15 x: dit moet je zeker zien & doen in Venetië
Venetië is misschien wel de mooiste stad ter wereld. Het is één groot, romantisch openluchtmuseum waar de ene straathoek nog fotogenieker is dan de andere. Vrijwel alles is er oogverblindend, maar deze 15 bezienswaardigheden wil je echt niet missen.
Wat te doen in Venetië?
Beklim de klokkentoren Campanille op het Piazza San Marco, tuur op Ponte di Rialto naar boten, gondels en vaporetti, ga eilandhoppen, bewonder de mooiste Venetiaanse kunst ... In Venetië valt zoveel leuks en interessants te doen dat je tijd te kort komt. Daarom tippen wij 15 bezienswaardigheden die je zeker gezien (of gedaan) moet hebben.
1. Het sprookjesachtig mooie Piazza San Marco
Het San Marcoplein tippen in Venetië is net zoiets als zeggen dat je de Eiffeltoren zeker niet mag overslaan als je in Parijs bent, maar om deze trekpleister kun je nou eenmaal niet heen. Napoleon noemde het al ‘de mooiste salon ter wereld’, en de beste man had er kijk op: het is er – zeker als je de drommen toeristen wegdenkt – sprookjesachtig mooi. De marmeren paleizen, de elegante portieken en de vele handwerkwinkels en cafés vormen ondanks hun verschillende bouwstijlen een harmonieus geheel. Ook de uitbundige San Marcobasiliek met haar weelderige koepels en de klokkentoren Campanile (het hoogste gebouw van de stad) bevinden zich hier. Die laatste kun je beklimmen. Doen! Al is het maar voor het weidse uitzicht over het plein en de lagune. Na de klim heb je wel een versnapering verdiend. Maar daar kun je beter een andere plek voor uitkiezen, tenzij je bereid bent de hoofdprijs te betalen.
2. Palazzo Ducale: kunst én een beroemde gevangenis
Het Dogepaleis ligt óók aan het San Marcoplein, maar verdient een eigen vermelding. Dit is de plek waar eeuwenlang de ‘doge’ woonde, het staatshoofd van Venetië. De belangrijkste raden van de stadstaat vergaderden hier. Je hoeft geen architectuurliefhebber te zijn om de looks van het gotische paleis te kunnen waarderen. Neem ook zeker binnen een kijkje, want daar zijn werken te vinden van bekende schilders als Titiaan, Tintoretto en Bellini. En je kunt er de vertrekken van de doge, de wapenkamer en de cellen van de gevangenis bezichtigen. Giacomo Casanova – je weet wel, de man wiens naam synoniem is geworden voor rokkenjager – was de enige die ooit wist te ontsnappen uit de gevangenis, in 1756.
Bij de gevangenis kom je via de beroemde Brug der Zuchten. De brug heet zo vanwege de zucht die veroordeelden naar verluidt slaakten als ze van de rechtszaal naar de gevangenis werden gebracht en vanuit de kleine raampjes nog een laatste blik konden werpen op de beeldschone lagune die ze voorlopig niet meer zouden zien. Je kunt het ze zelf nadoen.
3. Uren turen naar gondels op de Ponte di Rialto
Nog zo’n highlight die je simpelweg niet kunt overslaan bij een bezoek aan Venetië. Dat moet je ook niet willen, want de Rialtobrug mag er wezen. Het is de oudste brug over het Canal Grande – al was het vroeger een houten exemplaar. Vanaf het hoogste punt van de stenen boogbrug heb je een schitterend uitzicht over de belangrijkste waterweg van de stad. Hier wil je wel uren blijven turen naar de boten, gondels en vaporetti. Bonustip: hier vlakbij ligt het winkelcentrum Fondaco dei Tedeschi. Een prima plek voor wat retail therapy, maar nog beter: het dakterras is een van de mooiste uitzichtpunten van Venetië. Je kunt er gratis en voor niets op, maar vanwege de populariteit moet je wel even reserveren van tevoren.
