De mooiste bezienswaardigheden van Piemonte
Ontdek de geheimzinnige Romeinse ruïnes van Aosta, bezoek het Borromeo-eiland Isola Madre dat door een botanische tuin is overwoekerd en strijk met een chocolade-ijsje neer op paleizenplein Piazza Castello in Turijn. Dit zijn de mooiste bezienswaardigheden van Piemonte.
Wat te doen in Piemonte?
Piemonte uitpluizen aan de hand van de mooiste bezienswaardigheden is een groot genot. Kunst- en cultuurliefhebbers treffen het in deze noordwestelijke regio van Italië met Turijn en de kleurrijke kapellen van Sacro Monte di Varallo. Avonturiers verkennen het Fenestrelle Fort – na de Chinese Muur de langste vesting ter wereld. Fijnproevers stippen hun route linea recta naar Alba uit, waar snuffelende honden naar witte truffels in de grond speuren en sommeliers de lokale kwaliteitswijn Barbaresco schenken. Maar waarom zou je kiezen? Met deze bezienswaardigheden pak je alle pluspunten van Piemonte mee.
1. De 43 kapellen van Sacro Monte di Varallo
Sacro Monte di Virallo in Varallo, Italië
Verspreid over het noorden van Italië vind je negen Sacro Monti, oftewel Heilige Bergen. Bij elk van deze negen bedevaartsoorden op hoogte, staan meerdere kapellen bij elkaar. De Sacro Monte di Varallo uit 1480 is het oudst, te vinden in de gemeente Varallo. Je loopt hier op 600 meter hoogte – al dan niet met een gids – langs 43 kapellen met beeldhouwwerken die verhalen over het Christendom uitbeelden.
De kapellen hebben elk een eigen bijbelse setting en dragen namen als De Visitatie, Verleidingen en De Wederopstanding van Lazarus. Bekijk in de kapellen de kleurrijke houten beelden van christelijke figuren, gemaakt door uiteenlopende kunstenaars. Muurschilderingen zorgen voor extra kijkgenot. Zo zie je in de kapel van De Samaritaanse Vrouw bij de Put een nagebouwde stenen waterput met houten poppen die Jezus en een vrouw uit Samaria uitbeelden. Het fresco op de achterwand, met boeren afgebeeld in een tarweveld, maakt de levendige scène compleet.
2. Bloemrijk Borromeo-eiland Isola Madre in Lago Maggiore
Kleurrijke bloementuin van Isola Madre, Italië
Lago Maggiore is 60 kilometer lang en maximaal 10 kilometer breed. Het meer vormt een natuurlijke grens tussen de regio’s Lombardije en Piemonte. In de grootste westelijke inham, tussen de plaatsen Verbania en Stresa, liggen de drie kleine Borromeo-eilanden: Isola Madre, Isola dei Pescatori en Isola Bella. Deze zijn vernoemd naar de Borromeo-familie, een van de rijkste en bekendste geslachten uit de Italiaanse geschiedenis.
Isola Madre wordt vrijwel compleet in beslag genomen door de Giardini Botanici dell’Isola Madre, een van de oudste botanische tuinen van Italië. Loop hier tussen de olijfbomen, citroenbomen, palmbomen en kleurrijke planten als blauwe regen, azalea’s en camelia’s. In de 16e-eeuwse villa Pallazo Borromeo huist de permanente tentoonstelling Teatrini delle Marionette, met levensgrote poppen die het luxe leven van de Borromeo’s illustreren. Droom weg bij de volledig ingerichte decors. Bijvoorbeeld die van de eetkamer – compleet met porseleinen servies en met goudstof beklede stoelen.
3. Piazza Castello in Turijn: plein met twee paleizen
Indrukwekkende Piazza Castello in Turijn, Italië
Een handig beginpunt om de stad Turijn te verkennen is het centraal gelegen Piazza Castello. Op een zwoele zomeravond geniet je bij een van de fonteinen van een ijsje uit een gelateria. Bijvoorbeeld een Penguino, het allereerste met chocolade overgoten ijsje op een stokje. Een smakelijke Turijnse uitvinding. Het plein biedt ook meerdere mooie bezienswaardigheden, waaronder de paleizen Palazzo Madama en Palazzo Reale (Koninklijk Paleis).
Palazzo Madama is van origine een middeleeuws kasteel met een geïntegreerde Romeinse stadspoort uit 45 v. Chr. Binnen vind je het Museo Civico d’Arte Antica. Verken dit vier verdiepingen tellende museumpaleis met onder meer Romeinse funderingen, porseleinwerken, meubelen en kunstobjecten uit de 17e en 18e eeuw. Palazzo Reale uit 1646 was tot 1865 het koninklijk verblijf en is sinds 1948 opengesteld voor publiek. De bibliotheek met 200 duizend boeken – waaronder de codex over de vogelvlucht van Da Vinci – is een van de vele indrukwekkende vertrekken.
