het meer staat, snap je waar de naam Champagne Pool vandaan komt. Als bij champagne zie je bubbeltjes naar het oppervlakte borrelen, terwijl stoomwolken omhoog stuiven en de zwavellucht je tegemoetkomt.
5. Een heilige plek voor de Maori: Cape Reinga
Cape Reinga, een kaap in het noordwestelijke uiteinde van het schiereiland Aupouri. De Maori geloven dat Cape Reinga de plek is waar de zielen van overledenen terugkeren naar ‘Hawaiki’, het thuisland. Zij noemen de kaap ‘Te Rerenga Wairua’, letterlijk ‘de sprongplaats van de geesten.’ De geest keert terug door de zee in te springen vanuit een Pohutukawa-boom, een 20 meter hoge boom met kronkelige takken. Doordat de wortels van deze boom nog steeds onder de vuurtoren gelegen zijn, is de vuurtoren hét kenmerk van Cape Reinga.
Je loopt via kronkelweggetjes over de heuvels, terwijl je de woeste golven tegen de omliggende kliffen hoort slaan. Je ziet de herkenbare vuurtoren op de klif in zicht komen. Vanaf de vuurtoren heb je eindeloos uitzicht over de zee, waar de Tasmanzee en de Stille Oceaan elkaar ontmoeten. Zie hoe de stromingen tegen elkaar botsen en een scheidingslijn vol golven creëren.
6. Het kleinste nationale park van Nieuw-Zeeland: Abel Tasman
Met een omvang van 225 vierkante meter is het Abel Tasman National Park net iets groter dan Ameland. Het park is vernoemd naar de Nederlandse ontdekkingsreiziger Abel Tasman, die in 1642 als eerste voet aan wal zette in Nieuw-Zeeland. Tenminste, zo had het wat hem betreft in de geschiedenisboeken gestaan. In realiteit werd zijn ontdekking minder aangenaam: de Maori verdedigde het eiland en vier van Tasman’s bemanningsleden werden vermoord. Hij voer verder en zou uiteindelijk nooit meer aan land komen in Nieuw-Zeeland. Ruim een eeuw later lukte het de Engelse ontdekkingsreiziger James Cook wel om aan land te komen, een stuk minder aangedaan dan zijn voorganger.
Ontdek deze indrukwekkende bezienswaardigheid van Nieuw-Zeeland zelf tijdens een van de meerdaagse wandelroutes. Bijvoorbeeld de 60 kilometer lange Abel Tasman Coast Track waar je in drie à vier dagen – bepaal je eigen tempo – door dichtbegroeide bossen loopt en met het water tot je knieën schitterende baaien oversteekt.
7. De wolkenprikkende Mount Cook
Mount Cook, in het Maori ‘Aoraki’, is de hoogste berg van Nieuw-Zeeland. De baas van de Zuidelijke Alpen, die met een top van maar liefst 3724 meter hoog met kop en schouders boven de rest uitsteekt. Met 72 gletsjers is het gelijknamige nationale park het gehele jaar door een eeuwige deken van sneeuw en gletsjerijs. Helaas nemen hier – zoals bij gletsjers over de hele wereld – de gletsjers in grootte af als gevolg van klimaatverandering. Het is niet duidelijk hoelang de gletsjers in Mount Cook National Park nog te bewonderen zijn.
Tijdens een helikoptervlucht over Mount Cook National Park breng je letterlijk een bezoek aan de langste gletsjer van Nieuw-Zeeland. Je vliegt over de besneeuwde bergtoppen van de Zuidelijke Alpen en maakt een sneeuwlanding op de 29 kilometer lange Tasman-gletsjer. Terwijl je de sneeuw onder je schoenen hoort kraken en de ijzige wind op je wangen voelt, kijk je uit naar de wolkenprikkende Mount Cook.
8. Uit zee rijzende fjorden in Fiordland National Park
Wetenschappers beweren dat een vulkanische uitbarsting zo’n 200 miljoen jaar geleden, de majestueuze kalksteenrotsen van Fiordland National Park creëerde. Door meerdere ijstijden werd het landschap overgenomen door gletsjers en een dikke laag sneeuw. Toen het zo’n twintigduizend jaar geleden warmer werd, begon het ijs te smelten en zorgde de schurende werking van het smeltende ijs voor kloven, valleien en duizenden watervallen.
De enorme regenval (7 meter per jaar) maakt het een perfecte locatie voor plantensoorten die al miljoenen jaren geleden voorkwamen, zoals de zilveren varen. Een puntige varen die in het maanlicht zilver kleurt. De Maori gebruikten vroeger de zilveren reflectie van deze plant om de weg te vinden tijdens de jacht in de donkere bossen. Loop letterlijk in de voetsporen van de Maori met de vierdaagse Milford Track van 53,3 kilometer. Een wandeling waar je vanaf het Te Anau-meer zo het regenwoud in loopt over paden die de Maori duizenden jaren geleden creëerden.
9. De uitgestrekte velden en rust van Glenorchy
Waar het in Queenstown druk kan zijn, is Glenorchy precies het tegenovergestelde. Binnen een uur rijd je vanaf Queenstown via kronkelweggetjes langs het helderblauwe Lake Wakatipu naar Glenorchy. De route die ook wel bekend staat als ‘New Zealand's most scenic drive’. In Glenorchy slenter je door de smalle straatjes, waar de inwoners genieten van een flat white, een koffie gemaakt van espresso en gestoomde, schuimende melk, die de Nieuw-Zeelanders beweren uitgevonden te hebben.
Fan van Lord of the Rings? De omgeving van Glenorchy is bekend geworden door de vele Lord of the Rings-scènes die hier zijn opgenomen. Breng een bezoek aan het meer Lake Wakatipu omringd door majestueuze besneeuwde bergtoppen, de plek waar de scènes in ‘Middle Earth’ werden opgenomen. Voor even waan je je in de wereld van Hobbits en elfen en loop je door de velden waar de tovenaar Gandalf te paard galoppeerde.
10. Arthur’s Pass: adembenemende route
In Nieuw-Zeeland maakt het niet uit waar je rijdt, er zijn altijd prachtige uitzichten om je heen. Een route die er uitspringt is de Great Alpine Highway, die horizontaal door het Zuidereiland gaat en dwars door het nationale park Arthur’s Pass loopt. Het voordeel van de route zelf rijden, is dat je onderweg kan stoppen waar en wanneer je wil. In een dag rijd je dwars door de Nieuw-Zeelandse Alpen van de westkust naar de oostkust met rotsachtige schiereilanden en zandstranden.
Stop onderweg bij een van de mooiste bezienswaardigheden op de route: de Devils Punchbowl-waterval, die zijn naam te danken heeft aan de woeste kracht waarmee het water van de waterval naar beneden in een ravijn stort. Sta aan de rand van de waterval en zie met je eigen ogen het water in het ravijn storten terwijl je de waterspetters op je gezicht voelt en de mist als een deken op je valt.