De mooiste bezienswaardigheden van Mecklenburg-Vorpommern
Mecklenburg-Vorpommern ligt helemaal boven in Duitsland. Voor de Duitsers zelf behoort deze dunbevolkte streek ook als vakantieregio tot de top. Maar voor Nederlanders blijft de noordoostelijke regio nog een beetje onder de radar. Het Oostzee-eiland Rügen is met zijn witte krijtrotsen de bekendste bezienswaardigheid. Toch heeft ook de rest van ‘Meck-Po’ veel te bieden. Zie in de herfst de kraanvogels landen op de Oostzee-eilanden. Verken het Zweedse verleden van Hanzesteden Stralsund en Wismar. Fiets de zeearenden achterna rond de meren van Nationaal Park Müritz. En ontdek wat het eiland Usedom te maken heeft met de eerste man op de maan. Ook als je houdt van kastelen, zit je perfect’. In het sprookjeskasteel van Schwerin stap je zelfs in de geschiedenis van ons koningshuis. Dit zijn tien van de mooiste bezienswaardigheden van Mecklenburg-Vorpommern.
Wat te doen in Mecklenburg-Vorpommern?
1. Rügen: Oostzee-eiland met Caribisch tintje
Rügen is het grootste Duitse eiland. Ons Texel past er ruim vier keer in. Bij het juiste licht waan je je op de witte stranden aan de turquoise zee in de Cariben. Nog kleurrijker wordt het als je in het noordoosten van het eiland vanaf het strand omhoog kijkt naar de sneeuwwitte krijtrotsen die afsteken tegen de groene bossen. Vanaf de 118 meter hoge krijtrots Königsstuhl kijk je uit over de Oostzee en de kustlijn. Een uitzicht dat al werd vereeuwigd door de grootste Duitse romantische schilders, zoals Caspar David Friedrich. Je bereikt dit uitzichtpunt via een wandeling door de oeroude beukenbossen van Nationaal Park Jasmund.
Voor nog meer uitzicht en bosrijke natuurbeleving neem je het boomtoppenpad bij Prora. Je loopt hier op hoogtes tot 17 meter, met als uitschieter het houten uitzichtplatform Adlerhorst. Dat is 40 meter hoog en staat bovendien op een 40 meter hoge heuvel. Vergezichten naar alle kanten. Het spiraalvormige bouwwerk zelf nodigt ook uit tot fotograferen.
2. Rügen tussen keizertijd en nationaalsocialisme
Stijlvol zijn ze bijna allemaal, de badplaatsen op Rügen die al in de 19e eeuw geliefd waren bij aristocraten. Bijna overal zie je de rieten strandstoel, die in deze streek uitgevonden werd en inmiddels een Duits icoon is. Eleganter nog dan de strandstoel is de architectuur van de badplaatsen. Putbus wordt de witte stad genoemd. Maar ook de pier van Sellin en de rijkversierde gevels van Binz zijn hoogtepunten van de eilander badarchitectuur. De tijd van de keizers en hertogen lijkt er dichtbij.
Rügen is ook verbonden met recentere hoofdstukken uit de Duitse geschiedenis. Het meest omstreden bouwwerk van het eiland is de 4,5 kilometer lange ‘kolos van Prora’. Die werd op initiatief van Hitler gebouwd als vakantieparadijs dat ruimte moest bieden aan twintigduizend arbeiders. In praktijk werd het nooit voor dat doel gebruikt en tegenwoordig doet een gerenoveerd deel dienst als appartementencomplex. Een ander deel ziet er nog zo uit als in de jaren veertig.
3. Vang de meeste Duitse zonnestralen op Usedom
Het eiland Usedom wordt wel de badkuip van Berlijn genoemd. Al rond 1900 was het geliefd bij rijke Berlijners en ook de keizer zelf kwam er graag. Vooral in het dorp Bansin zie nog de elegante villa’s uit die tijd. Ook de dorpen Heringsdorf, met Europa’s een na langste pier (508 meter), en Ahlbeck hebben stijl. De stranden in die laatste plaats zijn geliefd bij naturisten. Die traditie gaat in Duitsland terug tot de keizertijd en kende op Rügen en Usedom een hoogtepunt in de communistische tijd. Hoewel er nu op de meeste stranden badkleding wordt gedragen, telt Usedom nog zo’n tien naaktstranden.
