Bierroute Maastricht
Nederland, Limburg, Maastricht
Deze wandeling door de hoofdstad van Limburg leidt langs middeleeuwse stadswallen en sfeerrijke buurten en gaat uiteraard ook over het Vrijthof, het mooiste stadsplein van de provincie. Je krijgt het een en ander mee van de rijke katholieke geschiedenis en maakt kennis met de moderne architectuur van de wijk Céramique. Vanzelfsprekend komt er ook voldoende bier aan de orde, bijvoorbeeld in de voormalige stoombrouwerij in Wyck en bij de stadsbrouwerij die het befaamde Maltezerbier heeft geherintroduceerd.
N.B. Deze Bierroute komt uit Het grote Nederlandse bierwandelboek, uitgegeven door ANWB, met daarin nog 29 bierwandelingen in Nederland tussen 5 en 15 kilometer. Eerst nog een andere bierroute uitproberen? Probeer de Bierroute Giethoorn, Bierroute Den Bosch, Bierroute Ameland, Bierroute Zierikzee en/of de Bierroute drie Egmonden
Tip: Wandel deze route via de gratis ANWB Eropuit app. Zoek de route in de app via de filters. Onderweg zie je op het kaartje waar je bent, zo kun je niet verdwalen.
Hond mee: tijdens deze route zijn honden aangelijnd toegestaan.
Toegankelijkheid: Op diverse plekken in de route is het wegdek door kinderkopjes erg oncomfortabel voor minder validen. Bovendien zijn er een paar obstakels waarvoor een omweg moet worden genomen. Bij punt 2: de Hoge Brug is met liften uitgerust, maar aan de overzijde van de Maas moet dan nog de Maasboulevard worden overgestoken (zebra) en moet je met een omweggetje weer terug naar de route. Bij punt 5. In plaats van de trappen links van de sint Servaasbasiliek, kun je aan de rechterzijde de weg vervolgen naar/langs het Spaans Gouvernement. Bij punt 6: je kunt i.p.v de Sint Servaasbrug de Wilhelminabrug nemen, maar dat kost je gauw een paar honderd meter extra.
Paden: 10% onverhard, verder verhard (tegel, asfalt), wandelpaden door het stadspark zijn breder dan 1.50 m.
1. Loop vanaf het Station Maastricht over het plein RD de Stationsstraat in. Steek na 200 meter de drukke Wilhelminasingel over en blijf RD lopen. Voorbij de kruising met de Lage Barakken verandert de naam in Wycker Brugstraat. Ga bij de eerstvolgende kruising LA de Wyckergrachtstraat in, onderdeel van de wijk Wyck. Na ruim 100 m passeer je net voorbij de kruising met de Bourgognestraat de vroegere Stoombierbrouwerij De Keyzer op nummer 26, nu een museum. Na 120 m wandel je bij de kruising met de Hoogbrugstraat RD over de Ruiterij. Het loopt hier lichtjes omhoog naar het grote Plein 1992, gelegen in de nieuwe architectuurbuurt Céramique.
2. Loop het plein op en ga rechts via de trap de Hoge Brug op (of neem de lift op 30 m afstand van de trap). Steek de Maas en de Maasboulevard over. Loop aan het einde van de brug schuin links naar de Helpoort, het gebouw met de twee torens met puntdak. Loop langs de Helpoort (rechts) en het voormalige Pesthuys (links) door en vervolg je weg naar links, het bakstenen bruggetje over. Na het bruggetje volg je het voetpad naar rechts, Faliezusterspark. Aan het einde ga je LA naar de Begijnenstraat en dan RA het park uit. Aan het einde ga je LA de Sint Pieterstraat in. Tussen huisnummers 29 en 31 kun je naar de Leeuwenmolen.
