De mooiste bezienswaardigheden van Barcelona
"Barcelona is geen Spanje," roepen veel Catalanen. Zij zien zichzelf als anders, met een eigen taal, geschiedenis en cultuur. Toch is juist Barcelona voor veel Nederlanders de eerste Spaanse liefde. Dat heeft een beetje met Cruijff te maken en met die andere landgenoten die schitterden in het shirt van FC Barcelona. Ook de ligging van de stad helpt: tussen de geliefde Costa Brava en Costa Dorada. En misschien lijken Catalonië en Nederland ook op elkaar. Ze zijn beide gevormd door handel en zee.
Wat te doen in Barcelona?
Barcelona is een open stad. Geworteld in Catalaanse traditie, maar met uitgestrekte armen naar de wereld. Barcelona is een stad van intense smaken en kleuren. Een stad van kunstenaars én zelf een groot kunstwerk. Aan dat kunstwerk wordt nog steeds gebouwd. Kijk hoe de Sagrada Familia verandert. Wandel tussen kleurrijke mozaïeken en golvende gebouwen van Gaudí. Scherp je smaakpapillen in de ‘kathedraal van de smaak’. Of kus de vrijheid op het Plaça d’Isidre Nonel. Dit zijn veertien van de mooiste bezienswaardigheden in Barcelona.
1. De mooiste pleinen van het oude Barcelona
Wat een weelde aan mooie pleinen heeft Barcelona. Alleen al in het middeleeuwse centrum vind je een enorme rijkdom. Het elegante Plaça Reial vlak bij de Ramblas is vol terrassen. Dag en nacht bijzonder levendig. Bovendien heel harmonieus qua architectuur, met palmbomen, sierlijke lantaarnpalen en een fontein die voor extra sfeer zorgen. Een middeleeuws plein met koninklijke allure is Plaça del Rei, waar Columbus de koning bezocht.
Plaça Sant Felip Neri is geliefd bij de lokale bevolking en speelt een rol in de bestseller ‘De Schaduw van de Wind’. Het ligt dicht bij de drukste straten van het oude centrum, maar is zelf wonderlijk stil. Met wat geluk hoor je alleen de fontein. Minder stil is het op de Plaça Sant Jaume. Dit stadhuisplein was al in de Romeinse tijd het hart van de stad. Op feestdagen zie je er de Catalaanse dansende reuzen. Of een ander Catalaans feestnummer: menselijke torens bouwen.
2. La Sagrada Familia: onvoltooid meesterwerk
Johan Cruijff gaf Barcelona zijn voetbal-DNA. Architect Antoní Gaudí (1852-1926) gaf de stad zijn kleurrijke gezicht. De golvende en dansende lijnen van zijn bouwwerken doen denken aan bomen, dieren en gebergtes. Het zijn ontwerpen die de fantasie prikkelen. Valt je mond ervan open? Of frons je juist de wenkbrauwen? De kans is klein dat je er onverschillig voorbijloopt.
Gaudí ontwierp in Barcelona woonhuizen, paleizen en een park. Toch steekt één van zijn gebouwen letterlijk boven de andere uit: de basiliek La Sagrada Familia. De eerste steen werd gelegd In 1882, de architect zelf werd er begraven in 1926, maar de bouw duurt nog altijd voort. De komende jaren moet bijvoorbeeld de Jezus-toren worden voltooid, de laatste van de achttien torens die allemaal een bijbelse figuur voorstellen: de twaalf apostelen, de vier evangelisten, de maagd Maria en – de hoogste toren – Jezus. Met deze toren (172 meter) zal de Sagrada Familia de hoogste kerk ter wereld zijn. Maar ook in onvoltooide staat trekt de basiliek al miljoenen bezoekers, na de Sint-Pieter is het ’s werelds meest bezochte kerk. Reserveer dus vooraf een ticket.
3. Het spoor van Gaudí: Passeig de Gràcia
Een van de stijlvolste en duurste straten van Barcelona is de Passeig de Gràcia, de ‘Catalaanse Champs-Elysées’. Hier staan twee van de meest bewonderde gebouwen van Gaudí. Casa Battló verrast met zijn golvende dak en zijn kleurrijke mozaïeken. Verderop zie je de gevel van Casa Milà. Die heeft zo veel golving dat sommigen er een stormachtige zee of een duinlandschap in zien. Neem je toegangsprijs en wachtrij voor lief, dan ontdek je binnen nog meer architectonisch vernuft.
