De mooiste stranden van Spanje
Van aan de Costa Brava tot aan de Costa Vasca
Spanje is een bergachtig land, rijk aan werelderfgoed, zoals dat van Granada en Toledo. De grootste trekpleister is en blijft echter het strand. Spanje heeft dan ook, zowel op het vasteland als op eilanden als Mallorca en Gran Canaria, talloze stranden. Dit zijn acht hele mooie.
Zoals gezegd, Spanje heeft erg veel stranden. Groot en druk, zoals bij badplaatsen als Benidorm en Torremolinos, maar ook stille strandjes tussen kliffen, met hooguit plaats voor twee handdoekjes. Met de klok mee, van aan de Costa Brava tot aan de Costa Vasca, totaal verschillend maar allemaal de reis waard, zijn dit acht mooie stranden,
1. Cala Montjoi (Roses, Costa Brava)
Roses ligt aan de Middellandse Zee, op minder dan 30 kilometer van Frankrijk. Een levendig plaatsje waar ondanks het toerisme de visserij belangrijk is gebleven. Het ligt aan een groot strand van fijn zand en met vele voorzieningen, vandaar dat het hier ’s zomers vrij druk is. Iets noordelijker vind je kleine, minder drukke stranden, zoals dat van Cala Montjoi, aan de rand van het Parque Natural del Cap de Creus. Zand met minikiezels, een halve kilometer lang en gemakkelijk per auto te bereiken.
Ooit was dit strand in trek bij fijnproevers, vanwege het restaurant van de wereldvermaarde chef Ferrán Adrià: El Bulli. Dat bestaat nu niet meer, maar je kunt hier aan de kust nog steeds voortreffelijk eten. En vanaf Cala Montjoi kun je, zwemmend, snorkelend of suppend, de afgelegen baaitjes in het natuurpark ontdekken. Voor een dagje uit tippen we de stad Gerona, die op 65 kilometer ligt.
2. Playa de Canadell (Calella de Palafrugell, Costa Brava)
De 200 kilometer lange Costa Brava (Wilde Kust) is vooral bekend omdat er elke zomer duizenden ̶ vaak jeugdige ̶ toeristen reizen naar de stranden (en clubs) van badplaatsen als Lloret de Mar en Platja d’Aoro. Aan de kust liggen echter ook tal van plaatsjes waar het hartje zomer weliswaar aanzienlijk drukker is dan anders, maar zelden superdruk.
Zoals Calella de Palafrugell, een hagelwit dorp, direct gelegen aan een van de fijnste zandstranden van de Costa Brava: Playa de Canadell. Vrij breed, aan een schone zee, kindvriendelijk en je vindt er gemakkelijk iets lekkers om te eten. Strand en dorp zijn goed bereikbaar per auto én liggen aan de Camino de Ronda, een fraai wandelpad naar Tamariu en Llafranc, ook weer twee dorpen met een strand.
3. Port de Sóller (Mallorca, Serra de Tramuntana)
Het eiland Mallorca telt 150 baaien en stranden. Met zand of kiezels, breed of smal, groot of klein. De lange, uitgestrekte stranden vol zonaanbidders vind je vooral in het noorden (bij Alcúdia) en zuiden (bij Arenal). De bergachtige westkust biedt vooral kliffen en baaitjes, al vind je ook bij het plaatsje Port de Sóller, verscholen in een kalme baai achter het Tramuntana-gebergte, een fijn strand. Een parasol huren of een ligstoel, waterfiets, bootje of supboard, het kan hier allemaal.
Rond de baai krult een boulevard met winkeltjes en fijne restaurants. Overdag eten hier ook dagjesmensen, want al sinds 1913 dendert er een tram op een neer naar het levendige bergstadje Sóller (een rit van 20 minuten) en Sóller zelf is vanuit de hoofdstad Palma bereikbaar met een oude, houten trein (een rit van 1 uur). Het omgekeerde kan natuurlijk ook: vanuit Port de Sóller hoofdstad Palma bezoeken.
4. Playa las Arenas (Valencia, Costa del Azahar)
Valencia bezit 1001 leuke boetiekjes, restaurants en bezienswaardigheden, van de eeuwenoude kathedraal (tip: beklim de toren) tot aan de futuristische Ciudad de las Artes y las Ciencias (Stad van Kunst en Wetenschap) met daarin Europa’s grootste aquarium (zie de foto). Daarnaast heeft de sinaasappelstad meerdere stranden, waarvan het brede Las Arenas erg in trek is bij zowel locals als reizigers. Want: 1200 meter fijn zand en van alle stranden ligt dit het dichtst bij het centrum.
