De mooiste bezienswaardigheden van Suriname

Het land van Paramaribo en uitgestrekt tropisch regenwoud, waarvan het grootste deel nog onontdekt is door toeristen. Vol sporen van een koloniaal verleden, waar de bevolking nu trots haar eigen cultuur laat leven. Dit zijn de meest bijzondere bezienswaardigheden van Suriname.

Wat te doen in Suriname?

Suriname, gelegen in het noordoosten van Zuid-Amerika is waarschijnlijk vernoemd naar een inheems volk (Surinen) dat hier leefde toen de eerste Europeanen in de zestiende eeuw aan land kwamen. Alles herinnert hier aan het Nederlandse koloniale verleden. Van Nederlandse straatnamen in Paramaribo tot de oude plantages in het Commewijne district. Ontdek de ongerepte wildernis van het land, de rode ibis in Bigi Pan, brullende apen diep in de jungle en schildpadden op het strand van Galibi. Dit zijn de meest bijzondere bezienswaardigheden van Suriname.

1. Varen door het ‘verdronken woud’ in het Brokopondomeer

Een van de belangrijkste bezienswaardigheden van Suriname is het Brokopondo stuwmeer. Om energie op te wekken liet de Surinaamse overheid in 1964 een groot deel van het Brokopondo-district onder water zetten. Om geld te besparen werd het stuk oerwoud in het gebied niet eerst gekapt. Dit resulteerde in een stuwmeer met een oppervlakte van 135.000 hectare, ongeveer ter grootte van de provincie Utrecht, waar de dode boomtoppen nog altijd boven het water uitsteken.

Vaar met een boot of kano over het donkerblauwe water van het Brokopondo-stuwmeer, zigzaggend langs de afgestorven toppen van het oerwoud en om de voormalige heuveltoppen heen – nu kleine eilanden met af en toe een resort. Een mysterieus gevoel bekruipt je hier, waarbij je je afvraagt of er een verborgen wereld onder het water ligt.

2. De houten parel Sint Petrus- en Pauluskathedraal

Paramaribo is de hoofdstad en de enige echte stad van Suriname, waar bijna de helft van de bevolking woont. De stad, in zijn geheel Unesco-werelderfgoed, wordt gekenmerkt door vrijstaande villa’s, schaduwrijke lanen en bruisende plekken zoals de Centrale Markt, met kleurrijke stalletjes vol groente, fruit en kruiden.

Een parel van Paramaribo is de Sint Petrus- en Pauluskathedraal, een van de twee grootste houten kathedralen van Zuid-Amerika. De kathedraal werd gebouwd tussen 1833 en 1885, een tijd waarin er nog geen steenfabrieken waren in Suriname. Met een overvloed aan hout uit het oerwoud werd gekozen voor cederhout en Surinaams groenhart, een duurzame en harde houtsoort. Stap de gele en blauwgrijze kathedraal binnen en de harsige en kruidige geur van het cederhout komt je tegemoet. Bewonder het interieur van roodbruin ceder, versierd met houtsnijwerk gemaakt door vrije creoolse houtwerkers. De priesters wilden op deze manier een aantrekkelijke plek maken voor de groeiende gemeenschap van bevrijde slaven.

3. Vogels spotten in de mangroves en moerassen van Bigi Pan

Bigi Pan, wat Groot Meer betekent, is een meer en natuurgebied van 130.000 hectare aan de westkust van Suriname. Het gebied wordt gekenmerkt door kreken, mangroves en moerassen, die een rijke voedselbron vormen voor ongeveer 120 verschillende vogelsoorten. Miljoenen vogels vluchten elk jaar uit het koude noorden om hier te komen overwinteren. Stap in een kano en vaar door het brakke water. Onder je zwemmen krabben, snoeken, garnalen, tilapias en zelfs kaaimannen.