4. Mercato di Rialto: la dolce vita op haar best
Kramen vol kleurrijke paprika’s, sinaasappels, druiven en al het andere groente en fruit van het seizoen. Aan de voet van de Rialtobrug staan ze elke ochtend (behalve zondag) uitgestald op de Mercato di Rialto, de grootste versmarkt van Venetië. Je dagelijkse boodschappen zul je er als bezoeker misschien niet halen, maar het is al heerlijk om hier gewoon rond te struinen en te aanschouwen hoe Venetianen hun inkopen doen. Van dinsdag tot en met zaterdag is hier ook de vismarkt Mercato del Pesche te vinden. Dé plek om een vers visje weg te happen, als je ervan houdt. Liever borrelhappen en wijn? Dan kun je terecht bij een van de vele bacari (wijnbarretjes) rondom de markt, waar ze cicchetti (kleine hapjes) serveren. Dit is la dolce vita op haar best!
5. Synagogen en Hebreeuwse kunst in het voormalige Joodse Ghetto
In het noordelijke stadsdeel Cannaregio ligt de voormalige Joodse wijk, het Ghetto. Toen Joden op veel andere plekken al werden vervolgd, konden ze in Venetië nog een relatief rustig bestaan leiden. Maar toen veel uit Spanje verjaagde Joden vanaf 1509 hun heil zochten in Venetië, werd bij wet bepaald dat ze zich in een eigen wijk moesten vestigen. De wijk, die uit drie delen bestaat, is enkel door twee bruggen verbonden met de rest van de stad. Het duurde niet lang of de buurt was overbevolkt: op het hoogtepunt, aan het einde van de 17de eeuw, woonden er vijfduizend mensen op 2 hectare. Daarom werd er de hoogte in gebouwd: dit is het enige deel van Venetië met huizen van zes of meer verdiepingen. Tegenwoordig is het geen echt Joodse wijk meer, maar de synagogen, winkels, het Museum voor Hebreeuwse Kunst en de koosjere restaurants herinneren nog aan vroeger. Een historisch interessante plek, met een bijkomend voordeel: het is hier doorgaans een stuk rustiger dan in het toeristische centrum.
6. Kunstwerken bewonderen in Santa Maria Gloriosa dei Frari
Venetië is een en al overdaad. Daarbij vergeleken is de gotische Frarikerk, of I Frari, van de buitenkant relatief sober. Het was ooit het godshuis voor het armere deel van de Venetiaanse bevolking. Aanvankelijk was het dan ook een weinig opzienbarende kerk, maar in de loop der eeuwen werd het interieur aangekleed met grafmonumenten en kunstwerken. En niet van de minsten: er hangen twee beroemde werken van Titiaan. Het ene is ‘Madonna di Ca’Pesaro’ uit 1526, het andere de revolutionaire ‘Assunta’ (Tenhemelopneming van Maria, 1516-1518). Romancier Louis Couperus omschreef die laatste als ‘het juweel van Venetië’, en toneelschrijver Oscar Wilde noemde het ‘de beste plaat in Italië’. Napoleon was er waarschijnlijk ook van onder de indruk, want hij eiste het op als oorlogsbuit bij de verovering van Noord-Italië. Na wat omzwervingen hangt het schilderij nu weer op de plek waarvoor Titiaan het schilderde. Gaat dat zien!
