De mooiste bezienswaardigheden van Baskenland
Beklim de rots op het eiland San Juan de Gaztelugatxe, bewonder de architectuur van het Guggenheim Museum in Bilbao en wandel over de flysch-route langs de kust. Dit zijn de mooiste bezienswaardigheden van Baskenland.
Wat te doen in Baskenland?
De inwoners van Baskenland zijn trots op hun afkomst en streek. Zij voelen zich eerst Bask en pas in tweede instantie Spaans en hebben dan ook een eigen taal. Het is een controversieel stukje Spanje dat, met de ETA als voortrekker, het liefst onafhankelijk zou willen worden. De heftige strijd, vaak met aanslagen gepaard, behoort inmiddels tot het verleden en tegenwoordig is Baskenland uitgegroeid tot een populaire toeristische bestemming. Een heuvelachtig binnenland met natuurgebieden als Pagoeta, interessante steden als Bilbao en een schitterende kust met afwisselend grillige rotsen en brede zandstranden. En door de tempering van de Atlantische Oceaan is het hier in de zomer wat minder heet dan aan de costa’s aan de andere kant van het land. Ontdek de mooiste bezienswaardigheden van Baskenland.
1. Bermeo: historisch centrum van de walvisvaart
Gebouwd tegen de flanken van het heuvelachtige achterland schittert het vissersplaatsje Bermeo als een amfitheater rondom de kleurrijke haven. Van de 11e tot de 15e eeuw was de walvisvangst hier de belangrijkste bron van inkomsten. Het nagebouwde walvisschip in de haven en het wapen van Bermeo met een scène over de walvisjacht herinneren nog aan deze tijd. Tegenwoordig is makreel de voornaamste vis op het commerciële visserijmenu. Bekijk in de haven de verschillende gerelateerde sculpturen zoals de 8 meter hoge Olatua (golf), een stalen constructie van kunstenaar Nestor Basterretxea.
In het oude centrum van Bermeo is het alsof elk huis een andere kleur verf toebedeeld heeft gekregen. Het is een vrolijk bont geheel. Te midden hiervan staat de vijf verdiepingen hoge Torre Ercila uit de 15e eeuw. Breng een bezoek aan het hierin gevestigde visserijmuseum waar je kennismaakt met de levensstijl, gebruiken en technieken van de lokale vissers. Van fuiken tot scheepsminiaturen en van klederdracht tot antieke conservenblikken.
2. Als een pelgrim naar San Juan de Gaztelugatxe
Via een 10 kilometer lange bochtige kustroute vanuit Bermeo bereik je het pittoreske rotseiland Gaztelugatxe. Loop vanaf de dichtstbijzijnde parkeerplaats op de heuvel 3 kilometer door een bosrijk gebied, dan over een 100 meter lange stenen boogbrug en beklim op het eiland de zigzaggende trap met 241 treden naar de top van de 80 meter hoge rots. Bovenop prijkt de stenen San Juan de Gaztelugatxe-kapel, in de 10e eeuw gebouwd ter ere van Johannes de Doper.
Laat bij aankomst drie keer de klok luiden en doe een wens – die dan volgens de overlevering uit zou komen. In de loop van de eeuwen is de kapel gerestaureerd en hebben dankbare overlevenden van verschillende scheepsrampen giften achtergelaten zoals een stuurwiel of een scheepsminiatuur. Het uitzicht vanaf de rots is prachtig: je kijkt terug op de afgelegde weg, de schuimkoppen van het tegen de rotsen klotsende water, uit de zee oprijzende kliffen en de grillige kuststrook langs de Golf van Biskaje.
3. Het wereldberoemde Guggenheim Museum in Bilbao
De bekendste bezienswaardigheid van Baskenland is het met titanium platen belegde Guggenheim Museum in Bilbao. Dit gaf de voorheen wat grauwig aandoende stad de oppepper die het nodig had. Ook kregen de Nervión-rivier en kades een opknapbeurt en sinds deze facelift is Bilbao een populaire bestemming voor een stedentrip. Slenterend door de levendige Siete Calle (zeven straatjes) proef je de sfeer van het oude centrum met talloze gelegenheden om pintxos (Baskse tapas) te proeven.