3. Einde Sint Pieterstraat (bij bordje Henri Heimanspark) LA. Je steekt de Jeker over en gaat direct RA het voetpad op door het Tapijn (zie ook het lage informatiebord. Loop langs de volière en het hertenkamp aan je linkerhand. Je passeert een “batpole”, een zwarte paal van 5 meter, waar vleermuizen huizen en gaat het voetpad het water over (je loopt dus NIET door naar de Tapijntuin). Voorbij de gebouwen van de vroegere Tapijnkazerne gaat de Jeker de hoek om LA en gaat het voetpad het water over. Je loopt het Aldenhofpark binnen, met aan de rechterkant een houtsculptuur van een uil en even verder links de Berenkuil.
4. Sla ter hoogte van de Berenkuil RA, langs het laatste stuk middeleeuwse stadsmuur. Even verder passeer je een beeld van de Franse edelman D’Artagnan. Volg het pad tot het einde en sla RA de Tongersestraat in. Na ruim 120 m ga je LA de Abtstraat in. Loop de Abtstraat uit tot het einde en ga RA en direct LA over de Kruisherengang. Rechts ligt het Kruisherenklooster, nu een chic hotel. Ga voorbij de hoofdingang van het hotel RA. Sla aan het einde LA en loop door de Kommel. Aan het einde buigt de weg naar rechts de Brusselsestraat in, even verder hou je rechts aan via de Oude Tweeberger Poort. Na enkele tientallen meters ga je RA over het Keizer Karelplein (let op: dit is geen echt plein), je wandelt ri. plaquette oorlogsslachtoffers 40-45 rechts langs de Schatkamer en de Sint-Servaasbasiliek aan je linkerhand.
5. Ga door de poort onder de bogen en dan aan de andere kant van de basiliek LA de trappen af van het Henric van Veldekenplein. Loop door Het Vagevuur, de straat tussen de Sint-Servaasbasiliek en de Sint-Janskerk. Aan het einde beland je op het roemruchte Vrijthof. Tip: Vanaf de noordoostzijde van het Vrijthof zou je verder kunnen wandelen door het winkelgebied Grote Staat, Kleine Staat en Maastrichtse Brugstraat. Deze wandelroute gaat echter vanaf de zuidoosthoek van het Vrijthof verder over de Bredestraat langs het roodgepleisterde Spaanse Gouvernement.
6. In de bocht naar rechts loop je RD en houd je de voormalige Jezuïetenkerk aan je linkerhand. Na ruim 250 m komt de Bredestraat uit bij het Onze Lieve Vrouweplein. Ga RA en dan langs de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek. Volg de weg LA om de basiliek heen en ga aan de achterzijde LA de Stokstraat in. Volg de straat steeds RD. Ga voorbij de kruising met de Maastrichter Smedenstraat RD, via de Kleine Stokstraat en de passage. Ga op de Maastrichter Brugstraat naar rechts en wandel over de Sint Servaasbrug. Aan de overzijde ga je direct naar links de Oeverwal op. Na 50 m is aan je rechterhand, op de hoek van de Wijcker Heidestrat de brasserie van Stadsbrouwerij Maastricht, het eindpunt van deze wandeling.
Voor de route naar het station wandel je vanaf de brouwerij terug ri. de Sint Servaasbrug. Bij de brug ga je LA: je volgt de Wycker Brugstraat en later de Stationsstraat RD tot aan het station.
Het startpunt van de wandeling, Station Maastricht, is op zichzelf al een bezienswaardigheid. Het bakstenen rijksmonument uit 1915 heeft een architectuur die doet denken aan Berlage. Boven de entree kijken twee granieten leeuwen met het stadswapen in de poot uitdagend de wereld in. In de kroonlijst onder het dak zijn tegels met de wapens van de toenmalige elf Nederlandse provincies te zien. Kijk vóórdat je de stationshal uitloopt ook even omhoog naar de fraaie glas-in-loodramen uit 1949. De vensters waren een geschenk van de 23 Limburgse gemeenten langs de spoortrajecten Maastricht-Weert en Maastricht-Heerlen. Ze symboliseren de elf provincies en bevatten de gemeentewapens van de 23 gemeenten.