Ook andere Catalaanse architecten lieten zich inspireren door de art nouveau, in Catalonië modernisme genoemd. Het maakt vooral de wijk L’Eixample, met de Passeig de Gràcia, een soort openluchtmuseum voor architectuurliefhebbers. Naast Casa Battló zie je Casa Amattler, dat een mix lijkt van een Amsterdams trapgevelhuis en een creatie uit de Efteling. Op Passeig de Gràcia 35 staat een ontwerp van Gaudí’s leermeester Domènech i Montaner, die elders in Barcelona concertgebouw Palau de la Música en Hospital de Sant Pau ontwierp, beide Unesco-werelderfgoed.
4. Camp Nou: tempel van tiki-taka en Catalaanse trots
FC Barcelona is ‘més que un club’, zeggen de Catalanen. Meer dan een club. Barça is het visitekaartje van Catalonië, een regio met een eigen taal, geschiedenis en cultuur. In de tijd van dictator Franco werd die Catalaanse identiteit sterk onderdrukt. Camp Nou was een van de weinige uitlaatkleppen voor Catalaanse zelfexpressie.
Kruip in de huid van Cruijff, Maradona en Messi. Boek een rondleiding of bezoek een wedstrijd in Camp Nou. Het stadion waar veel van ’s werelds beste voetballers geschiedenis schreven. Voor Nederlandse voetbalfans is dit grootste voetbalstadion van Europa extra interessant. Bijna dertig landgenoten schitter(d)en er als voetballer of als coach. Van Rinus Michels tot Memphis Depay en Lieke Martens. Ook Koeman, Rijkaard, Van Bommel en Van Bronckhorst hebben een speciaal plekje in het hart van Catalaanse voetbalfans: zij wonnen met Barça de Champions League.
5. Kunstmusea: Picasso of Miró?
De bekendste kunstenaar van Barcelona is Pablo Picasso. Hij woonde er als tiener en jonge twintiger en begon er zijn schilderscarrière. Museu Picasso in het oude centrum is gevestigd in fraaie middeleeuwse panden. Hoewel veel van de beroemdste schilderijen van Picasso in Parijs en elders te zien zijn, heeft dit museum een bijzonder uitgebreide collectie. Het accent ligt op werken van de jonge Picasso. Een van de hoogtepunten is het portret van de oude gitarist. Bekijk ook de tientallen kubistische varianten die Picasso maakte van het 17e-eeuwse meesterwerk Las Meninas van Velázquez.
Een andere artistieke grootheid uit Barcelona, is Miró. Op de Ramblas loop je letterlijk over een van zijn kunstwerken, een cirkelvormig mozaïek. En in het Parc de Joan Miró maakte hij een 22 meter hoog beeldhouwwerk. Ook het logo van bankketen La Caixa dat je op veel plekken ziet, is een ontwerp van Miró. Maar voor de echte fans is er het Miró Museum op de Montjuïc.
6. Barri Gòtic: van Ganzenkathedraal tot Chocoladestraat
De Barri Gòtic is het middeleeuwse hart van Barcelona. Je vindt in deze wijk bijzondere bezienswaardigheden, zoals de kathedraal Santa Eulàlia. Bekijk ook de binnentuin. Daar zie (en hoor) je dertien ganzen. Ze staan symbool voor het tragische lot van Eulàlia, beschermheilige van Barcelona. Deze ganzenhoedster stierf op haar dertiende als gevolg van dertien martelingen door de Romeinen. Toch gaf zij haar geloof niet op. Daarom draagt de kathedraal haar naam en wordt zij jaarlijks op 12 februari geëerd met optochten, menselijke torens en andere feestelijkheden.
Rond de kathedraal ontdek je smalle straten en kleine pleinen. Opvallend is de muurschildering op Plaça d’Isidre Nonel: ‘Kus van de vrijheid’. Van een afstand zie je twee kussende monden. Dichterbij ontdek je dat het duizenden tegels zijn met persoonlijke foto’s van Catalanen rond het thema vrijheid. Vijf minuten verderop, vlak bij de Rambla, loop je de ‘Chocoladestraat’ in: Petritxol. Al sinds de eerste Europeanen chocola meenamen uit Zuid-Amerika, wordt hier chocolade(melk) gemaakt. Ook liefhebbers van churros zitten er goed!
