Naar de inhoudLogo van de ANWBANWB Homepage

Dubbeltest Jaguar I-Pace vs. Tesla Model S

De volledig elektrische Jaguar biedt meer rijplezier, maar de Tesla blijft de betere EV

Jarenlang moest de concurrentie tandenknarsend toezien hoe Tesla het alleenrecht had op luxe elektrische personenwagens. Inmiddels is het eerste Europese alternatief klaar, in de vorm van de Jaguar I-Pace. Kan deze futuristische crossover het de Model S lastig maken?

Ruimte

‘Diep’ is een omschrijving die niet alleen de zit in de Model S treffend illustreert, maar ook de bagageruimte. Zowel de Jaguar als de Tesla beschikken over een kofferbak aan de voor- en achterzijde van de auto, maar in het geval van de Model S zijn die ruimer dan bij de I-Pace. Sowieso mag de bagageruimte voorin de Jaguar weinig naam hebben; je kunt er hooguit een set laadkabels kwijt. De Tesla heeft daar een speciaal opbergvak voor onder de bagagebodem. De totale hoeveelheid kofferruimte in de Model S bedraagt minimaal 745- en maximaal 1.645 liter, waar de Jaguar het moet doen met 656- of 1.453 liter. De ruimte voor de inzittenden ontloopt elkaar niet veel: volwassenen hebben ondanks de glazen daken op onze testauto’s meer dan voldoende hoofdruimte en ook de beenruimte is dik voor elkaar. Toch zit je achterin de I-Pace beter dan in de Model S: de zitting van de achterbank is glad en ondersteunt je benen nauwelijks.

Rijgedrag

De Jaguar beschikt over 400 pk en 696 Nm koppel, de Tesla stelt daar 320 pk en 525 Nm tegenover. Het mag dus voor zich spreken dat je met deze EV’s als eerste weg bent bij het verkeerslicht.  Maar het leven bestaat niet uit stoplichtsprintjes alleen (hoewel je er met dit soort auto’s vermoedelijk meer zult maken dan normaal) dus hoe rijden ze verder? Om met de Tesla te beginnen: dat is een comfortabele reiswagen, indrukwekkend stil met voor het mooie een iets te groot stuur en stoelen die weinig zijdelingse steun bieden. Bovendien prikken de hoofdsteunen voor langere bestuurders hinderlijk tussen de schouderbladen (ja, ook op de hoogste stand!). Beide EV’s beschikken over twee elektromotoren. Er ligt er eentje op iedere as, waarmee de personenwagens direct vierwielaangedreven zijn. In combinatie met het batterijpakket, dat een plekje heeft gevonden onder de inzittenden, zorgt dit voor een ideale gewichtsverdeling. Jaguar heeft voor een andere koetsvorm gekozen dan Tesla, maar stuurt ook aan op meer rijdynamiek. De EV’s schelen nauwelijks 50 kilo in gewicht, maar de I-Pace voelt veel wendbaarder aan. Je kunt ‘m als een kogel de bocht door jagen, maar rechtuit laat de Jaguar een paar steken vallen.

Zo is de carrosserie continu in beweging en lijken de voor- en achterwielophanging letterlijk op een ander spoor te zitten. De voorzijde van de I-Pace vangt oneffenheden plankhard op, de achterkant reageert juist deinerig. Het resultaat is een auto waarin je als passagier gemakkelijk wagenziek wordt. Een elektromotor maakt geen geluid; daardoor vallen andere zaken extra op. In het geval van de Jaguar is dat niet alleen de rijwind, maar ook de afrolgeluiden van de banden. De zit achter het stuur is hoog. Dankzij het grote glasoppervlak geeft dat de bestuurder een goed overzicht op de weg. Wil je afslaan of fileparkeren, dan wordt dat een ander verhaal: vanwege de oplopende taillelijn is het zicht aan de achterzijde van de I-Pace heel wat minder florissant.