Eenmaal buiten kom je in een van de oudste steden van Nederland. Rond het jaar 10 v.Chr. legden de Romeinen een belangrijke heirbaan aan tussen Keulen en het Belgisch-Limburgse Tongeren, later de Via Belgica genoemd. Rond de brug over de Maas ontstond een nederzetting, die in de middeleeuwen uitgroeide tot een welvarende stad en tevens een belangrijk religieus centrum en pelgrimsoord. Vanaf de 19e eeuw kwam er veel industrie op, bijvoorbeeld de fabricage van aardewerk en porselein. Dit alles heeft veel sporen nagelaten en een fikse berg vermeldingen op de monumentenlijst opgeleverd.
Wyck is een van de twee op de oostelijke Maasoever gelegen oude wijken van Maastricht, ingeklemd tussen de Maas en het spoor. Al vanaf de Romeinse tijd lag hier een nederzetting. In de 1e eeuw n.Chr. werd deze via de Romeinse brug verbonden met de Romeinse nederzetting op de westelijke Maasoever. In de middeleeuwen bouwde men er kerken, kloosters, huizen en vestingwerken, en in 1284 kwam de Sint Servaasbrug gereed.
In 1867 verloor Maastricht de status van vestingstad en werden veel vestingwerken gesloopt, ook in Wyck. Daarna verrees hier de Stationsbuurt, vooral bedoeld voor welgestelde Maastrichtenaren. In de loop van de 20e eeuw begon de wijk wat in verval te raken, maar een revitaliseringsproces heeft zichtbaar succes gehad: Wyck is een leuk en beslist leefbaar gebied geworden, mede doordat op het voormalige fabrieksterrein van de aardewerkfabriek Société Céramique de architectuurbuurt Céramique is verrezen.
In Wyck kun je de eerste Limburgse vlaaien al ontwaren, bijvoorbeeld in de Wycker Brugstraat op nr. 13 bij de bijna een eeuw oude Patisserie Royale. Iedereen heeft natuurlijk zijn eigen favoriete vlaaiensoort en idem bakker, maar voor schrijver dezes steekt de goddelijke kruisbessenschuimvlaai ‘kroonsele mèt sjoem’ van patisserie Peter Lemmens er toch wel bovenuit (peterlemmens.nl). Dubbel en dwars een omweg waard, zouden ze bij Michelin zeggen.
De familiebrouwerij van de familie Bosch functioneerde van 1758 tot 1970. Na de dood van eigenaar Paul Bosch in 2008 gingen de brouwerij en de brouwerswoning naar de Stichting Stoombierbrouwerij De Keyzer N.A. Bosch. Deze stichting heeft er een museum van gemaakt, want hoewel de brouwerij al een halve eeuw niet meer actief is, zijn de brouwinstallaties nog geheel intact. De stoommachine, de flessenspoelmachine en de lagertanks staan zelfs nog steeds op dezelfde plek. Je kunt in het vijf etages tellende museum rondleidingen krijgen door de mouterij, langs de brouwinstallaties en door de brouwerswoning, zodat je kunt zien hoe er een eeuw geleden bier werd gebrouwen en hoe de ‘Grand Chique de Maestricht’ woonde. In het museum is ook een gelagkamer waar men bier van Bosch schenkt. Dat bier wordt op basis van oude recepten als Bosch Bier elders gebrouwen en heeft namen als l’Empereur de Maestricht en Saison de Maestricht. Meer informatie en openingstijden. brouwerijbosch.nl.
Deze wijk is genoemd naar de aardewerkfabriek Société Céramique, die in 1958 de deuren sloot. Rond 1980 raakte het gebied in verval. Daarom werd eind jaren tachtig gestart met een langjarig herontwikkelingsplan, naar een masterplan van architect en later rijksbouwmeester Jo Coenen. Er werden architecten en ontwerpbureaus van naam en faam aangetrokken voor de bouw van appartementen- en kantoorgebouwen, zoals Herman Herzberger, Cruz Y Ortiz, Bruno Albert, Wiel Arets, Álvaro Siza en Luigi Snozzi. Coenen zelf tekende onder meer voor het Centre Céramique, het culturele centrum met bibliotheek en expositieruimtes aan de oostkant van Plein 1992. Verder zuidwaarts ontwierp de Italiaan Aldo Rossi het nieuwe Bonnefantenmuseum voor middeleeuwse en hedendaagse kunst, met zijn opmerkelijke toren die eruitziet als een enorme zetpil die door een cirkelvormige opening heen lijkt te gaan.