Usedom heeft niet de krijtrotsen van Rügen en ook de bossen op het buureiland zijn rijker.
Maar qua strand en zee, kan Usedom zeker de concurrentie aan. Wat dit eiland extra aantrekkelijk maakt, is het klimaat: op weinig andere plekken in Duitsland schijnt de zon vaker dan hier. Reken op zo’n 2000 zonuren per jaar, nog iets meer dan Rügen. Best verrassend voor dit noordoostelijkste hoekje van het land.
4. De bommen en maanraketten van Peenemünde
Op het eiland Usedom denk je niet meteen aan ruimtevaart en oorlogsgeschiedenis. Toch werd hier vanaf 1936 in het grootste geheim gewerkt aan (en getest met) de vliegende V1-bom en de V2-raket. Dit was de eerste raket die de dampkring verliet. Raketgeleerde Wernher von Braun had de leiding, duizenden dwangarbeiders werkten mee. Vanaf 1944 werd de raket ingezet bij bombardementen op Londen en Antwerpen. Merkwaardig genoeg kreeg Von Braun na de oorlog een sleutelrol in het Amerikaanse ruimtevaartprogramma. Mede dankzij hem zette Neil Armstrong in 1969 als eerste mens voet op de maan.
De oude elektriciteitscentrale in Peenemünde is nu een museum dat je inzicht geeft in de Duitse raketbouw en de wijze waarop die zowel de oorlog als de ruimtevaart een nieuwe draai gaf. Je kunt delen van de oude fabriek bezoeken en je ziet er een nagebouwde V2. Kuifje-fans herkennen er waarschijnlijk de raket uit de stripboeken in: de tekenaar gebruikte de V2 als inspiratie.
5. Darss: het mooiste strand ter wereld
Mecklenburg-Vorpommern telt veel van de mooiste stranden van Duitsland en niet alleen op de eilanden. Voor natuurliefhebbers is ook het Weststrand van schiereiland Darss een aanrader. Het noordelijke deel werd door de tv-zender Arte zelfs tot de mooiste twintig stranden ter wereld gerekend. Het is hagelwit en vaak heerlijk leeg. Bijzonder is dat het grenst aan het bos Darsser Wald. Aan de boomtakken zie je uit welke richting de wind vaak waait. Wandel je hier na storm, dan kun je zelfs barnsteen vinden: het Baltische goud.
Strand en bos zijn onderdeel van Nationaal Park Vorpommersche Boddenlandschaft. Je komt er alleen te voet of op de fiets. Wandel bijvoorbeeld vanuit Prerow in een uurtje naar de vuurtoren. Daar zie je bij helder weer de krijtrotsen van het Deense eiland Møn. Vanaf de vuurtoren is het nog een klein uur naar de noordelijke strandopgang.
6. Trompetterende geluksvogels rond Darss-Zingst
Boodschappers van geluk. Bodes van wijsheid. Weinig vogelsoorten spreken zo tot de verbeelding als kraanvogels. Mecklenburg-Vorpommern is een van de beste Europese regio’s om ze te zien. In de herfst en het voorjaar pauzeren daar tienduizenden kraanvogels, op hun trektocht tussen Scandinavië en Zuid-Spanje. Trompetterend komen ze bij het eerste en laatste zonlicht aanvliegen, met gestrekte halzen. Oktober en maart zijn vaak de beste maanden. In de herfst zijn er meer, maar in maart zie je ze met wat geluk dansen en springen tijdens de balts.
Op diverse plekken in de regio maak je kans deze sierlijke vogels te zien. Het eiland Hiddensee bijvoorbeeld en het oostelijke deel van Rügen of Nationaal Park Müritz. Tot de allerbeste locaties behoort het schiereiland Darss-Zingst en omgeving. Op de dijk tegenover het eiland Kirr zie je de vogels vaak overvliegen bij zonsopkomst- en ondergang. Om de vogels van dichtbij te bekijken is het observatiecentrum Kranorama heel geschikt, bij de Günzersee, net ten zuiden van Zingst.
