Eerste rijtest Audi A1 Sportback
Kleine gezinsauto heeft voor zijn marktintroductie nog een kwaliteitsslag te maken
De Audi A1 is toe aan zijn tweede modelgeneratie. Wij konden als eerste met de kleine gezinsauto op pad tijdens de voorrondes van de Auto van het Jaar-verkiezing, waarvan de ANWB al sinds jaar en dag in de jury zit.
De oorspronkelijke Audi A1 kende een wat weifelachtige start. De Benjamin uit Ingolstadt kwam alsnog tot volle bloei, toen de Duitsers in 2012 een vijfdeurs variant introduceerden. De driedeurs uitvoering keert dan ook niet meer terug.
De vorige A1 was rond en aaibaar; dit nieuwe model strak en hoekig. Je zou zelfs kunnen beweren dat de auto een retro-tintje heeft gekregen, daar het front overeenkomsten vertoont met dat van de Audi Sport Quattro; een roemruchte rally-auto uit het verleden van het merk. En teruggrijpen naar dat verleden is misschien helemaal niet zo’n gek idee, als je weet dat de belangrijkste concurrent voor de A1 de Mini is.
De Audi ziet er niet alleen anders uit, hij is ook gegroeid. De wielbasis nam met bijna 10 centimeter toe, zodat nu ook volwassenen achterin plaats kunnen nemen. Voor wie langer is dan 1.90 meter, gaat dat nog steeds maar nét. De inhoud van de kofferbak, inclusief een in hoogte verstelbare bagagebodem, bedraagt minimaal 335- en maximaal 1.090 liter; dat zijn tientallen liters meer dan voorheen. Helaas is de forse tildrempel bij het oude gebleven.
De A1 Sportback, zoals het model voluit heet, staat op hetzelfde platform als de Volkswagen Polo en Seat Ibiza. De vanafprijs bedraagt € 25.995. Voor dat geld krijg je een 116 pk sterke 1.0-liter benzinemotor met turbo; een 95 pk sterke instapversie volgt voor het einde van het jaar. Voorlopig is de Audi echter duizenden euro’s duurder dan zijn zustermodellen. Dan kom je niet weg met alleen een andere carrosserie; vandaar dat Audi de wielophanging en dempers specifiek voor de A1 heeft ontwikkeld, om het model een eigen karakter mee te geven.
De Duitsers streefden er naar de A1 de sportiefste hatchback te maken in zijn klasse. Dat lijkt ze aardig gelukt: los van de dikke, 200 pk sterke benzinemotor in onze testauto – waarvan het nog maar de vraag is of –ie ook in Nederland gaat worden gevoerd - voelt de Audi lichtvoetig aan en stuurt mooi precies.
Zo bescheiden als zijn omvang is, zo groot is de aanvullende veiligheidsuitrusting die je op de A1 kunt bestellen. Belangrijkste noviteit is een parkeerhulpsysteem, dat ook over een camera aan de voorzijde beschikt om je te waarschuwen voor eventueel kruisend verkeer bij het verlaten van je plek. Het zicht over je rechterschouder is er echter flink op achteruit gegaan, nu Audi heeft besloten het derde zijruitje te laten vervallen ten gunsten van een dichte C-stijl, zoals die ook op hun crossover de Q2 wordt gevoerd.
Op het eerste gezicht zijn de Duitsers er in geslaagd om de kleine gezinsauto te voorzien van een hoogwaardig interieur. Zo is de A1 bijvoorbeeld verkrijgbaar met het chique digitale instrumentarium van zijn grotere broers, inclusief een joekel van een infotainmentscherm. Daarmee houden de overeenkomsten op, want de deuren van de pré-productieversie waarmee wij hebben gereden, waren bekleed met harde kunststoffen en de dakhemel vertoonde de nodige speling. Hopelijk weten de Duitsers nog iets aan het afwerkingsniveau te doen voordat de ‘baby-Audi’ in november bij de dealer staat.
Lees ook onze occasiontest van de huidige Audi A1