De Helpoort, vroeger ook wel Jekerpoort, Kruittorenpoort of De Twee Torens genoemd, was een stadspoort in de eerste middeleeuwse stadsmuur van Maastricht. De poort dateert uit circa 1230 en is daarmee de oudste nog bestaande stadspoort van Nederland. Halverwege de 14e eeuw breidde de stad zich uit en kwam er een tweede verdedigingsring tot stand met nieuwe stadspoorten. De meeste oude poorten verloren hun functie, maar dat gold aanvankelijk niet voor de Helpoort. Aan deze zuidwestkant van de stad kon geen uitbreiding plaatsvinden, aangezien aan de overzijde van de rivier de Jeker het grondgebied van het bisdom Luik begon. Eind 15e eeuw kwam die uitbreiding er alsnog en kwam de poort binnen de stadsomwalling te liggen. Vanaf de 17e tot ongeveer halverwege de 19e eeuw werd het poortgebouw gebruikt als kruithuis, daarna fungeerde het onder meer als woning en atelier.
Een doorgang naast Sint-Pieterstraat 31 leidt naar het grote waterrad van de Leeuwenmolen. Deze watermolen uit 1694 was de grootste graan- en looimolen op de oevers van de Jeker. Tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw functioneerde het maalbedrijf. Vooral in 1944 maakte de molenaar overuren, want de molen had een groot aandeel in de voedselvoorziening van de stad.
Het is nauwelijks voor te stellen, maar in het ronde verblijf in het Aldenhofpark liepen vanaf 1970 bruine beren rond. In 1993 vertrok de laatste beer naar Ouwehands Dierenpark, acht jaar later werd de berenkuil herschapen in een kunstwerk voor uitgestorven dieren.
Wat doet de hoofdpersoon uit het boek De Drie Musketiers van Alexandre Dumas in Maastricht? Sneuvelen, is het simpele antwoord. De échte graaf van Artagnan, die eigenlijk Charles de Batz de Castelmore heette, leidde in 1673 als gardeofficier van Lodewijk XIV de belegering van Maastricht, nadat de Fransen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden de oorlog hadden verklaard. Toen de Franse musketiers de stad bestormden, kwam de graaf bij de Tongersepoort om het leven door een musketkogel die zijn keel doorboorde. Op de plek waar hij om het leven kwam, staat nu het standbeeld van D’Artagnan.
Het chique Kruisherenhotel is gevestigd in het voormalige Kruisherenklooster. Het klooster van de Orde van het Heilig Kruis, ook bekend als Reguliere Kanunniken van het Heilig Kruis of simpelweg de Kruisheren, kwam tot stand in de 15e eeuw. Het complex omvatte een kloosterkerk en vier kloostervleugels rondom een kloosterhof. Eind 18e eeuw werd de kloosterorde ontbonden en kreeg het klooster een militaire bestemming. Het raakte steeds meer in verval, totdat begin 20e eeuw restauratie volgde. Sinds het begin van het nieuwe millennium heeft het geheel een hotelbestemming gekregen. In de noordelijke façade aan de Kommel is een opvallende hoofdentree aangebracht, een grote blinkende koperen sluis die een beetje het gevoel geeft alsof je door een brouwketel naar binnen loopt.
Op het bescheiden Keizer Karelplein ontdek je een fontein en een beeld van Sint-Servaas, de ingang van de Tuin der Barmhartigheid op het Maternushof en het Noordportaal van de Sint-Servaasbasiliek. Via dit Noordportaal kun je naar museale Schatkamer van de basiliek. Tot de uitgebreide collectie kerkelijke blingbling behoren onder meer de rijk versierde reliekschrijn van Sint-Servaas, het borstkruis van de heilige, zijn 9e-eeuwse reisstaf, zijn drinknap van Romeins millifioriglas en de Thomasarm, een 71 cm hoge zilveren reliekhouder waarin zich een armbot van de apostel Thomas zou bevinden.
