Dubbeltest Citroën ë-C4 vs. Renault Mégane E-TECH Electric
2 september 2022 De Renault biedt het grootste rijbereik, maar de Citroën het meeste comfort
De nieuwste Renault Mégane wordt uitsluitend nog op stroom verkocht. Menig concurrent houdt een alternatief op benzine achter de hand, zoals Citroën bijvoorbeeld doet. Maakt dat hun elektrische C4 tot een mindere EV? We zochten het uit.
Ruimte
Beide testkandidaten zijn geen volbloed hatchbacks of semi-terreinwagens. De C4 en Mégane zitten daar een beetje tussenin, met als gevolg dat het qua binnenruimte ook middelen wordt. De Citroën en Renault zien er vooral zo afwijkend uit, omdat er een flink pak batterijen onder de inzittenden moet worden weggewerkt. Daardoor zit je in beide C-segmenters niet optimaal. In de Mégane schiet de hoofdruimte tekort en de achterbank van de C4 lijkt wel te heet gewassen. Maak je overigens geen zorgen over de kofferbakinhoud: je kunt meer dan genoeg spullen meenemen. De bagageruimte van de Renault is met minimaal 440- en maximaal 1.332 liter het grootste van de twee. De Citroën komt tot 380 liter met de rugleuning overeind en 1.250 stuks met de bank neergeklapt. De kofferbak van de ë-C4 is wel een stuk toegankelijker dan die van de Mégane E-TECH Electric. De Citroën heeft bijvoorbeeld een variabele bagagebodem en daarmee een vlakke laadvloer. De Renault moet het zonder beide zaken stellen. De tildrempel die daardoor ontstaat, is gigantisch. Gelukkig voorzien de Fransen wel in een speciaal opbergvak voor jouw laadkabels.
Rijgedrag
Renault heeft ervoor gekozen om de Mégane voorwielaandrijving mee te geven. Dat is bij elektrische auto’s niet gebruikelijk, maar omdat de gezinswagen 15 centimeter kleiner uitvalt dan zijn voorganger, wilden de Fransen niet dat de bagageruimte daar onder zou leiden. En met resultaat, konden we zojuist al concluderen. Nu voel je bij een voorwielaangedreven auto vaak de aandrijfkrachten in het stuur, maar daar heeft de Mégane geen last van. Sterker nog: de besturing is uiterst direct. De een vindt dat heerlijk, maar een ander kan het als onrustig bestempelen. Te meer, daar het onderstel ook continu in beweging is. De Renault kopieert als het ware het wegdek, aangewakkerd door de 20-inch lichtmetalen wielen onder onze testauto.
De rust keert paradoxaal genoeg pas terug, wanneer je het beschikbare vermogen aanspreekt: in ons geval 220 pk en 300 Nm aan koppel. Dat kan in Nederland echter niet overal. Bovendien is de zitpositie in de Mégane niet je van het: om het digitale instrumentarium goed af te kunnen lezen, moet je het stuur hoger verstellen dan je lief is. De Citroën heeft daar geen last van. Sterker nog: de C4 heeft traagschuim in de stoelen en schokdempers óp de schokdempers om de rijbeleving zo comfortabel mogelijk te maken. Wij kennen directielimousines die minder fijn rijden. De Citroën hijgt je ook niet zo in de nek als de Renault dat doet, terwijl de ë-C4 toch 200 kilogram minder weegt. En dat met 136 pk en 260 Nm koppel! Alleen de besturing had iets meer gevoel mogen bieden. Die doet standaard licht aan en voelt in de sport-modus juist kunstmatig zwaar.
Actieradius
Renault geeft voor de Mégane een rijbereik op van maximaal 470 kilometer, afhankelijk van de gekozen motorisering en accu-inhoud. In het geval van onze testauto zou 450 kilometer haalbaar moeten zijn. Na een nacht laden hadden wij 436 stuks op het dashboard staan. Met een gemiddeld stroomverbruik van 14,5 kWh per 100 kilometer bleken we onze actieradiusproef echter gunstiger te hebben afgelegd dan de fabrieksopgave van 16,1 kWh per 100 kilometer. In tegenstelling tot de Renault wordt de Citroën maar met één type batterijpakket verkocht, met een omvang van 50 kWh. Op papier zijn die accucellen goed voor een rijbereik van maximaal 357 kilometer. Wij lazen op het dashboard 316 stuks af, maar ook de ë-C4 blijkt in de praktijk zuiniger dan in de folder. Daarin hebben ze het over een gemiddeld verbruik van 16 kWh per 100 kilometer, wij brachten het tijdens ons retourtje Lelystad Airport tot 14,1 kWh per 100 kilometer.
