De mooiste bezienswaardigheden van Beieren
Slot Neuschwanstein laat je kennismaken met de sprookjeswereld van Koning Lodewijk II en het bruggemannetje Bruckmandl in Regensburg wijst je op het pittoreske stadsgezicht. Maak een boottocht over de Königssee, ‘het Beierse fjord’ en wandel door de smalle Partnachklamm met de overhangende rotsen. Dit zijn de mooiste bezienswaardigheden van Beieren.
Wat te doen in Beieren?
De gedachte aan Beieren levert bij de meeste mensen beelden op van enorme pullen bier, dirndljurken en lederhosen en dat alles tegen een achtergrond van besneeuwde bergtoppen. Dat hoort inderdaad allemaal bij deze Zuid-Duitse regio, maar Beieren biedt meer dan dat. Oude centra van middeleeuwse steden langs rivieren als de Donau zorgen voor sfeervolle taferelen en natuurliefhebbers halen hun hart op in de bergen en bij de meren. Kijk uit over München vanaf de 85 meter hoge toren van het Neue Rathaus en pak de veerboot naar het Herreninsel voor een bezoek aan ‘het Versailles van de Chiemsee’. Bewonder de plafondschilderingen in het Sint-Michielsklooster in Bamberg en vang het ultieme middeleeuwse plaatje vanaf het Plönlein in Rothenburg ob der Tauber. Deze mooiste bezienswaardigheden van Beieren wil je niet missen.
1. Wandelspektakel in de Partnachklamm
Ten zuidoosten van Garmisch-Partenkirchen heeft de Partnach-rivier de ruim 700 meter lange kloof Partnachklam uit de rotsen geslepen. De rotswanden zijn maar een paar meter van elkaar verwijderd. Ze rijzen tot 80 meter recht omhoog vanaf de wild kolkende rivier die smeltwater van gletsjers vanuit de omliggende bergen afvoert. Vanaf de parkeerplaats van het Olympia-Skistadion in Garmisch-Partenkirchen bereik je na 2 kilometer lopen het begin van de Partnachklamm.
Het smalle vochtige pad door de kloof is met staaldraad afgezet. Vergeet niet te bukken voor overhangende rotsen, waarvan ook regelmatig een fris straaltje gletsjerwater naar beneden komt – in je nek. Een aantal keer voert het pad door een uit het gesteente gehouwen tunnel om je aan de andere kant weer een nieuw uitzicht voor te schotelen. Een mistige engte, donkere doorgang of een enkele zonnestraal op een groen stukje mos. Tip: neem ook bij warm weer een jack mee, want het is altijd fris in de kloof.
2. Het karakteristieke centrum van Rothenburg ob der Tauber
Als een van de plaatsen langs de Romantische Strasse schept Rothenburg ob der Tauber verwachtingen. Deze worden in het oude middeleeuwse centrum meer dan waargemaakt: om elke straathoek lonkt een nieuw perspectief van een toren, marktplein, vakwerkhuis of pastelkleurige gevel. Dat drong ook door tot de filmwereld, waarin Rothenburg regelmatig opduikt, zoals in Disney’s Pinokkio en Harry Potter en de Relieken van de Dood.
Het Plönlein, het punt waar de Untere Schmiedgasse zich in tweeën splitst, belichaamt volgens velen het typisch middeleeuwse stadsbeeld van Europa. Op de scheidslijn staat een scheefgezakt vakwerkhuis achter een kleine stenen fontein. De hiervandaan steil aflopende straat rechts neemt je na 70 meter mee door de Kobolzeller Tor. De straat links leidt naar de 50 meter verderop gelegen stadspoort van de Siebersturm. Beide houten torens zijn onderdeel van de 14e-eeuwse stadsmuur die met nog veertig andere torens de contouren van de oude stad bepaalt.
3. Slot Neuschwanstein: sprookjeskasteel op een rots
Walt Disney modelleerde het Doornroosje-kasteel van Disneyland naar Slot Neuschwanstein, het meest sprookjesachtige kasteel dat hij ooit had gezien. Dat is niet toevallig want Koning Lodewijk II, die Neuschwanstein in 1869 liet bouwen, had een voorliefde voor sprookjes en de opera’s van Richard Wagner. Zijn manier om aan de realiteit te ontsnappen. Hij liet niet een architect maar een decorbouwer (Christian Jank) het eclectische slot ontwerpen, met wit kalksteen onder blauwe puntdaken. Allerlei soorten torens – groot, klein, rond en spits – vormen het silhouet.
Het slot prijkt bovenop een 925 meter hoge rots, 5 kilometer van de Oostenrijkse grens. Lodewijk koos de locatie vanwege het uitzicht over de Tiroler bergen en de rust waarborgende moeilijke bereikbaarheid: een steil pad van 1,5 kilometer vanuit het dichtstbijzijnde dorp Hohenschwangau. Bij je bezoek loop je van het ene woonvertrek naar het andere en zie je terugkomende thema’s van Wagners opera’s, zoals zwanen als symbool voor Lohengrin (de ‘zwaanridder’) en een grotkamer uit Tannhäuser.