Verbruik

Waar je de Tesla met verschillende batterijpakketten kunt krijgen, leveren de Britten hun I-Pace slechts in één smaak: de Jaguar heeft standaard een 90 kWh grote accu. De Model S die aan deze test deelneemt, betreft het instapmodel: die beschikt over een 75 kWh groot batterijpakket. Actieradiusvrees zal je hoe dan ook niet gauw overkomen: Tesla geeft voor de gereden Model S een rijbereik op van 490 kilometer, de actieradius van de Jaguar bedraagt 470 kilometer. De I-Pace probeert je zoveel mogelijk te helpen dat opgegeven rijbereik daadwerkelijk te realiseren. Zo beschikt de auto over een eco-modus en kun je zelfs een speciale spaarstand inschakelen, wanneer de dichtstbijzijnde laadpaal toch verder rijden is dan je dacht. Daarbij wordt dan bijvoorbeeld de verwarming uitgeschakeld. Bovendien is de I-Pace al gemeten volgens de nieuwste Europese richtlijnen en de Tesla nog niet.

Uiteraard hebben we het opgegeven rijbereik ook beproefd in de praktijk, middels onze vaste en gevarieerde route van het ANWB hoofdkantoor in Den Haag naar de luchthaven van Lelystad en weer terug. In het geval van de Jaguar vertrokken wij met 396 kilometer in de batterij. De Tesla was na een nacht laden goed voor 382 stuks. Na een rit van 220 kilometer hadden we in de Model S nog 176 kilometer over, terwijl de boordcomputer van de I-Pace een resterende actieradius van 164 stuks aangaf. De Tesla sprong tijdens onze test dus zuiniger met zijn stroom om dan de Jaguar, al was het alleen maar vanwege de gunstiger stroomlijn. Tot zover het (leeg)rijden; hoe zit het met opladen? We noemden al het eigen snellaadnetwerk van Tesla, waar je binnen 20 minuten weer 200 kilometer verder kunt. Op dit moment telt Nederland 16 van zulke stations en daar komen er volgens de importeur nog zeker elf stuks bij. Voor ons is de dichtstbijzijnde ‘Supercharger’ dik 50 kilometer rijden; je rijdt er niet voor om, dus in de praktijk hebben we de Model S uitsluitend opgeladen aan openbare laadpunten, waar de auto 52 kilometer per uur tot zich neemt. Het accupakket zit dan na 7,5 uur weer vol. Klinkt als een hele poos, maar toch is dat nog relatief snel. In Nederland kennen we een zogenaamd 3-fase netwerk. Die ‘fases’ kun je beschouwen als draadjes die de stroom transporteren. Niet iedere elektrische auto kan met zoveel draadjes overweg. De Jaguar kan bijvoorbeeld maar 1 fase aan, waardoor de laad-snelheid van de I-Pace aan een openbare laadpaal tot drie keer zo lang bedraagt als die van de Tesla.

Gebruiksgemak

Als je na een nacht slapen nog altijd op een volle batterij moet wachten, heb je in ieder geval een voorverwarmd interieur: een handigheidje waarover beide EV’s beschikken, net als een futuristisch interieur. In het geval van de Jaguar is het onderste, tweede scherm niet altijd even goed af te lezen. Daar staat tegenover dat het interieur van de I-Pace is opgetrokken uit hoogwaardiger materialen dan dat van de Tesla. Een gevoelig punt voor de Amerikanen, dat ze maskeren met een aantal ‘gimmicks’ die in het menu van het infotainmentsysteem verstopt zitten. Zo kun je de afbeelding van je auto omtoveren tot een James Bond-duikboot (incl. dieptemeter!) en is de Kerststemming nooit ver weg dankzij het commando ‘Hohoho!’.

Ook Jaguar voorziet in een onzinnige extra: voor wie toch niet helemaal zonder kan, produceert de I-Pace op commando een kunstmatig motorgeluid. Het klinkt zo verschrikkelijk, dat wij je niet eens gaan vertellen waar je het kunt vinden. Liever leggen we de nadruk op een gebruiksmogelijkheid waar je wérkelijk iets aan hebt: de I-Pace beschikt over een trekgewicht van 750 kilogram. Niet genoeg voor een caravan, maar wel om je elektrische fietsen op sleeptouw te nemen of een aanhanger te huren wanneer je de zolder hebt opgeruimd.