Het in de zon blinkende Guggenheim Museum is in 1997 ontworpen door Frank Gehry. De vorm, lijkend op een groot schip, verwijst naar de vissers- en zeevaartgeschiedenis. De beeldende kunst rondom het museum, waaronder de Flower Puppy van Jeff Koons, maakt nieuwsgierig. De steeds wisselende exposities binnen tonen moderne kunst van Picasso tot Warhol. Bekijk de enige vaste tentoonstelling La Materia del Tiempo van Richard Serra, een serie metalen sculpturen van 4 meter hoge ronde vormen in een langwerpige ruimte.
4. De magische flysch-route langs de Baskische kust
Over een lengte van 13 kilometer langs de Baskische kust strekt de flysch-route zich uit. Flysch zijn sedimentaire kalksteen- en mergellagen, gevormd door het gedurende 60 miljoen jaar eroderende zeewater. Sommige liggen languit, als treinsporen in het natte zand, uitlopend in de zee. Andere staan als een verzameling langspeelplaten zij aan zij aan de kust en weer andere lijken op plat uitgesneden rijen golven, als een decor in een theater.
Ontdek de magie van dit zogenaamde ‘geopark’ tijdens een wandeling die begint bij de San Telmo-kapel in de badplaats Zumaia en eindigt in het dorp Deba. De route loopt deels over het strand, deels over kliffen van honderd meter hoogte, hier en daar verbonden met trappen. Dat garandeert telkens wisselende uitzichten en alternatief perspectief op dit natuurfenomeen: soms loop je er tussen en soms kijk je er over uit. Tip: check vooraf het getijdenschema, want de wandeling is alleen mogelijk bij laag tij.
5. San Sebastián: het Rio de Janeiro van Baskenland
Een halfronde baai door bergtoppen omgeven, aanlokkelijke zandstranden, een eiland voor de kust en een Christusbeeld dat boven alles uittorent. Rio de Janeiro? Zeker, maar ook de stad San Sebastián aan de Golf van Biskaje die qua ligging veel weg heeft van haar wereldberoemde Braziliaanse zus. Wandel naar de top van de 120 meter hoge Monte Urgull, aan de oostkant van de baai. Bovenop staat sinds 1950 het 30 meter grote Christusbeeld op het dak van een kasteelruïne. Het uitzicht over de stad, de baai en Isla Santa Clara is een plaatje.
Als je weer beneden bent, bereik je via de jachthaven het La Concha-strand. Aan dit 1,3 kilometer lange zandstrand is het heerlijk relaxen. Langs de 4 meter hoger gelegen promenade zorgt de versierde witte balustrade sinds 1910 voor de elegante afwerking. Statige gebouwen zoals Palacio de Miramar, herinneren hier aan de 19e en begin 20e eeuw toen het Spaanse koningshuis hier vakantie vierde.
6. Pelota Vasca: wie kaatst kan de bal verwachten
Een nietsvermoedende reiziger vraagt zich af waarom er zoveel blinde muren in de dorpen en steden van Baskenland staan. Bij navraag blijken dit ‘frontónes’ (kaatsmuren) te zijn. De trotse Basken hebben een eigen taal en cultuur en een typisch voorbeeld hiervan is Pelota Vasca, een traditionele sport die al eeuwenlang wordt beoefend. Op de Amerikaanse continenten speelt men een variatie onder de naam Jai Alai. Het lijkt op het Friese kaatsen – vandaar de blinde muren.
Spelers gooien elkaar via de muur de bal toe met de blote hand of met een kleine gebogen mand aan een handschoen. Maar als je in een Baskische bar je gezwollen en gekneusde hand laat zien als wapenfeit, ben je al snel een held. Woon een wedstrijd bij in de arena Frontón Atano III in San Sebastián. Wedden is een belangrijk onderdeel van dit sportieve fenomeen. Meng je tussen het publiek en waag een gokje vanaf de tribune, ook nog toegestaan als het spel al bezig is.
7. Vogels spotten in het Urdaibai-biosfeerreservaat
Behalve 200 meter hoge kliffen, bossen met steeneiken en beschutte zandstranden vind je in het Urdaibai-biosfeerreservaat een moeraslandschap waar vogelaars het hele jaar hun ogen uitkijken. Het gebied, rondom de Oka-riviermonding 40 kilometer ten oosten van Bilbao, ligt op de zogenaamde Oost-Atlantische vluchtroute voor trekvogels van het noorden van Rusland naar het zuiden van Afrika. In voor- en najaar is Urdaibai een rustplek tijdens de lange tocht voor onder andere lepelaars, visarenden en bruine kiekendieven.