7. Nationaal Park Müritz: het grootste Duitse merengebied
Mecklenburg-Vorpommern heeft niet alleen de langste kustlijn van Duitsland, het telt ook verreweg de meeste meren: meer dan tweeduizend. Daartussen valt de 117 vierkante kilometer grote Müritzsee het meest op: het is het grootste meer dat volledig in Duitsland ligt. Het ligt in Nationaal Park Müritz, dat behalve uit water vrijwel volledig uit bos bestaat.
Huur in het leuke stadje Waren een kano, roei- of zeilboot en verken het meer. Heb je niet genoeg aan de bijna 400 vierkante kilometer van het meer, dan kun je altijd doorsteken naar de andere meertjes van de Mecklenburgische Seenplatte. Liever fietsen? De 80 kilometer lange Müritz Rundweg brengt je helemaal rond het meer, maar er zijn ook vele kortere fietsroutes. Kijk af en toe omhoog: met wat geluk zie je hier vis- en zeearenden zweven. En in het najaar kraanvogels. Houd ook de weg in de gaten: er kan zomaar een hert oversteken.
8. Het sprookjeskasteel van Schwerin en de Oranjes
In Mecklenburg-Vorpommern staan ruim tweeduizend kastelen, burchten en landhuizen. De favoriet van velen is het kasteel van Schwerin, dat wel het Neuschwanstein van het Noorden wordt genoemd. In werkelijkheid doet het kasteel met zijn torens en koepel meer denken aan de Franse kastelen langs de Loire dan aan dit Beierse sprookjeskasteel. Behalve de architectonische schoonheid, is het vooral de natuurlijke setting die dit 19e-eeuwse kasteel zijn charme geven: gebouwd op een eiland en omringd door barokke kasteeltuinen.
Dit kasteel heeft ook een Nederlands tintje: prins Hendrik, de man van koningin Wilhelmina, bracht er een deel van zijn jeugd door. Het kasteel staat daarom ook op de Oranjeroute, langs Duitse plaatsen die een band hebben met het Nederlandse koningshuis.
9. Hiddensee en de kleurenfilm van Angela Merkel
‘Je bent de kleurenfilm vergeten, nu gelooft niemand meer hoe mooi het was.’ Tot veler verbazing nam Angela Merkel in 2021 afscheid als bondskanselier op de klanken van het lied Du hast den farbfilm vergessen. Deze hit van punkzangeres Nina Hagen gaat over een vakantie op het eiland Hiddensee in de tijd van de DDR.
Hiddensee ligt naast Rügen en is vergeleken met deze reus maar een klein eiland: half zo groot als Vlieland. Met zijn lange en smalle vorm lijkt het een beetje op een zeepaardje. In tegenstelling tot Rügen en Usedom is het niet via auto- en spoorwegbruggen te bereiken. Alleen met de boot, vanuit Stralsund en vanaf Rügen. Maar wat het meest opvalt, is dat Hiddensee net als Vlieland en Schiermonnikoog autovrij is. Dat maakt het een eiland van rust en natuur, inspiratiebron van schilders en dichters.
10. De Zweedse hoofden van Hanzestad Wismar
Vier middeleeuwse Hanzesteden telt Mecklenburg-Vorpommern. Rostock is met ruim 200.000 inwoners verreweg de grootste, maar Greifswald, Stralsund en Wismar (alle circa 50.000 inwoners) doen qua schoonheid niet onder. Stralsund en Wismar zijn beide Unesco-werelderfgoed. In de oude binnensteden zie je herenhuizen met stijlvolle gevels en enkele van de fraaiste en grootste Duitse kerken uit de baksteengotiek.
Ook het marktplein van Wismar mag er qua omvang zijn: anderhalf voetbalveld. Het witte stadhuis trekt de meeste aandacht, maar ook herenhuizen als ‘De oude Zweed’ springen in het oog. Die naam verwijst naar de tweehonderd jaar dat de Zweden het hier voor het zeggen, hadden in de 17e en 18e eeuw. Ook de ‘Zwedenkoppen’ die je in de haven ziet staan, gaan terug tot die tijd. Deze kleurrijke houten hoofden met elk vier ogen - twee in het hoofd en twee op de helm - kijken je op verschillende plekken in de stad aan, bijvoorbeeld in de oude haven.