Naar de inhoudLogo van de ANWBANWB Homepage

De mooiste bezienswaardigheden van Castilië-La Mancha

Bezoek een deel van Spanje waar de meeste toeristen aan voorbij gaan. Castilië-La Mancha is de twee na grootste autonome regio van Spanje, Nederland past er ruim twee keer in. Maar alleen de oude Spaanse hoofdstad Toledo trekt veel bezoekers. Voor de rest oogt deze dunbevolkte regio tussen Madrid en Andalusië leeg. Op het eerste gezicht misschien een tikje saai. Steden en dorpen vol cultuurhistorische rijkdom liggen minder voor het oprapen dan in buurregio Castilië-León. Toch vind je verspreid over de hoogvlakte van Castilië-La Mancha heel wat bezienswaardigheden.

Wat te doen in Castilië-La Mancha?

Volg de sporen van de literaire held Don Quichot bij de molens van Consuegra. Proef de garnachas, tempranillos en airéns van ’s werelds grootste wijnregio. Klauter omhoog tussen de rots- en grotwoningen van Alcalá del Jucar. Dwaal door 2000  jaar geschiedenis in Toledo. Dit zijn tien van de mooiste bezienswaardigheden van Castilië-La Mancha.

1. Toledo: roltrap naar de Middeleeuwen

Hoog boven de rivier de Taag ligt de oude Spaanse hoofdstad Toledo. Een doolhof van smalle, hellende straten met een enorme dichtheid aan monumentale gebouwen. Toledo wordt wel het ‘geheugen van Spanje’ genoemd: er ligt bijna 2000 jaar geschiedenis opgeslagen. In die geschiedenis lopen christelijke, joodse en Arabische invloeden in elkaar over. Dat zie je aan de middeleeuwse synagogen, de 1000 jaar oude moskee die later kerk werd, maar ook aan de mix van bouwstijlen van stadspoort Puerta del Sol, klooster San Juan de los Reyes en kerk Santiago del Arrabal.

De gotische kathedraal, die als een geheven vinger boven de stad uitsteekt, is van binnen een (kunst)wereld op zich. Met een weelde aan schilderijen. Vooral van El Greco, dé schilder van Toledo. Zijn werk is ook elders in de stad te zien, zoals in het Museo El Greco. Je kunt te voet naar het oude centrum, maar dat is een pittige klim. Krachten sparen? Laat je door de Recaredo-roltrap afzetten bij de middeleeuwse stadspoorten.

2. De ridderlijke magie van Toledo: dwalen door kriskras-straatjes

Je denkt in Toledo al snel aan de Middeleeuwen en aan de riddertijd. Komt ook door de zwaarden die je op elke straathoek kunt kopen. Al 600 jaar is Toledo de stad van de zwaardenmakers. Ook in Hollywood-films als Gladiator en Lord of The Rings vechten de acteurs met zwaarden ‘made in Toledo’. In de 20e eeuw stichtte een groep beroemde kunstenaars een heel andere ‘Ridderorde van Toledo’. Filmmaker Buñuel, schilder Dalí en dichter García Lorca werden zo gegrepen door de middeleeuwse magie van Toledo dat ze als moderne ridders door de zigzag-straten wilden dwalen. Op zoek naar inspiratie en avontuur. Bij voorkeur ’s nachts na wat alcohol. Maar ook nuchter kun je hun voorbeeld volgen. De magie van Toledo is groot genoeg, ook overdag.

Realiseer je wel dat Toledo dicht bij Madrid ligt en veel dagtoeristen trekt. Voor rustige dwaaltochten zijn de vroege ochtend en de namiddag het best. Tip: bekijk het silhouet van het oude Toledo ook van een afstand. Het mooiste uitzicht heb je bij de Mirador del Valle aan de overzijde van de Taag.


3. De adelaar(s) van Toledo en de Spaanse Serengeti

Op de hooggelegen Paseo del Miradero in Toledo staat een standbeeld voor Federico Bahamontes. Deze ‘adelaar van Toledo’ was de eerste Spanjaard die de Tour de France won en wordt gezien als de beste klimmer uit de wielergeschiedenis. Hij won negen keer de bergtrui in de Tour, de Vuelta en de Giro. Maar eerst fietste hij om te overleven door de hellende straten in en rond Toledo. In het hongerige Spanje van na de Burgeroorlog kwam hij aan de kost door de zwarte markten in de omgeving af te fietsen en voedingsmiddelen te vervoeren. 