Bezoek het Urdaibai Bird Center en leer alles over de vogeltrek en de circa 250 soorten vogels die hier gedurende het jaar voorkomen. Bewonder de vogels in hun natuurlijke habitat met behulp van de telescopen vanaf de toren bovenop het Bird Center. Wandel daarna naar het 350 meter verderop gelegen Orueta Observatory waar zandlopers en reigers zich thuis voelen in het ondiepe water tussen het riet.
8. De historisch symbolische eik van Guernica
Guernica is een bekende naam dankzij het gelijknamige schilderij van Picasso dat het bombardement op deze stad in 1937 als onderwerp heeft. Dit bombardement – door generaal Franco, geholpen door de nazi’s – vond plaats in de Spaanse Burgeroorlog en raakte de Basken recht in het hart. Guernica was namelijk de Baskische regeringszetel en vrijwel de hele stad werd vernietigd. Wat overbleef was het parlementsgebouw en de ernaast staande oude zomereik die daardoor van historisch symbolische waarde is geworden.
De eik die het bombardement overleefde was de derde eik op de plek in de tuin van het parlementsgebouw: geplant in 1858 en aan een schimmelziekte gestorven in 2004. Van de oorspronkelijke 14e-eeuwse boom kwamen hier vier nakomelingen. Bekijk ook het ronde opengewerkte mausoleum met Dorische zuilen, dat hier over een overgebleven stuk stam van het 18e-eeuwse (tweede) exemplaar is gebouwd. De nieuwste spruit werd in 2015 geplant en wordt door een hekwerk beschermd.
9. Voor rustzoekers: Parque Natural de Pagoeta
In natuurpark Pagoeta, genoemd naar de 678 meter hoge Monte Pagoeta, regeert de stilte. Het park ligt 25 kilometer ten westen van San Sebastián. Het bestaat voornamelijk uit dichte bossen met zomereiken, beuken en elzenbomen, hier en daar onderbroken door een gehucht als Orbelaun en glooiende weilanden. Het heeft een oppervlakte van 28 vierkante kilometer, half zo groot als nationaal park Hoge Veluwe. Het is niet alleen de natuur die hier wordt beschermd, maar ook het cultuurerfgoed. Neem een kijkje bij de 18e-eeuwse ijzergieterij met bijbehorende watermolen, een paar honderd meter vanaf het informatiecentrum van Iturrarán gelegen.
Verken het natuurgebied via de Faunaren Ibilbidea-route, een rondwandeling vanaf de Lukun-parkeerplaats. Over 6,5 kilometer gaat het pad – met een totaal hoogteverschil van 180 meter – op en neer door de bossen en weiden. Terwijl je onderweg geniet van het uitzicht over het groene heuvelland, deel je het gebied met vrij rondlopende paarden, koeien en schapen.
10. Typisch Basks: van appelcider tot doedelzak
Zelfs voor degenen die een aardig mondje Spaans spreken, zijn de borden in Baskenland onbegrijpelijk. Het Basks (Euskera) is een compleet andere taal dan het Spaans, ontstaan voordat de romaanse talen in Europa werden geïntroduceerd. Ook andere zaken waarvan je denkt dat ze typisch Spaans zijn, zoals paella, flamenco, castagnetten en sherry kom je hier niet of nauwelijks tegen. Uiteraard hebben de Basken hier goede alternatieven voor.
De lokale drank is sagardao, een licht alcoholische appelcider die ‘hoog’ wordt uitgeserveerd: afstand tussen fles en glas is bij het schenken een meter. Probeer hierbij in een restaurant in een kustplaats als Bermeo het Baskische alternatief voor paella: marmitako, een visstoofpot met tonijn als hoofdingrediënt. Op zondagen danst men op de dorpspleinen in het binnenland graag de mutxikos, waarbij de dansers de passen van de leider in een kring nadoen. Meedoen mag. En wanneer je doedelzakmuziek denkt te horen, dan komt dit uit de gaïta, een Baskische doedelzakvariant met geitleren blaasbalg.