De Sint-Servaasbasiliek is niet zomaar een kerk. Historici beschouwen haar als de oudste nog bestaande kerk van Nederland, mogelijk gebouwd op het graf van Sint-Servaas, de patroonheilige van Maastricht. Het gebedshuis begon zijn bestaan ergens in de allervroegste middeleeuwen, rond de 4e of 5e eeuw n.Chr., als grafkapel op de plek waar Sint-Servaas was gestorven, op een kruisworp afstand van de Romeinse Via Belgica. De sint kwam vermoedelijk uit Armenië om de heidense inwoners van de Lage Landen een christelijk lesje te leren. Vast staat in ieder geval dat hij de eerste, historisch verifieerbare bisschop in de Nederlanden was. Zijn grafkapel groeide al snel uit tot bedevaartsoord. De kapel werd in de 6e eeuw vervangen door een eenvoudig kerkje, dat steeds verder werd uitgebreid. Vanaf de 13e tot en met de 18e eeuw kregen kerk en bijbehorende kloostercomplex hun grotendeels gotische uiterlijk, met hier en daar een barok toefje slagroom op de taart. Het geheel werd eind 19e eeuw ingrijpend gerestaureerd door de Limburgse architect Pierre Cuypers, onder meer bekend van het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam.
De Sint-Janskerk – herkenbaar aan de bloedrode toren - verrees omstreeks 1200 als een van de vier parochiekerken van Maastricht, gewijd aan Johannes de Doper a.k.a. Sint-Jan. Hierdoor werd de Sint-Servaaskerk ontlast en kon deze uitsluitend als kapittel- en bedevaartkerk gaan functioneren. De oorspronkelijke toren van de Sint-Janskerk stortte in 1366 in en werd ruim een eeuw later vervangen door het huidige exemplaar. Na de Beeldenstorm en de Reformatie kwam de kerk in handen van de Nederduits Gereformeerde Kerk. Sindsdien is het een protestante kerk gebleven, zodat er in het hart van Maastricht twee geloven gebroederlijk aan één plein te vinden zijn, slechts gescheiden door een straatje met de naam Het Vagevuur.
Het iconische Vrijthof is het epicentrum van het sociale en culturele leven van Maastricht. De terrassen van de cafés aan de oostzijde zitten ’s zomers vol met levensgenieters, zoals het terras van In Den Ouden Vogelstruys, het oudste café van de stad. In augustus vindt op het plein het jaarlijkse Preuvenemint plaats, het grootste foodfestival van Nederland, en elke zomer voert André Rieu hier zijn populair-klassieke Vrijthofconcerten op met zijn Johann Strauß Orchestra. En, last but not least, tijdens ‘vastelaovend’ is het Vrijthof het middelpunt van het Maastrichtse straatcarnaval. Op carnavalszondag wordt het feest hier met een kanon 'ingeschoten' en hijst men een mascotte omhoog, ’t Mooswief. Drie dagen later wordt het carnaval weer beëindigd met het naar beneden halen van de pop.
Rond het Vrijthof staan voorts maar liefst 38 rijksmonumenten, zoals de twee genoemde kerken, de militaire Hoofdwacht aan de westzijde, het Spaans Gouvernement aan de zuidzijde en het Generaalshuis aan de noordkant. De Hoofdwacht stamt uit de 18e eeuw en huisvestte belangrijke mensen van de stadswacht en het leger; in 2012 verkocht het ministerie van Defensie het monument aan de gemeente Maastricht. Het Spaans Gouvernement is waarschijnlijk het oudst bewaard gebleven woonhuis van Maastricht. Na een aantal grondige restauraties is het gebouw sinds 1973 een museumgebouw, waarin nu het Fotomuseum aan het Vrijthof te bezoeken is. Het Generaalshuis ten slotte is een neoclassicistisch stadspaleis uit 1805, op de plek van het vroegere Wittevrouwenklooster. In het gebouw en de uitbouw erachter zit sinds 1985 het Theater aan het Vrijthof.