Ligt je hart meer bij vliegende dan bij fietsende adelaars, speur dan naar keizerarenden en naar monniksgieren in Nationaal Park Cabañeros in de Montes de Toledo. Een weinig bezocht natuurgebied in dit gebergte. Verspreid tussen de graslanden staan steeneiken die het landschap op sommige plekken aan de savanne doen denken. Vandaar de bijnaam ‘Spaanse Serengeti’. Leeuwen en antilopen zie je er niet, edelherten en wilde zwijnen komen wel veel voor.


4. De betovering van Cuenca en La Ciudad Encantada

Zoals veel steden in het hart van Spanje, heeft Cuenca een fraaie kathedraal en Plaza Mayor. Maar het is vooral de ligging die dit Unesco-werelderfgoed bijzonder maakt. De oude bovenstad van Cuenca balanceert hoog op de rotsen, boven een kloof. Het beroemdst zijn de ‘casas colgadas’: twee historische huizen waarvan de balkons boven het 60 meter diepe ravijn hangen. Je ziet ze het mooist vanaf de Puente San Pablo.

Voor nog meer rotsachtige betovering rijd je 30 kilometer noordwestwaarts. Daar vind je La Ciudad Encantada: ‘de betoverde stad’. In dit natuurgebied zie je rotsen en gesteentes gevormd door een eindeloze dialoog met water, wind en ijs. Volg er het 3 kilometer lange wandelpad vanaf de parkeerplaats. Tussen de rotsen met hun surrealistische vormen krijg je het gevoel door een mythische stad te lopen. Een labyrint van reuzen, olifanten en andere fantasiefiguren.


5. Volg Don Quichot tussen Consuegra en Lagunas de Ruidera

‘Kijk uit wat u doet heer, dat zijn geen reuzen daar in de verte, dat zijn windmolens. En wat armen lijken, zijn de wieken.’ Toch gaf Don Quichot zijn paard de sporen. De held uit het boek van Cervantes stormde met getrokken lans op de wiekende windmolens af. Hongerig naar ridderavonturen en beneveld door de leegte van La Mancha, bekeek hij de wereld door een literaire bril. Don Quichot mag dan een verzonnen held zijn, ruim 500 jaar na zijn creatie is hij nog altijd springlevend. Een cultureel icoon.

Volg het spoor van Don Quichot langs plekken die het decor van zijn avonturen vormden. Bij de windmolens van Consuegra. Of het stijlvolle dorp Villanueva de los Infantes, waar de bronzen standbeelden van Don Quichot en Sancho Panza je opwachten. In het dorp El Toboso woonde de boerendochter in wie de fantaserende ridder een prinses zag. Zoek je landschappelijke afwisseling, bezoek dan de groene oase Lagunas de Ruidera. Meren waarvan in het boek wordt gezegd dat ze betoverd zijn.

6. Fuentealbilla en de voetballer die ons de wereldtitel kostte

De Spaanse voetballer Andrés Iniesta zorgde er in 2010 persoonlijk voor dat Spanje en niet Nederland het WK voetbal won. Alle begrip als je liefst met een grote boog om zijn geboortedorp (niet ver van Alcalá del Júcar) heen rijdt. Raak je toch in dit onopvallende dorp Fuentealbilla in de Manchuela-wijnstreek verzeild, dan kun je op diverse plekken zout in de WK-wond strooien. Er staat een sculptuur van de wereldbeker. En de oud-middenvelder bezit een huis in de naar hem vernoemde straat. Met embleem van FC Barcelona.

Het mini-museum dat de grootouders van de middenvelder opzetten in de bar Lujón is inmiddels gesloten: alleen tijdens wedstrijden van FC Barcelona komt de lokale fanclub er nog samen. Voor het wijnhuis (vooraf reserveren) dat Iniesta enkele jaren terug buiten het dorp begon, staat een standbeeld. Je kunt er ook een klein museum met voetbalfoto’s en -prijzen bekijken. En vooral Iniesta’s wijnen proeven. Geen garantie dat ze de WK-kater wegspoelen.

7. Alcalá del Júcar en de Grand Canyon van La Mancha

La Mancha is niet alleen maar een eindeloze hoogvlakte. Ten noordwesten van Albacete vind je een smalle rivierkloof met hoge kliffen en veel groen. De rivier de Júcar baant zich daar een weg. In dat decor is een wit dorp gebouwd op en tegen de rotsen. Voor een deel zelfs in de rotsen. Kijk maar eens in de grotwoningen met hun lange tunnels, zoals El Diablo en Masagó. Steek de middeleeuwse brug over en klim omhoog door de smalle, hellende straten. Richting het kleine kasteel uit de Moorse tijd dat het hoogste punt van het stadje vormt.