Een van de bekendste en misschien wel de mooiste vogel is de rode ibis. Met zijn lange en kromme snavel graaft de ibis zijn weg in de modder, op zoek naar krabben, mosselen en insecten. Ook rode garnaaltjes staan vaak op het menu. Zij geven de ibis zijn rode kleur. De vogels leven in kolonies, dus met een beetje geluk zie je de lucht rood kleuren wanneer de vogels het luchtruim kiezen.

4. Restanten uit de koloniale tijd in het Commewijne district

De geschiedenis van Suriname is grotendeels getekend door slavernij. Eerst door de Britten die in 1630 als eerste Europeanen in Suriname aankwamen. Ze koloniseerden het gebied en begonnen tabaksplantages, die door de lokale bewoners onder dwang werden bewerkt. Vanaf 1667 kwamen de Nederlanders aan de macht die honderdduizenden Afrikanen tot slaaf maakten en naar Nederlandse koloniën, waaronder Suriname, transporteerden. Aangekomen moesten ze zwaar werk verrichten op koffie-, suiker- en katoenplantages. Pas in 1863 werd slavernij in Suriname en op de Antillen afgeschaft.

Deze donkere periode heeft een gigantische impact op Suriname gehad. De restanten van dit koloniale verleden zijn te zien in het Commewijne district, een van de oudste districten van Suriname. Bezoek aan de oever van de rivier de Commewijne de oude koffieplantage Frederiksdorp met gerenoveerde woningen van de oud-eigenaren. En ontdek de restanten van de voormalige suikerfabriek Mariënburg en de oude plantages Katwijk, Spieringshoek en Wederzorg.

5. Stroomversnellingen, jungle en de Marron: Danpaati

De jungle van Suriname, waarin de Danpaati-lodge ligt, is onderdeel van het enorme Amazonegebied. Verlaat in een korjaal, een lange houten boot, de bewoonde wereld en vaar diep het ongerepte woud in. Speelse apen slingeren met je mee en kaaimannen liggen op de loer. Papegaaien suizen laag over het water en een luiaard beweegt zich kalmpjes door de bomen. Bomen die overwoekerd zijn met varens, orchideeën en bromelia’s.

Danpaati betekent in het Saramaccaans – een van de creoolse talen van Suriname – letterlijk ‘eiland bij Dan’, het dorpje aan de overkant van de rivier dat ‘stroomversnelling’ betekent. Het water van de rivier stroomt met hoge snelheid over en door de granieten rotsen heen, waardoor er plaatselijke ‘sula's’ ontstaan: delen van de rivier, waar het water veel harder stroomt. Maak in het dorpje kennis met de lokale Marron-bevolking, afstammelingen van gevluchte plantageslaven, die leven van de natuur. Zo gebruiken ze planten, vruchten en kruiden als voedsel, medicijnen, dakbedekking en vlechtmateriaal en maken ze van hardhout huizen en korjalen.

6. Slapen naast reuzenschildpadden op Galibi

De kustlijn van Suriname bestaat voornamelijk uit mangrovebossen met modder en zompige kleigrond. Toch vind je er ook paradijselijke stranden zoals die van het natuurreservaat Galibi met palmbomen en kleine strandhuisjes. Hier vindt tussen februari en augustus een fascinerend schouwspel plaats. Na een lange reis vanuit Afrika, komen hier verschillende soorten reuzenschildpadden aan land om hun eieren te leggen.

In hun mysterieuze trance merken deze giganten, die twee meter kunnen worden, niets van de aanwezigheid van mensen, waardoor je de schildpadden van dichtbij kunt bewonderen. Kom echter niet te dichtbij, raak ze niet aan en gebruik geen zaklamp of flits – ze schrikken van wit/geel licht. De kans bestaat dat je een van de gelukkigen bent die pasgeboren schildpadjes uit het zand ziet kruipen die zich richting de zee begeven. Je overnacht in Galibi letterlijk tussen de schildpadden op het strand. Waar in de ochtend de flippersporen in het zand stille getuigen zijn van hun nachtelijke activiteiten.