4. Het Nationale Automuseum in Turijn
Het Nationale Automuseum in Turijn, Italië
Turijn is de thuisbasis van het automerk Fiat. Voor fans van deze auto’s, maar ook van Formule 1-wagens en motorvoertuigen in het algemeen, is het smullen in Museo Nazionale dell’Automobile, oftewel het Nationale Automuseum. Dit is dé plek om antieke bolides van dichtbij te bekijken, zoals de koetsachtige Fiat HP 12 uit begin 20e eeuw. In totaal loop je langs bijna tweehonderd auto’s, verdeeld over drie verdiepingen. De totale oppervlakte van het museum bedraagt 19.000 vierkante meter en is dus 2,5 keer zo groot als het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Het aanbod van het Nationale Automuseum is gevarieerd. Je komt langs de eerste Italiaanse auto’s, zoals een Bernardi uit 1896, tot moderne auto’s die op zonne-energie werken. De wagens staan in chronologische volgorde van bouwjaar opgesteld met aan het einde de modernste modellen. Met de MAUTO-app op je mobiel vraag je gaandeweg achtergrondinformatie op. Voor de fervente kilometervreter wordt het niet veel beter.
5. Het koninklijk jachtpaleis in Stupinigi
Het imposante jachtpaleis Stupinigi, Italië
‘Als een verrassing aan de horizon’: zo ontwierp architect Filippo Juvarra het Rococo-paleis Stupinigi op 11 kilometer ten zuiden van Turijn. Opvallend genoeg verpakte Juvarra zijn ‘verrassing’ totaal niet. Hij liet Stupinigi juist vrij in het zicht bouwen. Als je erop aanrijdt, heb je het bouwwerk dat tussen 1729 en 1734 is gebouwd al ver voor aankomst volop in je vizier. Onder andere te herkennen aan het hertenbeeld op het koepeldak.
Het terrein van Stupinigi, voluit Palazinna di caccia di Stupinigi geheten, is ruim 31.000 vierkante meter groot. Het paleis zelf telt 137 kamers, waarvan een deel is opengesteld voor publiek. Binnen in het voormalige jachtslot van de adellijke familie Savoye zie je onder meer plafonds met barokke schilderijen van jachttaferelen. Vooral van mannen op paarden – met lange rode jassen en klassieke driepunthoeden – vergezeld van groepen jachthonden.
6. Sint-Michielsabdij: symbolisch hoogtepunt
Het 10e-eeuwse klooster Sint-Michielsabdij in Piemonte, Italië
Op de 962 meter hoge Pirchiriano-berg in Sant’Ambrogio di Torino staat de Sacra di San Michele. Je mag ook gewoon Sint-Michielsabdij zeggen. Het 10e-eeuwse klooster is een symbool van Piemonte. Het is zowel een tongbreker als een bezienswaardigheid die de tongen losmaakt, onder meer vanwege de prachtige ligging op het puntje van de Pirchiriano. Vanaf de abdijtorens kijk je uit over het Valle di Susa-dal en de stad Turijn, die 40 kilometer oostwaarts ligt.
Aan de buitenkant van de Sint-Michielsabdij, tussen het oude kloostergedeelte en de kelder, vind je het standbeeld van de aartsengel Michaël – aan wie de abdij is gewijd. Bestijg ook de middeleeuwse Dodentrap, waarbij je oude graven passeert. De stenen pilaren die je vervolgens binnen in de abdij tegenkomt, baren opzien met gedetailleerde uitsneden van vogels tot bloemmotieven.
7. Op trappentocht in het driedelige Fenestrelle Fort
Het Fenestrelle Fort in Valle Chasone, Italië
Het Fenestrelle Fort in Valle Chasone in west-Piemonte is na de Chinese Muur de langste vesting ter wereld. Het 3 kilometer uitgestrekte bouwwerk, dat begin 18e eeuw is afgerond, bestaat uit drie onderdelen: San Carlo, Tre Denti en Valli. Deze liggen als rijstvelden trapsgewijs in elkaars verlengde, tegen de 2878 meter hoge Monte Orsiera op. De overdekte trap Scala Coperta (vierduizend treden) en de open trap Scala Reale (drieduizend treden) verbinden de onderdelen met elkaar.
Er zijn drie rondleidingen mogelijk: van 1, 3 of 7 uur lang. Met de 7 uur durende tour ga je letterlijk de berg in, waar je de kilte van de vochtige bergwanden op je huid voelt. Het beklimmen van de duizenden traptreden is best pittig, want ze zijn smal en hoog – gemaakt voor ezels die vroeger voorraden aanleverden. Je komt tot 1800 meter boven zeeniveau, met betoverend uitzicht op de Chissone-vallei en besneeuwde Alpen.
