Wie heeft wanneer voorrang?
De voorrangsregels nog eens uitgelegd
Veel mensen worstelen in het verkeer met de voorrangsregels. Voorrang verlenen betekent: betrokken bestuurders in staat stellen ongehinderd hun weg te vervolgen. Wanneer moet je bijvoorbeeld een voetganger voor laten gaan en hoe zit het ook alweer met die onverharde weg? Een overzicht van de voorrangsregels en -borden.
1. Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
De hoofdregel is dat bestuurders voorrang moeten verlenen aan andere bestuurders die van rechts komen. Maar er zijn een aantal uitzonderingen.
- Bestuurders op een onverharde weg moeten voorrang verlenen aan bestuurders op een verharde weg.
- Bestuurders moeten voorrang verlenen aan een tram.
- Bestuurders die afslaan, moeten voorrang verlenen aan het verkeer dat hen op dezelfde weg tegemoetkomt óf zich op dezelfde weg naast (links of rechts dicht achter hen) bevindt. Dat noemen we ‘rechtdoor op dezelfde weg gaat voor’.
- Alle weggebruikers moeten voorrang verlenen aan een voorrangsvoertuig mét blauw zwaai-, flits- of knipperlicht en sirene aan. Het gaat om voertuigen van de politie, de brandweer en diensten voor spoedeisende medische hulpverlening. Er bestaat overigens geen regeling voor de voorrang tussen voorrangsvoertuigen onderling. Wel geldt er een maximumsnelheid voor voorrangsvoertuigen.
- Bestuurders moeten in de meeste gevallen voorrang verlenen aan een rouwstoet.
2. Voorrangsregels voor voetgangers
Wanneer moet je een voetganger voor laten gaan? Een voetganger is een zogenaamde zwakkere verkeersdeelnemer; hij is geen bestuurder, maar wel een weggebruiker en daarmee onderdeel van het verkeer. Bestuurders moeten voetgangers die bij een zebrapad oversteken, of op het punt staan dit te doen, voor laten gaan. Als je dit niet doet riskeer je een boete van € 420.
Bestuurders moeten blinde voetgangers met blindenstok en voetgangers die zich moeilijk voortbewegen, ook overal voor laten gaan. Als bestuurder moet je een voetganger voorrang verlenen als je afslaat, als de voetganger rechtdoor op dezelfde weg zijn weg vervolgt. Bij het uitvoeren van een bijzondere manoeuvre, zoals bij het verlaten van een uitrit of achteruitrijden laat je een voetganger ook altijd voor gaan.
Lees meer over voetgangers en voorrang.
3. Voorrang fietsers
Hoewel fietsers net als voetgangers als zogenaamde zwakkere verkeersdeelnemers worden aangeduid, zijn zij toch bestuurders. Voor hen gelden dezelfde voorrangsregels als voor elke andere bestuurder.
Meer over voorrang voor fietsers.
4. Voorrang op kruispunten en rotondes
Er zijn verschillende soorten kruispunten. Er zijn kruispunten met verkeerslichten, -borden en -tekens die regelen welke bestuurder voorrang moet verlenen en waar je een weggebruiker voor moet laten gaan. Dit noem je ongelijkwaardige kruisingen. Hieronder valt ook een kruising van een verharde (klinkerpad) en een onverharde weg (een zandpad). Bestuurders op de onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op de verharde weg, ook als die bestuurders van links komen.
Op een gelijkwaardig kruispunt staat niets aangegeven. Hier gelden de gewone verkeersregels:
- Bestuurders moeten voorrang verlenen aan bestuurders van rechts.
- Bestuurders die afslaan, moeten het verkeer dat hun op dezelfde weg tegemoetkomt of dat zich op dezelfde weg naast, dan wel links of rechts dicht achter hen bevindt, voor laten gaan.
- Bestuurders die naar links afslaan, moeten tegemoetkomende bestuurders die op hetzelfde kruispunt naar rechts afslaan voor laten gaan. Dit noemen we ‘korte bocht gaat voor lange bocht’.
Lees meer over voorrang op kruispunten.
Voorrang op een rotonde
Voorrang op een rotonde wordt over het algemeen door borden en haaientanden geregeld. Haaientanden betekenen: de bestuurder moet voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. Is dat niet zo, dan geldt de regel: rechts gaat voor.
Lees meer over voorrang op een rotonde.
5. Voorrangswegen
Er bestaan voorrangswegen en voorrangskruisingen. Wanneer je een voorrangskruising nadert, dan herken je deze aan een driehoek met een rode rand. Hierin staat een zwarte balk met een dwarsbalkje (bord B3, B4 en B5). Bestuurders op de kruisende weg zien een omgekeerde witte driehoek met een rode rand (bord B6). De betekenis is: verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg. Bord B6 staat ook bij kruisingen met een voorrangsweg. Een voorrangsweg herken je aan bord B1, een witte ruit met daarin een geel vlak.