Als je klaar bent met wandelen, maar nog niet met ontdekken: stap in een kajak en verken de Júcar-kloof vanuit een andere hoek. Of rijd met de auto door deze kloof en ontdek meer mooi gelegen dorpen, zoals Jorquera.


8. Almagro: een plein als een theaterdecor

Als je de films van Pedro Almodóvar kent, komt Almagro je misschien bekend voor. De regisseur groeide op in deze streek en filmde er scènes voor diverse films, zoals Volver. Verder is Almagro buiten Spanje nauwelijks bekend. Toch is alleen al het langgerekte stadsplein met zijn groene galerijen een paar drankjes waard. Sommigen vinden het een van de mooiste pleinen van Spanje.

Dwaal ook door de straten rond het plein, met kerken en herenhuizen. Je ziet dat deze stad rijkdom heeft gekend: de bankiers van keizer Karel V, de Fuggers, beheerden in de buurt een kwikzilvermijn.

De reden waarom veel Spanjaarden Almagro kennen, is theater. Elke jaar in juli barst hier het theaterfestival los en spelen de beroemdste Spaanse en internationale gezelschappen klassieke toneelstukken. Hét theater van Almagro is Corral de Comedias aan de Plaza Mayor, het enige nog actieve Spaanse theater dat sinds de vroege 17e eeuw nauwelijks is veranderd.

9. La Mancha: wijngaarden, olijfgaarden en ‘gazpacho’

Castilië-La Mancha is niet alleen de streek van Don Quichot, maar ook van zijn schildknaap Sancho Panza. Steeds als Don Quichot aan heldendaden denkt, denkt Sancho Panza aan lekker eten of wijn. Nog altijd eet en drink je goed in deze streek. Ze produceren er ruim de helft van alle Spaanse wijn, de meeste (paarse) knoflook en saffraan. Na Andalusië levert Castilië-La Mancha ook de meeste olijfolie van Spanje. Ook voor kaasliefhebbers is het smullen in deze streek van schaapherders. De bakermat van Spanje’s beroemdste kaas, de manchego.

Proef ook andere regionale klassiekers zoals sopa de ajo (knoflooksoep), pisto (soort ratatouille), marsepein uit Toledo of een van de vleesrijke stoofschotels, zoals gazpacho manchego. Laat je niet misleiden door de naam: deze gazpacho heeft niets te maken met de koude Andalusische soep. Tot slot een sprookjesachtige eettip: perdiz escabechada (patrijs). Sprookjes eindigen in het Spaans altijd met: ‘Fueron felices, comieron perdizes’. ‘Ze waren gelukkig en aten patrijs.’

10. Sigüenza: klein stadje met grootse kathedraal

Castilië betekent kasteel en die naam is niet toevallig gekozen. Nog altijd zie je op veel plekken kastelen en burchten. Ook in Sigüenza. Dit stadje (vierduizend inwoners) ligt een stuk ten noordoosten van Madrid. Daar waar Castilië-La Mancha en Castilië-León elkaar raken en waar je ‘s zomers soms tussen de bloeiende lavendelvelden staat (bij Brihuega). Behalve het kasteel (nu een parador-hotel) geven ook de stadspoorten en hellende straten Sigüenza charme.

Maar hét monument van Sigüenza is de romaans-gotische kathedraal. Stoer en sierlijk tegelijk. Met verfijnde rozetvensters en twee bastiontorens. Ook van binnen is de kathedraal rijker versierd en ruimer van opzet dan je zou verwachten in zo’n klein stadje. Bekijk zeker het indrukwekkende grafmonument voor de jong gestorven schildknaap van koningin Isabella: de doncel. De schildknaap zit niet hoog te paard en heft zijn zwaard niet, maar ligt rustig te lezen. Bijna sereen.

Speciaal voor jou geselecteerd

Shop nu
Al gepakt voor je vakantie? 

Shop hier alles voor je vakantie naar Spanje en vertrek goed voorbereid van huis! Zo vergeet je niets.

Pechhulp op vakantie 

Met Wegenwacht Europa is de beste hulp altijd dichtbij. Zo kun je, ook bij pech, van je vakantie blijven genieten.

ANWB Doorlopende Reisverzekering 

Ga goed verzekerd op reis. De doorlopende reisverzekering van de ANWB is als beste getest door de Consumentenbond.

1e jaarextravoordeel
ANWB Creditcard 

Makkelijk je vakantie boeken en wereldwijd snel en veilig betalen. Nu het eerste jaar 50% korting op de Gold Card.