4. Het bruisende stadshart van München
Ervaar het bruisende hart van München vanaf de Marienplatz, genoemd naar het 17e-eeuwse gouden Mariabeeld geplaatst op een 10 meter hoge zuil. Het neogotische Neue Rathaus uit 1905 met zijn 85 meter hoge toren domineert het plein. Om 11.00 en 12.00 uur trakteert het klokkenspel met 32 koperplaat figuren je op een voorstelling van historische scènes op muziek van Wagner en Brahms. Vergeet voor een panoramisch uitzicht over de stad niet de lift naar de top van de toren te nemen.
Op Aswoensdag speelt zich sinds de 15e eeuw bij de fontein de Fischbrunnen op het plein de traditie van het ‘geldbeutelwaschen’ af. Op deze eerste dag na carnaval zijn alle portemonnees leeg en wast men ze, met de burgemeester voorop, in de fontein in de hoop dat ze zich weer snel vullen. Daarna volgt nog een laatste slok bier (voor een goede gerstoogst) of schnaps (om de muggen te verdrijven) alvorens de vastentijd begint.
5. Het wereldberoemde bierfestival Oktoberfest
Met een enthousiast ‘Ozapft is’ (het biervat is geopend) start de burgemeester van München jaarlijks het Oktoberfest. Gedurende twee weken vanaf de eerste zaterdag na 15 september storten de Münchenaren zich in deze traditie. Dit wereldberoemde bierfestival begon met het bruiloftsfeest van kroonprins Ludwig Van Beieren en prinses Therese von Sachsen-Hildburghausen in 1810. Het vindt nog steeds plaats op dezelfde weide, tegenwoordig de Theresienwiese genoemd.
In houten biertenten schenkt men alleen bier uit lokale brouwerijen als Augustiner in pullen van een liter. Lange houten tafels, gethematiseerde versieringen en live muziek van blaaskapellen verhogen de feestvreugde. Als je als man niet in je lederhose bent gestoken en als vrouw geen dirndl-jurk hebt aangetrokken hoor je er eigenlijk niet echt bij, maar na een paar pullen ziet niemand het verschil. Er is een aparte tent voor wijnliefhebbers en buiten zijn er biertuinen en een kermis. Maar zweefmolen na bier is misschien geen goed idee.
6. Het Versailles van de Chiemsee
Met een oppervlakte van 80 vierkante kilometer is de Chiemsee het grootste meer van Beieren, gelegen tussen München en het Oostenrijkse Salzburg. De beboste Voor-Alpen tekenen het achterland en langs de oever vind je talloze zwemstranden, variërend van zand tot kiezel en gras. Als je liever niet in maar op het water bezig bent, probeer dan het suppen uit of peddel met je kajak over het kabbelende water.
Een van de bekendste bezienswaardigheden van Beieren is Paleis Herrenchiemsee, gelegen op Herreninsel, een van de drie eilanden in het meer. In de plaats Prien stap je op de veerboot die je er in een kwartier naartoe brengt. Koning Lodewijk II begon met de bouw van dit extravagante buitenverblijf in 1873 met het voorbeeld van Versailles in gedachte. Hij beknibbelde niet op goud, marmer en rococo-versieringen. Pronkstuk is de 98 meter lange spiegelzaal, waar 33 laaghangende kroonluchters en 52 grote kandelaars op zuilen het goud completeren.
7. Regensburg: middeleeuwse stad aan de Donau
Het historische centrum van Regensburg dateert uit de 2e eeuw n. Chr. en begon als Romeinse vesting. De ligging aan de Donau maakte van de stad in de Middeleeuwen een handelsbolwerk. Opvallend zijn de twintig middeleeuwse torenhuizen, naar Italiaans voorbeeld gebouwd: tot 50 meter hoog, vierkant en een statussymbool van rijke kooplieden in de 13e en 14e eeuw – hoe hoger, hoe rijker. Het Duitse equivalent van onze Patriciërshuizen.
Wandel over de 12e-eeuwse Steinerne Brücke die het oude centrum met het stadsdeel Stadtamhof verbindt, een eiland in de Donau. Halverwege de brug zie je het beeld Bruckmandl (bruggemannetje), zittend op een zuil. Hij kijkt naar het zuiden, richting de kathedraal en schermt zijn ogen af tegen de zon. Het is niet zeker of hij dienst doet als richtingwijzer of dat het een knipoog is naar de competitie tussen de brugbouwer en de bouwer van de kathedraal. Hoe het ook zij: vanaf dit punt heb je een fraai uitzicht op de stad.
