Italianen weten het al: het zuidelijke deel van de Adriatische Rivièra is het mooiste natuurgebied van het land. Het is ruig, ongerept en er leven nog bruine beren en wolven. Het nationaal park is een must, maar ook liefhebbers van oude steden en dorpjes komen aan hun trekken.
In L’Aquila vind je monumenten uit de Middeleeuwen en Renaissance, maar dat is lang niet alles wat de streek te bieden heeft. Rome, de stad der steden, ligt op slechts een paar uur rijden.
Voor waaghalzen heeft Abruzzo genoeg te bieden. Vlakbij Chieti ligt een van de grootste waterpretparken van Italië. Het park biedt volop watersportmogelijkheden, maar je kunt er ook heerlijk picknicken in de schaduw van de olijfbomen. Op slechts drie kilometer van het historische Tortoreto ligt een ander waterpretpark, met glijbanen die namen hebben als ‘de kamikaze’, ‘de drop’ en ‘de multipiste’. Voor wie het rustiger aan wil doen, is Zoo la Rupe in Pescara een leuke tip. De dierentuin is opgericht om dieren te fokken die in het wild worden vrijgelaten. Hier zie je van dichtbij lynxen, wolven en apen.
Rond Bordeaux heb je veel bezienswaardigheden die met de wijnbouw te maken hebben (kastelen, wijndomeinen, wijndorpen). In het enorme zeedennenwoud maak je kennis met harswinning. En in het diepe zuiden tonen musea en bouwwerken de Baskische cultuur. Ook in de Dordogne is veel te zien: grotten met prehistorische kunst of druipsteen, kerken, kloosters en veel, heel veel kastelen. Er zijn prachtige rivierdalen en zelfs in het hoge lege kalkstenen land kom je betoverend mooi plaatsjes tegen.
In het achterland van de Riviera liggen karakteristieke dorpen en steden verspreid over de heuvels en bergen van Abruzzo. De meeste zijn in de Middeleeuwen ontstaan en doen op het eerste gezicht wat vervallen aan. Maar laat je niet meteen afschrikken! In de bergdorpjes gaat het leven ongerept zijn gang en in de dorpen en steden aan zee is het gezellig en levendig in de straten. Hoofdstad L’Aquila is de moeite waard vanwege de schitterende monumenten uit de Renaissance en Middeleeuwen, maar is na de aardbeving van 2009 nog steeds niet geheel hersteld. Sulmona en Cocullo zijn pareltjes in het heuvelachtige landschap. Sulmona is de perfecte uitvalsbasis voor een bezoek aan het nationale park.
De Italianen weten wat goed eten is. Aan het eind van de middag loop je zo een van de vele restaurantjes, trattoria’s of pizzeria’s binnen. De kans is overigens aanwezig dat je er een inloopt die zich wel erg heeft aangepast aan de wensen van het massatoerisme. Maar dat is het voordeel van Abruzzo: de echte streekgerechten worden geserveerd bij een van de vele agrotoerisme-accommodaties. Olive all'ascolano, gepaneerde en gefrituurde olijven, zijn heerlijk. Net als geitenkaas in walnootbladeren en lumachelle, de streekpasta. De wijn uit de Abruzzo is vol en heeft meer karakter dan die van Toscaanse druiven.
Abruzzo is een van de groenste regio’s van Italië en een heerlijke plek om te fietsen. Het gebied heeft een netwerk van routes die voeren over oude keien, landwegen en bospaadjes. Omdat er verder weinig verkeer over de wegen raast, is fietsen bovendien een ontspannen aangelegenheid. In de streek zijn meer dan genoeg fietsverhuurders, en zowel voor de ontspannen tourfietsers als voor de sportieve mountainbikers zijn er talloze mogelijkheden. De tocht van Roccacasale naar Colle del Vachhe bijvoorbeeld is voor de gevorderde fietser een onvergetelijke ervaring, terwijl de meer ontspannen toerist al met een kleine inspanning de Passo San Leonardo opkomt. Boven word je beloond met een prachtig uitzicht.
Abruzzo is in feite een groot openluchtmuseum. Piceniërs, Galliërs en Romeinen hebben hun sporen achtergelaten. Maar omdat het gebied uiteindelijk onder sterke invloed van de katholieke kerk kwam, overheerst het aantal kerken, kloosters en kluizenaarswoningen. In het Museo Archeologico Nazionale d’Abruzzo bij Chieti staan in een mooi villapark brokstukken opgesteld van wat is aangetroffen in het gebergte. Onderdeel van de collectie is de beroemde Krijger van Capestrano uit de zesde eeuw voor Christus.
Het binnenland van Abruzzo staat bij de Italianen bekend als een van de mooiste natuurgebieden van het land. Het is ruig, het is ongerept, en er zijn verschillende natuurparken te bezoeken. Het Parco Nazionale d’Abruzzo met zijn dichte wouden en beschermde diersoorten is de belangrijkste. Hier leven nog bruine beren en wolven. Lenige gemzen balanceren op de berghellingen. Het nationale park strekt zich uit over het hart van de Apennijnen en op drie plekken reiken de toppen meer dan tweeduizend meter hoog. Behalve zeldzaam wild voelt ook veel flora en fauna zich hier thuis. Ook het Riserva Naturale dei Calanchi bij Pescara is zeer de moeite waard. Op dit bijzondere door erosie ontstane landschap groeien planten die elders bijna niet meer te vinden zijn.
In Abruzzo is het aantal vakantiewoningen en jeugdherbergen beperkt, in vergelijking tot veel andere Italiaanse regio’s. Maar dat wordt ruimschoots goedgemaakt door het ruime aanbod aan agrotoerisme-accommodaties. Daar word je welkom geheten door een boerenfamilie die een deel van hun boerderij heeft omgebouwd toch toeristenverblijf. Ook bed & breakfasts zijn ruimschoots te vinden in de streek. Met de tent kun je werkelijk overal terecht. Klein en luxe, groot en goedkoop of terug naar de natuur? Genoeg keus in deze prachtige regio.
Wie op zoek is naar feest en veel muziek is wellicht in een andere Italiaanse regio beter op zijn plek. Dat betekent allerminst dat er niets te doen is in Abruzzo. In de zomer is het uitgaansleven aan de Italiaanse kusten levendig en druk. In Pescara speelt het zich vooral af in strandtenten en op straat, waar tot in de vroege uurtjes wordt gedanst en gefeest. Elke zomer vindt er een jazzfestival plaats. Veel bekende jazz artiesten maken dan hun opwachting in de stad.
In de toeristische dorpen en steden is het prima winkelen. Het aanbod bestaat voor een deel uit kleine winkeltjes die speciaal op toeristen zijn gericht. Die bieden vooral huisdecoratie, sieraden en kleding. Verder zijn er prachtige tassen te koop, gemaakt van het beste Italiaanse leer, en heeft de streek zich gespecialiseerd in handwerk en in smeedijzer en koper, dat verwerkt wordt tot borden en vazen. Ook voor het beste eten moet je natuurlijk in Italië zijn! Neem vooral schapenkaas mee naar huis, olijfolie en de beste salami’s.
ANWB Homepage