7. Minder is meer: het paviljoen van Mies van der Rohe
Bauhaus-voorman Mies van der Rohe was een van de meest invloedrijke architecten van de 20e eeuw. ‘Minder is meer’ was zijn credo. Hij stond voor strakke lijnen. Geen overbodige franje en tierelantijnen. Op het eerste gezicht niet het type architectuur dat je zou verwachten in de stad van Gaudí. Toch staat op de heuvel Montjuïc een van zijn beroemdste ontwerpen: het paviljoen voor de wereldtentoonstelling in 1929.
Je loopt er sneller aan voorbij dan aan andere architectonische hoogtepunten in Barcelona. Maar kijk zeker binnen als je interesse hebt in architectuur en design. Het paviljoen is niet groot, maar oogt bijna honderd jaar na de bouw nog steeds modern. Binnen- en buitenruimte vloeien in elkaar over en zijn met elkaar in dialoog. In steeds andere lichtval en weerspiegelingen, versterkt door glas, gepolijst marmer en de waterbassins. In het interieur zie je ook een van de designklassiekers van de 20e eeuw: de Barcelona-stoel van Van der Rohe.
8. La(s) Rambla(s): de beroemdste straat van Spanje
Ben je op zoek naar ‘het authentieke Barcelona’, dan is deze levendige boulevard niet de beste keuze. De Rambla(s) is zo druk en toeristisch dat veel Barcelonezen de straat mijden. Toch wil je waarschijnlijk sfeer proeven op deze 1200 meter lange straat tussen Plaça de Catalunya en de oude haven. Je passeert Canaletes, waar fans de overwinningen van FC Barcelona vieren. Daarna de wereldberoemde markthal La Boquería en de opera Liceu. Vind je het toch te druk? Duik een van de vele zijstraten in naar het middeleeuwse centrum Barri Gotic of de alternatievere, multiculturele volkswijk Raval.
Aan het eind van de Ramblas loop je tegen een bijna 60 meter hoge zuil met een standbeeld van Columbus aan. De ontdekkingsreiziger wijst in de richting van de zee. Dat past uitstekend bij de geschiedenis en het DNA van Barcelona. Net als in Amsterdam vormen de zee en de handel de basis van het kosmopolitische en open karakter van de stad.
9. Markthal La Boqueria: kathedraal van de smaak
Officieel heet Barcelona’s beroemdste markthal de Mercat de Sant Josep, maar iedereen kent hem als La Boqueria. Deze ‘kathedraal van de smaak’ biedt je een feest van geuren en kleuren in een fraai architectonisch decor. Veel van Barcelona’s beste chefs kopen hier hun groente, fruit, vlees, vis, en kaas. Maar ook voor culinaire amateurs is het smullen bij de honderden kraampjes. En in de tapasbars en restaurants daartussen. Laat je gastronomisch verrassen of proef klassiekers uit de Catalaanse keuken, zoals pan amb tomaquét (stokbrood met knoflook, tomaat, olijfolie), escalivada (paprika, aubergine, ui, aardappels, olijfolie) en crema catalana.
La Boqueria heeft nog altijd veel smaak en charmes te bieden. Wel vormen de toeristen een steeds grotere meerderheid. Voel je je comfortabeler tussen de lokale bezoekers, kom dan ’s ochtends vroeg. Of bezoek een minder bekende centrale markthal, zoals Santa Caterina of Sant Antoni.
10. Minder druk: de wijken Gràcia en Esquerra de l’Eixample
In Gràcia vind je het Park Güell, maar verder ligt deze wijk niet op de toeristische hoofdroute door Barcelona. Lang was Gràcia een onafhankelijk dorp en nog steeds heeft het een minder hectische sfeer dan andere plekken in de stad. De laatste decennia vestigden zich er veel kunstenaars. Je vindt er nu veel ateliers, livemuziek en levendige pleinen, zoals Plaça del Sol. In deze wijk staat ook het eerste huis dat Gaudí ontwierp: Casa Vicens. Minder druk bezocht dan zijn bekendere ontwerpen, maar zeker zo kleurrijk!
De wijk Gràcia ligt net ten noorden van de stijlvolle wijk L’Eixample met zijn opvallende architectuur en zijn grote LHBTI-gemeenschap. Aan de zuidoostkant van die wijk vind je Esquerra de l’Eixample. In 2020 door Time Out uitgeroepen tot ‘coolste woonwijk ter wereld’. Dit is de wijk van Park Joan Miró en de universiteit, maar verwacht geen oogverblindende bezienswaardigheden. Zoek je leuke cafés en restaurants, volg dan de lokale bewoners.