Officieel heet het strand Playa del Cabanyal, maar elke Valenciaan noemt het Las Arenas, naar het oude badhuis met die naam waarin ̶ in de vorige eeuw ̶ menige welgestelde stadgenoot zich in de watten liet leggen. Naast het strand schittert de haven, omgeven door hippe eetgelegenheden, maar ook aan de boulevard vind je toprestaurants. Hartje zomer kan het druk aan zee zijn, maar het strand is prettig breed en hé, je zit hier dan wel op Las Arenas. Tip: veel meer over Valencia, de Costa del Alzahar en de Costa Blanca vind je in de ANWB Extra-reisgids Costa Blanca.
5. Playa de los Genoveses (Cabo de Gata, Costa de Almería)
Playa de los Genoveses is een lang en breed strand, dat in niets is te vergelijken met de stranden van de drukke costa’s. Het ligt in het natuurpark Parque Natural del Cabo de Gata, waar roze flamingo’s door de lucht vliegen, en het is omgeven door hoge rotsen en een kraakheldere zee. Een van de mooiste wandelingen die je in dit natuurpark kunt maken, voert vanaf hier tussen metershoge agaves naar Playa de Monsul, nog zo’n prachtig strand.
Je kunt echter ook via een onverharde weg tot bij Playa de los Genoveses komen. Neem dan wel je eigen eten en drinken, badlaken en parasol mee, want in dit paradijs zijn er nauwelijks voorzieningen. Tip voor het achterland: Mini Hollywood, een themapark, gebaseerd op de vele beroemde westerns die in Almería zijn opgenomen.
6. Playa de La Málagueta (Málaga, Costa del Sol)
Er wordt druk gevlogen op Aeroporto Málaga. Snel na de landing trekken veel toeristen óf naar de Costa del Sol bij Marbella en Torremolinos, óf landinwaarts naar steden als Granada en Sevilla. Veel minder blijven er in Málaga zelf. Terwijl de zee en het strand hier schoon zijn. Het is er gezellig, er zijn strandvoetbal- en volleybalveldjes, speeltuintjes en strandbars voor tapas of gegrilde sardientjes met een glas bier of sangria.
Tip: ga hier lekker vroeg zitten om de zon op te zien gaan. De stad ligt slechts een steenworp verder, met in het Centro Histórico terrasrijke pleinen, indrukwekkende kathedralen en kastelen ̶ zoals Alcazaba en Gibralfaro ̶ en bijzondere musea, zoals het Museo Picasso.
Ontdek ook: de mooiste natuur van Spanje
Bekijk 12 hoogtepunten7. Playa de Zahara de los Atunes (Cádiz, Costa de la Luz)
De Costa de la Luz is de Atlantische kust van Andalusië, in het zuiden van Spanje. Het Luz in de naam verwijst naar aan het zonlicht dat weerkaatst op de oceaan en de witte zandstranden. Eentje daarvan is Playa de Zahara de los Atunes, een 12 kilometer lang strand, met uitzicht op Afrika. En hiervan verwijst de naam zowel naar de Sahara (Zahara) als naar de tonijnen (atunes) die hier al eeuwen aan land worden gebracht en gezouten.
Vaak waait er een briesje, er zijn er enkele strandtenten waar je een ligstoel of een parasol kunt huren en er is een surfschooltje, maar erg druk is het hier niet. Knetterende waterscooters worden er niet verhuurd, wél kun je genieten van de ondergaande zon of uren wandelen. In het gelijknamige dorp zijn enkele restaurantjes en een openluchtbioscoop. Zorg voor eigen vervoer, voor een bezoek aan zowel het achterland (met het stadje Vejer de la Frontera) als het nabijgelegen Cádiz.
8. Playa de la Concha (San Sebastián, Costa Vasca)
De Baai van San Sebastián ligt aan de Golf van Biskaje, die zelf weer aan de Atlantische Oceaan ligt. En in de baai schittert de Playa de la Concha, een zandstrand, ruim 1300 meter lang en grenzend aan nog twee stranden: Playa de Ondarreta en Playa de Zurriola. Baai en stranden trekken naast zonaanbidders ook vele surfers en zeilers,.
Maar dé trekpleister is natuurlijk San Sebastián zelf. De stad pal aan de Playa de la Concha, met een oud centrum (de Parte Vieja), pintxos-barretjes, toprestaurants, een zeeaquarium, een berg met een panorama-terras en nog veel meer.