7. Varen over Venetië’s levensader Canal Grande
Het Canal Grande is de levensader van Venetië. De 3800 meter lange waterweg slingert als een sierlijke ‘S’ door de stad. Aan de oevers staan de weelderigste panden, want wie geld had, moest en zou aan het water wonen. Het kanaal laat zich natuurlijk het beste beleven vanaf het water zelf. Dat kan op verschillende manieren. De goedkoopste is de Vaporetto (lijn 1). Deze waterbus zigzagt tussen het San Marcoplein en het treinstation van de ene oever naar de andere. Voor een tientje mag je zo’n 75 minuten meevaren. Een overtocht met een traghetto (een publieke gondel) is nog goedkoper (2 à 3 euro), maar daarmee steek je alleen in één rechte lijn het kanaal over. Een romantisch tochtje in een echte gondel kost je zo’n 80 euro voor een minuut of 40. ’s Avonds betaal je nog meer. Maar hé, nu je er toch bent …
8. San Giorgio Maggiore: eiland met het allermooiste uitzicht
Op het eilandje San Giorgio Maggiore kun je Venetië pas echt goed bewonderen. Neem voor het allermooiste uitzicht waterbus Vaporetto 2, pak de lift naar het uitkijkplatform van de klokkentoren van de San Giorgio Maggiorekerk - en geniet. Het San Marcoplein, het Dogepaleis, het Canal Grande en een zee van torens, daken, palazzi, bruggen en kanalen strekken zich onder je uit. Grote kans dat je hier in alle rust kunt staan tot je er genoeg van hebt (is dat ooit zo?), want dit gedeelte van de stad is stukken minder toeristisch dan de overkant waar het op uitkijkt. Als je je ogen toch hebt weten los te weken van de droomwereld beneden, ga dan ook even bij de kerk naar binnen. Daar hangen enkele beroemde schilderijen van Ricci en Tintoretto.
9. Als een filmster op het strand van Lido di Venezia
Hoewel de hele stad aan het water ligt, is een dagje strand niet iets wat je direct met Venetië zult associëren. Toch kan dat hier ook uitstekend, en wel op het eiland Lido. Stap op een van de Vaporetti (lijn 1 bijvoorbeeld) en je bereikt de plek waar het jaarlijkse filmfestival van Venetië wordt gehouden. Een fijne manier om even aan de drukte van de overweldigende stad te ontsnappen. Strijk neer op het grote openbare strand in het noorden of waan je een filmster op een van de prijzige privéstranden bij de hotels. Twee hotels hier hebben een rijke historie. Het ene, Hôtel Des Bains, speelde een grote rol in Thomas Manns beroemde boek (en de gelijknamige film) Death in Venice. Helaas is het illustere hotel inmiddels gesloten. Nog wel open is Hotel Excelsior, waar grootheden als Winston Churchill, Marlene Dietrich en Ingrid Bergman regelmatig verbleven. De glorietijden van het hotel liggen duidelijk in het verleden, maar al sippend van een Bellini (gepureerde perzik met prosecco) op het prachtige terras merk je daar helemaal niets van.
10. Eilandhoppen langs glasblazers en de mooiste kathedraal
Heb je na de twee voorgaande tips de smaak te pakken? Ga een hele dag eilandhoppen met de Vaporetto. Keuze genoeg, want in de lagune van Venetië liggen er meer dan 120. Glasblazerseilandje Murano ligt het dichtst bij Venetië. Hier wordt al sinds de 13de eeuw het inmiddels wereldberoemde Venetiaanse glas geblazen. Een ander leuk eilandje is Burano, met zijn zéér Instagramwaardige gekleurde huizen. Veel kleurrijker nog dan de beroemde Handelskade in Willemstad op Curaçao. Je wordt er spontaan vrolijk van. Zowat elke straathoek is hier fotogeniek. Cultuursnuivers komen aan hun trekken op het groene eilandje Torcello. Hier vind je de kathedraal van Santa Maria Assunta uit 639, het oudste gebouw van de lagune, met mozaïeken die worden beschouwd als de mooiste uit de Veneto-Byzantijnse stijlperiode. Lijn 12 meert aan bij alle drie de genoemde eilanden.
11. Libreria Acqua Alta: Venetië’s bijzonderste boekwinkel
© Dimitris Kamaras, Flickr
Wie van boeken houdt, moet zeker even binnenstappen bij Libreria Acqua Alta. Hier staan de boeken rijendik opgestapeld langs de wanden, in badkuipen en in gondels. Omdat Venetië in de winter nog weleens wil overstromen, is dat laatste uit praktisch oogpunt niet eens zo’n gek idee. Ook als je niets met boeken hebt, is dit rommelige winkeltje een hele bezienswaardigheid. Op de boeken liggen ook nog eens katten te soezen, en buiten vind je een van boeken gemaakte trap. Ga doordeweeks als je topdrukte wilt vermijden, want het winkeltje is klein en inmiddels geen goed bewaard geheim meer.