11. Park Güell en Carmel-bunkers: de mooiste uitzichten
In de werken van Gaudí lijkt de natuur nooit ver weg, maar nergens gaan architectuur en natuur zo samen als in zijn Park Güell. Wandel tussen de bomen, de veelkleurige mozaïeken en de sprookjesachtige koppen van fantasiedieren. Misschien moet je er even aan Disney of de Efteling denken. In elk geval biedt dit park je een van de mooiste uitzichten over de stad.
Geniet je liever van gratis uitzicht over Barcelona, beklim dan de heuvel Turó de la Rovira, op loopafstand van Park Güell. Op deze ‘bunkers van Carmel’ stond tijdens de Spaanse Burgeroorlog het afweergeschut dat Barcelona moest beschermen. Nu is het een geliefde plek om naar alle kanten over de stad uit te kijken.
Bekijk de kleurrijkste plekken van Barcelona
Door de ogen van Kampioen Leon12. Barceloneta en El Born: vamos a la playa?
Wil je hartje Barcelona naar het strand, dan is de wijk Barceloneta je plek. Deze oude visserswijk ligt op loopafstand van het middeleeuwse centrum. Tot in de jaren negentig was het een wat armere schilderachtige wijk, met goede maar eenvoudige visrestaurants. Tegenwoordig bepalen toeristen er het straat- en het strandbeeld, vooral in de zomer. Daar is niet iedereen blij mee, maar je kunt er nog steeds goed eten en een duik in zee nemen.
Ook in de aangrenzende middeleeuwse wijk El Born ruik je de zee, al vind je hier geen stranden. De laatste decennia verrezen in El Born originele (design)winkels, hippe bars en trendy restaurants. De architectuur mocht er altijd al zijn. De gotische basiliek Santa Maria al Mar is een van de mooiste kerken van de stad. En het glas-in-lood-interieur van het Palau de la Música (net buiten de wijk) behoort tot Barcelona’s fraaiste art nouveau. Wie wil relaxen in de buitenlucht, gaat naar het Parc de la Ciutadella, ‘het Vondelpark van Barcelona’.
13. Montserrat: wandelen rond de gekartelde kloosterberg
Het bekendste dagtochtje vanuit Barcelona gaat naar het klooster van Montserrat, 50 kilometer landinwaarts. Dit bergachtige pelgrimsoord is gewijd aan de beschermheilige van Catalonië. Klooster en basiliek hebben een historie van ruim 1000 jaar, al zijn de meeste delen van het huidige gebouw veel minder oud. Er is ook een museum met een veelzijdige collectie schilderkunst. Bovendien kun je dagelijks om 13.00 uur een optreden bijwonen van het jongenskoor.
Ook voor natuurliefhebbers valt er veel te genieten. Het klooster van Montserrat staat in een fraai rotsachtig gebergte vol grillige vormen. Je kunt in dit natuurgebied mooie wandelingen maken, als je wilt urenlang. Op sommige toppen, zoals de Cim de Sant Jeroni (1236 meter), zie je bijna heel Catalonië liggen. Vanuit Barcelona bereik je Montserrat met de auto of trein. Je komt dicht langs de beroemdste Spaanse hockeystad Terrassa. Of kies voor een langere route door dé Catalaanse cava- en wijnstreek bij Penedès.
14. Tussen nonnen en voetballers in de wijk Pedralbes
Pedralbes is de chique wijk waar de beroemdste nummer 14 van Barcelona en Nederland lange tijd woonde. Deze hooggelegen groene buitenwijk wordt gekenmerkt door brede avenues, villa’s en de winkels en restaurants die je daarbij verwacht. Voetbalstadion Camp Nou is niet ver, dat verklaart de populariteit onder voetbaltrainers en voetballers. Lange tijd was Pedralbes een onafhankelijk dorp. Het was beroemd om het 14e-eeuwse klooster. Koningin Elisenda trok zich daar terug als non.
Dit Monestir de Pedralbes is nog altijd een bezoek waard. Zeker als je een wat minder bekende middeleeuwse bezienswaardigheid zoekt. Vooral de binnenplaats met de kloostergang van drie verdiepingen is een sieraad van gotische bouwkunst. Zie je jonge mensen met eieren rondlopen? Dat is een gift voor de nonnen die er nog altijd wonen. Het zou garant staan voor een zonnige trouwdag.