Wanneer je op vakantie aan de Amalfikust bent, zou je er het liefst blijven wonen. Dit ten zuiden van Napels gelegen gebied staat niet voor niets op de werelderfgoedlijst en behoort tot de mooiste kusten ter wereld.
Een goede manier om te zien hoe mooi de Amalfikust is, is het rijden van de autoweg Strada Statale 163. Deze ligt tussen Sorrento en Salerno en staat ook bekend als de Amalfitana. De 80 kilometer lange route slingert zich langs steile kliffen, over hoge rotsen, door karakteristieke dorpen, langs groene afgronden en door in de bergen uitgehakte tunnels. Onderweg heb je een spectaculair uitzicht op de zee die zich diep onder je bevindt, met zijn vele baaien en verstopte stranden. Dit is Italië op zijn mooist.
Bij Positano liggen de bergdorpen Bomerano en Nocello. De drie plaatsen zijn met elkaar verbonden via de 9 kilometer lange wandelroute Sentiero degli Dei, het Pad der Goden. Tijdens je vakantie aan de Amalfikust kun je het beste vanaf Bomerano beginnen. Het pad ligt in het berggebied Monti Lattari en loopt afwisselend langs wijngaarden, olijfbomen, ravijnen, grotten en indrukwekkende vergezichten. Bij Nocelle daal je af naar Arienzo via de meer dan 1500 treden tellende trap of je loopt verder via Montepertuso naar eindpunt Positano.
Voor de kust van Sorrento bevindt zich het eiland Capri. Als je met de boot in de Marina Grande aankomt, neem je de kabelspoorweg naar het hoger gelegen Capri-stad. Hier maken prachtige uitkijkpunten over de omgeving en de Middellandse Zee hun opwachting, bijvoorbeeld op het plein La Piazzetta en vanaf het tot museum omgebouwde middeleeuwse klooster Certosa di San Giacomo. In de haven kun je een boot nemen naar de aan zee gelegen Blauwe Grot.
ANWB Homepage