De Onze-Lieve-Vrouwebasiliek heeft hoogstwaarschijnlijk een even lange geschiedenis als de Sint-Servaasbasiliek, maar de details daarvan zijn in historische nevelen verdwenen. Wat je nu aan het plein ziet staan, is de grotendeels romaanse kerk uit de 11e en 12e eeuw. In de loop van de eeuwen ging het langzaam bergafwaarts met het gebedshuis, totdat architect Pierre Cuypers eind 19e en begin 20e eeuw aan het restaureren sloeg. In de zijkapel van de Sterre der Zee, aan het Onze Lieve Vrouweplein, zijn vaak devote bezoekers te zien die een kaarsje komen aansteken. Sterre der Zee is de populaire naam van het 15e-eeuwse en pauselijk gekroonde genadebeeld van Maria dat in de kapel staat te stralen. De kerk en de zijkapel zijn dagelijks geopend en vrij toegankelijk; voor de kruisgang en de schatkamer dient entree te worden betaald. Tot de topstukken van de schatkamer behoren een Byzantijns reliekendoosje, een 10e-eeuwse zilveren Vikinghoorn en de gordel van Maria.
De Stokstraat en in het verlengde ervan de Kleine Stokstraat vormen de kern van het Stokstraatkwartier, een van de oudste buurten van de stad. Hier was in de Romeinse tijd het castrum te vinden, het legerkamp bij het castellum. In de monumentale panden in de Stokstraat zijn tegenwoordig veel exclusieve winkels gevestigd. Er zaten ook enkele bekende horecagelegenheden, maar het uitgaansleven heeft zich verlegd naar andere delen van de stad. Op de hoek met de Morenstraat heeft Petit Café Moriaan (voorheen In den Moriaan) zich al sinds 1905 weten te handhaven. Het café heeft een oppervlakte van 23 m2 en presenteert zichzelf daarmee als kleinste café van Nederland.
De stenen boogbrug ligt er al sinds de 13e eeuw en is daarmee de oudste brug van Nederland. Eeuwenlang werd hier tol geheven, waarmee het onderhoud van de brug deels bekostigd kon worden. Uit een geschrift uit 1714 blijkt dat het toltarief voor een persoon, een varken, een koe of een schaap destijds één oort bedroeg, een geldstuk ter waarde van twee duiten oftewel 0,0125 gulden. Voor een paard moest een stuiver worden betaald, voor een paard met kar drie stuivers, voor een karos met vier of zes paarden een bedrag dat opliep tot tien stuivers. Aangezien de tolgelden niet toereikend waren voor het onderhoud, was iedere burger, geestelijke en militair verplicht bij testament één rijksdaalder aan de stad na te laten. Ook moesten nieuwe burgers, boven op een vast bedrag voor de aanschaf van een brandemmer, twee gulden brugbelasting betalen, en ook bij veroordelingen kon brugtax worden gevorderd.
Betalen hoeft inmiddels allang niet meer. De brug is sinds de jaren negentig alleen toegankelijk voor voetgangers en fietsers, dus je kunt er ontspannen overheen lopen en onderweg genieten van het uitzicht over de Maas.
Stadsbrouwerij Maastricht heeft een leuk proeflokaal (open vanaf 12 uur) waar je een lekker hapje kunt eten en uiteraard het bier van de brouwerij kunt proeven. Er zijn zestien tapkranen en tachtig speciaalbieren op fles - keuze genoeg dus. Ook op de menukaart vind je de invloeden van bier terug. Zo worden de bieren van Stadsbrouwerij Maastricht in verschillende gerechten gebruikt zoals de huisgemaakte bitterballen. Aan de overkant van de straat hoort het terras direct aan de Maas eveneens bij het geheel, ideaal natuurlijk om op een mooie dag van heerlijk bier te genieten. Bij de brouwerij zit ook een bierwinkel, waar je niet alleen bieren van Stadsbrouwerij Maastricht vindt, maar ook andere brouwerijen uit de omgeving.