Veiligheid

We lieten onder het kopje ‘Rijgedrag’ al doorschemeren dat de Jaguar weinig zicht rondom biedt. Voor € 406 extra (of een hoger uitrustingsniveau) beschik je over een viertal fraaie camera’s, waarmee je alsnog fatsoenlijk om je heen kunt kijken. Je bedient de verwarming via een apart scherm onderaan de middenconsole; geen ideale plek, omdat je daarvoor je ogen van de weg moet halen. Gelukkig beschikt de I-Pace standaard over een noodstopsysteem, vermoeidheids- en verkeersbordherkenning. Optioneel kun je daar nog zaken als adaptieve cruise control, dode hoek signalering en rijstrookassistentie aan toevoegen. Een volwaardige aanvullende veiligheidsuitrusting, maar Tesla heeft de lat op dit onderdeel heel hoog gelegd. Sterker nog: hun ‘AutoPilot’ geldt als voorbeeld voor de complete auto-industrie! Niet alleen de naam is misleidend; ook vanwege de werking van de verzameling hulpsystemen zou je haast denken met een autonome auto van doen te hebben. Zo beschikt de Model S niet over vier-, maar ácht camera’s rondom. Daarmee hebben wij de EV zelfstandig bochten zien ronden die voor iedere andere luxewagen onneembare hordes zouden vormen. Het mag weliswaar (nog) niet, maar de Tesla geeft je het vertrouwen dat het kán. Bovendien houdt de auto je scherp, want als je teveel op de techniek vertrouwt, schakelt de Model S het hulpsysteem voor de rest van de rit uit. Je moet voor zulke noviteiten wel stevig bijbetalen: de meerprijs van het complete systeem bedraagt maar liefst € 8.500!

Prijs

Gunstige fiscale voorwaarden maken dit soort auto’s extra interessant. Leaserijders die er voor het einde van 2018 eentje op kenteken weten te krijgen, hoeven slechts 4 procent bijtelling te betalen over het totale aanschafbedrag. Met ingang van 2019 heft de Nederlandse overheid echter de volle mep over iedere euro die zo’n luxe EV meer kost dan 50 mille. Die belasting wordt niet voor niks ‘Tesla-taks’ genoemd: de eenvoudigste Model S kost al € 90.080. De Jaguar heeft weliswaar een gunstiger vanafprijs, maar voor die € 80.330 moet de I-Pace het wel zonder het glazen dak en de luchtvering stellen die standaard op de Tesla worden meegeleverd. Dat ‘onze’ Jaguar die zaken allemaal wél aan boord heeft, komt omdat het hier gaat om een zogenaamde ‘First Edition’-uitvoering. Daarvan bedraagt het prijskaartje € 104.780. De uitgeleende Model S is overigens ook niet helemaal standaard: de toevoeging van metallic lak en Tesla’s fameuze - en peperdure! - veiligheidsuitrusting kosten samen dik 10 mille extra, waarmee de EV op € 100.220 komt. Tot voor kort kon je bij aanschaf van een Model S gratis onbeperkt laden bij de eigen snellaadpunten van het merk. Inmiddels is dat extraatje teruggebracht tot 400 kWh per jaar (of je moet een andere Tesla-eigenaar kennen, die jou als nieuwe klant aandraagt).

Winnaar

Menig autofabrikant heeft eerlijk toegegeven dat de Tesla Model S hen heeft aangezet om vaart te maken met de ontwikkeling van een eigen luxe, elektrische auto. Jaguar had die van hen als eerste klaar en de I-Pace is een indrukwekkende personenwagen geworden, die goed praktisch bruikbaar is, de Tesla evenaart qua ‘hebbeding’-factor maar met hoogwaardiger materialen in elkaar is gezet, die de stevige aanschafprijs beter rechtvaardigen. De Amerikaanse EV blijft echter onovertroffen wat het rijcomfort, hulpsystemen en alledaags gebruiksgemak aangaat. En in tegenstelling tot de I-Pace is de Model S voor dit jaar nog niét uitverkocht…

Lees ook onze afzonderlijke rijtesten van deze twee testkandidaten:
Jaguar I-Pace
Tesla Model S 75D