6. Voorrang tram en bus
De tram heeft een uitzonderlijke positie in het verkeer. Bestuurders moeten voorrang verlenen aan (bestuurders van) een tram. Trambestuurders hoeven bij het afslaan bestuurders die rechtdoor gaan op dezelfde weg niet voor te laten gaan. En ook ‘de korte bocht gaat voor lange bocht’, geldt niet voor een trambestuurder. Zij moeten zich wel houden aan alle verkeersborden, tekens- en -lichten. Dus bij haaientanden moet de trambestuurder voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. En een trambestuurder moet voetgangers voor laten gaan bij een zebrapad.
Voor de bus gelden over het algemeen dezelfde regels als voor alle andere bestuurders. Uitzondering hierop is als een bus wegrijdt bij een halte binnen de bebouwde kom. Binnen de bebouwde kom moeten bestuurders aan buschauffeurs de gelegenheid geven van een bushalte weg te rijden op het moment dat hij met zijn richtingaanwijzer aangeeft dat hij weg wil rijden. Buiten de bebouwde kom moet de bus wachten.
Voor de tram en bus geldt: wanneer jij als weggebruiker verhindert dat de passagiers normaal kunnen in- en uitstappen, riskeer je in 2023 een boete van € 280.
7. Voorrang bijzondere verrichtingen auto
Bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren, moeten het overige verkeer voor laten gaan. Denk aan achteruitrijden, keren, fileparkeren, wisselen van rijstrook of in- en uitvoegen.
Voorrang bij gelijktijdig uitvoeren bijzondere verrichting
Tussen bijzondere verrichtingen onderling bestaat geen rangorde. Dat levert soms lastige situaties op. Denk aan weven: het gelijktijdig wisselen van rijstrook of gelijktijdig in- en uitvoegen. Meestal gaat de uitvoeger eerst, omdat die een hogere snelheid heeft.
Ongeval bij gelijktijdig uitvoeren bijzondere verrichting
Ontstaat er een ongeval bij het gelijktijdig uitvoeren van een bijzondere verrichting? Dan zijn beide bestuurders aansprakelijk voor de schade. Let wel: als bestuurder A al een inhaalmanoeuvre heeft uitgevoerd, dan geldt dat bestuurder B wel voorrang moet verlenen.
8. Voorrang woonerf
In een woonerf of 30 km zone gelden de normale voorrangsregels. Bij een gelijkwaardig kruispunt hebben bestuurders van rechts dus voorrang. Kom je uit een uitritconstructie (bijvoorbeeld hoogteverschil door een oprit)? Dan moet je alle weggebruikers voor laten gaan.
Boetes geen voorrang verlenen
Als je geen voorrang verleent en ‘gepakt’ wordt, moet je flink in de buidel tasten. Geef je bijvoorbeeld geen voorrang aan verkeer van rechts of aan een tram, dan betaal je een boete van € 250.
Voorrangsregels in het buitenland
Ga je met de auto Europa door of ben je van plan in het buitenland een auto te huren, check dan voordat je weggaat welke verkeers- en voorrangregels er in de betreffende landen gelden. In de meeste landen kunnen Nederlanders prima uit de voeten en in heel Europa geldt net als in Nederland: rechts heeft voorrang.
Opvallende verschillen zijn er bijvoorbeeld in de aanduiding van een voorrangsweg. Zo heeft Frankrijk geen haaientanden, maar dikke witte blokken en ligt er in Spanje en Duitsland een dikke witte streep op de weg als je een voorrangsweg nadert. In de bergen heeft meestal stijgend verkeer voorrang op het dalend verkeer, maar het voertuig dat het makkelijkst uit kan wijken, gaat aan de kant.
Lees je dus goed in de verkeersregels per land en riskeer geen (hoge) boetes. Kijk in de ANWB Reiswijzer voor de verkeersregels van jouw vakantieland.
Verkeersborden voorrang
Welke voorrangsverkeersborden zijn er? De bekendste zijn wel het voorrangskruispunt bord: de omgekeerde witte driehoek met rode rand ('pas op, je nadert een voorrangsweg en jij moet dus voorrang verlenen') en de witte ruit met oranje rand ('je rijdt op een voorrangsweg'). Hier vind je een overzicht van alle verkeersborden die voorrang aangeven. Het ronde bord met rode en zwarte pijl geeft aan dat zwart – jouw tegenligger – voorrang heeft, het blauwe bord met rode en witte pijl geeft aan dat jij (wit) voorrang hebt.
Zie ook:
Invoegen
Rotondes
Strepen op de weg
Voorrang buiten de bebouwde kom