12. Een gokje wagen in het oudste casino van Europa
Er zijn verstandiger manieren om je geld uit te geven, maar voor één keer kan het een bijzondere belevenis zijn een gokje te wagen in het wereldberoemde Casinò di Venezia. Het bestaat sinds 1638 en is daarmee het oudste casino van Europa. Maar het paleis aan het Canal Grande waar het casino tegenwoordig in huist (het Palazzo Vendramin-Calergi) is nog om een andere reden beroemd: de Duitse componist Richard Wagner stierf er in 1883 aan een hartinfarct na een ruzie met zijn echtgenote Cosima. Het paleis is bovendien een van de eerste Venetiaanse paleizen in renaissancestijl én vanaf het balkon van het restaurant heb je een spectaculair uitzicht over het kanaal. Reden genoeg om een uitspatting voor jezelf te verantwoorden. Om naar binnen te mogen moet je wel een beetje netjes gekleed gaan, dus kom niet aankakken in je strandkloffie.
13. Naar de opera in het overdadige Teatro la Fenice
Altijd al een keer naar de opera of het ballet willen gaan? Dan is Venetië daar de perfecte plek voor. Bijvoorbeeld in het Teatro La Fenice. Vanbuiten is het niet veel bijzonders, maar vanbinnen weet je niet wat je ziet. Enorme kroonluchters, overdadig versierde balkons, fluwelen fauteuils en een met engelen beschilderd plafond vechten om de aandacht. Ook de akoestiek is buitengewoon. Het Fenikstheater is niet voor niets een van de bekendste theaters van Italië. Het pand werd in zijn geschiedenis twee keer in de as gelegd bij een brand (in 1836 en 1996), maar gelukkig beide keren weer snel in oude luister hersteld. Een grote voorstelling in de hoofdzaal van het theater – de plek waar je zijn moet – kost tussen de 100 en 200 euro. Wie het theater vanbinnen wil zien zonder daarvoor een voorstelling te bezoeken, kan overdag ook gewoon een rondleiding met audiotour volgen.
14. Genieten van de kunstcollectie van Peggy Guggenheim
Als je even wilt ontsnappen aan alle drukte en hectiek van de stad is de Peggy Guggenheim Collection een fijne oase. Hier draait het om moderne kunst uit het begin van de 20ste eeuw. De collectie is ondergebracht in het Palazzo Venier dei Leoni, dicht bij het Canal Grande, waar kunstverzamelaar Peggy Guggenheim zelf woonde tot haar overlijden in 1979. In een huiskamerachtige setting worden de meest indrukwekkende schilderijen tentoongesteld. Jackson Pollock, Piet Mondriaan, Pablo Picasso, Georges Braque, Marcel Duchamp, Kandinsky, Joan Miró, Salvador Dalí, Mark Rothko: ze zijn allemaal vertegenwoordigd. En buiten is er nog een beeldentuin.
15. Volop Venetiaanse kunst in Gallerie dell’Accademia di Venezia
Ben jij meer van de oude kunst? Dan moet je in dit museum zijn. Hier vind je de grootste collectie van Venetiaanse kunst ter wereld, met werken uit de middeleeuwen tot en met de 19de eeuw. Onder anderen Bellini, Canaletto, Titiaan, Tintoretto en Veronese hangen hier. Stijlen als renaissance, gotiek, barok en rococo komen er samen. Het bekendste werk dat het museum huisvest is waarschijnlijk de Vitruviusman van Leonardo Da Vinci (die ook een bekende rol speelt in de bestseller De Da Vinci Code van Dan Brown), maar vanwege de broosheid van de tekening wordt die maar heel zelden aan het publiek getoond. Ga rond openings- of sluitingstijd als je de ergste drukte wilt vermijden. Trek zo’n anderhalf uur uit voor je bezoek, dan heb je het meeste wel gezien.