8. Het Beierse fjord van Nationaal Park Berchtesgaden
‘Laat de natuur natuur zijn’ luidt het motto van Nationaal Park Berchtesgaden, een natuurreservaat aan de grens met Oostenrijk. De mens grijpt hier zo min mogelijk in bij wat er in de natuur gebeurt. Omgevallen bomen en verrot hout blijven liggen: het bos regenereert op den duur vanzelf en alles heeft daarin een functie. In dit Alpengebied is de Watzmannberg met 2713 meter de hoogste piek en de Königssee de grootste publiekstrekker.
De bijnaam ‘het Beierse fjord’ doet de 8 kilometer lange Königssee eer aan. De steile bergwanden die langs het smalle meer oprijzen, maken het tot een juweeltje. Stap aan de noordoever in Schönau aan boord van een elektrische boot en vaar in een uur naar Salet, aan de zuidpunt. Onderweg zie je de 17e-eeuwse St. Bartholomä-kapel en speur je naar gemzen, herten en arenden. Een half uur wandelen vanuit Salet brengt je naar de Obersee waar de Röthbach-waterval van 480 meter naar beneden stort.
9. Hitler’s Nazi-bolwerk op de Obersalzberg
Toen Adolf Hitler in 1933 een chalet (Berghof) op de bijna 1000 meter hoge Obersalzberg kocht, veranderde deze schilderachtige omgeving in een militaire zone van het Naziregime. Andere Nazi-kopstukken bouwden ook hun villa’s op de berg en SS-kazernes, een ondergrondse schietbaan en een 3 kilometer lang netwerk van tunnels waarborgden hun veiligheid. In april 1945 bombardeerden de Geallieerden de Nazi-bouwwerken op de Obersalzberg, waarna de Duitse regering er bomen plantten om de resten en de locatie zoveel mogelijk uit het zicht te laten verdwijnen.
In het Dokumentationszentrum kom je meer te weten over deze geschiedenis aan de hand van propagandamateriaal, audiofragmenten en foto’s. Daal vanuit Hotel zum Türken, 450 meter verderop, via de stenen wenteltrap af in het schaars verlichte en vochtige gangenstelsel dat uit meerdere verdiepingen bestaat. Het is nog maar deels toegankelijk: elke gang loopt uiteindelijk dood, dichtgemetseld vanwege vernietiging of instorting. Toch levert het een ijzingwekkend besef van een gruwelijke periode in de geschiedenis.
10. Bamberg: op zeven heuvels langs de Regnitz-rivier
Omdat het 1100 jaar oude centrum van de stad Bamberg vrijwel volledig in originele staat is behouden, staat het op de Unesco-werelderfgoedlijst. De Regnitz-rivier doorsnijdt de stad en splitst in het centrum tijdelijk in tweeën, waardoor er tussen beide delen een eiland is ontstaan, het huidige centrum: Inselstadt. Het opvallendste gebouw is daar het 13e-eeuwse stadhuis dat op een brug is gebouwd. Het bestaat uit een hoofdgebouw in het midden en een vakwerkhuis eraan vast dat aan een gevel bevestigd vervaarlijk boven de rivier hangt.
Aan de westelijke oever van de rivier liggen zeven heuvels waar de oorspronkelijk stad op is gebouwd met voornamelijk kerken, bisschoppelijke paleizen en het Sint-Michielsklooster uit begin 11e eeuw. Het klooster onderging een barokke facelift in de 18e eeuw en de 60 meter hoge torens reiken het hoogst op de heuvels. Bewonder in de kloosterkerk de plafondschildering van zeshonderd medicinale planten en geniet vanuit de terrasvormige tuinen van het uitzicht over de stad.
11. Het wereldrecord van de Zugspitze
Stap bij het dalstation aan de Eibsee in de in 2017 gebouwde Zugspitze Seilbahn die binnen 8 minuten een hoogteverschil van 1945 meter overbrugt: een wereldrecord! Onderweg heb je 360 graden zicht op de bossen en rotsen van de Zugspitze, de Eibsee en Garmisch-Partenkirchen in het dal. Al is het niet de Mount Everest, bovenop de 2962 meter hoge Zugspitze (Duitslands hoogste piek) waan je je op het dak van de wereld vanwege het adembenemende uitzicht op de omliggende bergtoppen van het Wetterstein-massief die hun schouders boven de horizon uitsteken.
In het complex op de bergtop bevindt zich een 3D-multimediavoorstelling waarin de verschillende natuurverschijnselen (zon, wind, regen en sneeuw) op de berg worden getoond. Om je vervolgens zelf in de sneeuw te begeven, neem je vanaf de top een van de sleetjes mee. Pak dan de Gletscherbahn-lift naar het 360 meter lager gelegen Zugspitzplatt en zoef door de eeuwige sneeuwvelden.