8. Alba: smaakvolle truffelstad
Witte truffels uit Alba, Italië
Schimmels kunnen hoogst irritant zijn, maar niet als het gaat om de witte Alba-truffel. Die wil je juist wél op je bord hebben. En dan het liefst geraspt over vers bereide pasta. Deze zwam met de intense geurcombinatie van knoflook, kaas en champignon komt uit de stad Alba. De lekkernij wordt ook wel het witte goud genoemd. Dit vanwege zijn witte kleur en kostbaarheid. Zo is er in 2019 in Alba een dergelijke ‘tartufo bianco’ van een kilo verkocht voor 120.000 euro.
Het hoogseizoen van de Alba-truffel loopt van oktober tot en met januari. Deze smaakbom komt uit de grond en wordt gelokaliseerd met behulp van snuffelende honden. Combineer een gerecht met witte truffel eens met de stevige rode streekwijn Barbaresco. Deze draagt het label Denominazione di Origine Controllata e Garantita (DOCG), dat de allerhoogste kwaliteit waarborgt.
9. Militaire fietspaden in de Alpen
Groene wijngaarden van Barbaresco, Italië
Verken Piemonte eens per fiets. In de ruige bergen van het Alpengebied in het noordelijke deel van Piemonte, hebben oude militaire wegen plaatsgemaakt voor fietspaden. Bedenk wel dat sommige hogerop gelegen cols heuse kuitenbijters zijn. De Via del Sale – de Zoutroute – is bijvoorbeeld een uitdagend parcours met pittige beklimmingen. Hiervoor moet je twee dagen reserveren, want er wordt gemiddeld 10,5 uur gerekend om de 121 kilometer en ruim 2300 hoogtemeters te overbruggen vanuit Limone Piemonte.
Liever een iets minder uitdagende route? Tussen Cantarana en Barbaresco ligt een relatief vlakke route van 39 kilometer die eventueel tot 53 kilometer is te verlengen. Hierbij rijd je door de bossen van Roero en fiets je langs wijndorpen als Barbaresco. Ook truffelstad Alba biedt routes van 45 tot 55 kilometer. Hierbij houd je de Tanar-rivier aan je zijde en passeer je de kastelen Guarene en Cisterna.
10. De geheimzinnige Romeinse ruïnes van Aosta
Ruïnes van het amfitheater Teatro Romana, Italië
Erop of eronder? Bij de Romeinse ruïnes van de voormalige vestingstad Aosta kan het allebei. Bovengronds vind je het Teatro Romana, een voormalig amfitheater van 81 bij 64 meter groot. Gebouwd naar de wens van de Romeinse keizer Augustus, die regeerde van 27 v. Chr. tot 14 n. Chr. Tegenwoordig valt vooral nog de 22 meter hoge rechthoekige façade met bogen op en loop je tussen de resten van steunpilaren en een thermaal bad.
Bezoek ook Criptoportico Forense, een gewelfde kelder voorzien van veel boogconstructies. Of dit Romeinse ondergrondse stelsel een doorgang was, een overdekte marktplaats of een militaire graanschuur? Niemand durft het met zekerheid te zeggen. Op het videoscherm in de minibioscoop wordt wel – roulerend in het Italiaans, Engels en Frans – de Romeinse geschiedenis van Aosta verder uit de doeken gedaan. Leerzaam en een tikje geheimzinnig.
11. Bijzondere beestenboel in Grotta di Bossea
De Grotta di Bossea, Italië
De Grotta di Bossea (of Bossea-grot) is het eerste Italiaanse grottenstelsel opengesteld voor het publiek. Al sinds 1874 komen er reizigers op af. De druipsteengrot is sinds 1948 voorzien van een elektrische lichtinstallatie. Die helpt je bij het bekijken van de tunnels, watervallen en meren. En bij het lezen van achtergrondinformatie op een aantal A4-tjes die je meekrijgt (ook Nederlands), omdat de gids enkel Italiaans spreekt.
Je rondgang met gids begint met een afdaling van ongeveer zeshonderd traptreden. Eenmaal beneden zie je zeeën van spitse stalagmieten en stalactieten die als scherpe slangentanden uit het plafond en de bodem steken. Leer daarnaast over de bijzondere inwoners als de blanke miljoenpoot en lokale hangmatspin. Ook zijn er dierlijke botten gevonden van 12.000 tot 80.000 jaar oud. In de Berensalon vind je een samengesteld skelet van een enorme beer die de Bossea-grot gebruikte om haar winterslaap te houden en welpen te werpen.