Om je te helpen optimaal te profiteren van de meegebrachte stroom, beschikt de Mégane over een speciale spaarmodus en flippers aan het stuur, waarmee je zelf kunt bepalen hoeveel remenergie er terugvloeit naar de batterij. In de felste stand heb je de mechanische remmen nauwelijks nog nodig. Ook de Citroën wint wat remenergie terug, maar dat is niet genoeg om de EV met een pedaal te rijden. Schakel je de speciale spaarstand in, dan profiteer je van het grootst mogelijke rijbereik maar het beschikbare vermogen wordt afgeknepen, net als de werking van de klimaatcontrole. Zodra je een andere rijstand activeert, loopt het rijbereik ook terug. Zoals te verwachten valt, kom je in de sportmodus het minst ver.
Veiligheid
De Renault heeft een QR-code op de voorruit, zodat hulpdiensten eenvoudig kunnen nagaan hoe ze de stroom moeten uitschakelen bij een eventuele brand. Een treffende illustratie van de omvang van de aanvullende veiligheidsuitrusting, al staan de meeste hulpsystemen op de optielijst. Voor adaptieve cruise control, dode hoek bescherming en een waarschuwing voor kruisend verkeer moet zelfs bij het door ons gereden topmodel worden bijbetaald. Nu zitten veel van die reddende engeltjes bij elkaar in één pakket, maar dan nog heb je het over een meerprijs van tussen de 800- en 2.000 euro, afhankelijk van de uitvoering waar jouw interesse naar uit gaat. Voor een volumemerk als Renault is dat niet bepaald chic. Onthouden welke veiligheidsinstellingen jij plezierig vindt, is er ook niet bij. Het gevolg is, dat je iedere rit opnieuw bepaalde zaken aan of uit moet zetten. De automatische overname van de maximum snelheid bijvoorbeeld, waardoor de Renault plotseling fel in snelheid terugzakt. De Mégane begint immers meteen met regenereren! En zoiets uitschakelen doe je niet met een simpele knop op je stuur, maar diep in een menu.
Citroën gaat op dit testonderdeel overigens ook niet vrijuit. De achterruit van de ë-C4 bestaat uit twee delen: daardoor zit je in de spiegel tegen een balk aan te kijken. En dan ontbreekt ook nog een ruitenwisser! De fabrikant schermt weliswaar met een indrukwekkend rijtje standaard hulpsystemen - denk bijvoorbeeld aan een noodremsysteem, vermoeidheidsherkenning en cruise control - maar het betreft slechts uitgeklede varianten. Wil je dat de C4 zelf afstand houdt tot je voorganger, ook remt voor fietsers of je waarschuwt wanneer je tegen het verkeer in dreigt te rijden, dan moet je de duurste uitvoering kiezen of je toevlucht zoeken tot de optielijst. Daar staat ook een head-up display op: een extra die bij Renault niet te verkrijgen valt.
Gebruiksgemak
De laadsnelheid van de Mégane hangt af van de gekozen uitvoering. Standaard laadt de Renault met drie fasen, met maximaal 85 kW. Onze testuitvoering haalt 130 stuks. De Citroën heeft standaard een warmtepomp, die die taak van de accu’s overneemt. Dat scheelt rijbereik en da’s maar goed ook, want de actieradius van de ë-C4 ligt een stuk lager dan die van de Mégane. Het laadtempo houdt echter mooi het midden tussen beide bij Renault verkrijgbare batterijgroottes: 100 kW. En ook de Citroën-rijder laadt aan een publiek laadpunt standaard met drie fasen. De Mégane is zoals wij hem reden voorzien van het grootst mogelijke infotainmentscherm en het interieur is om door een ringetje te halen. Er zit zelfs vilt in de deurvakken! Helaas is dat wel tegen meerprijs en zelfs wanneer je die 300 euro extra neertelt, is de bovenzijde van de deuren bekleed met knalhard plastic: het is geen pretje om daar jouw arm op te laten rusten.
Voor een auto met zo’n opvallende buitenzijde is de Citroën van binnen juist erg ingetogen vormgegeven. Sober is misschien het verkeerde woord, want je hebt ondertussen wel massagestoelen en een draadloze oplaadmogelijkheid voor jouw smartphone aan boord. Maar wil je verder reizen dan de actieradius toe laat, dan moet je zelf uitstippelen waar je onderweg moet laden. De Mégane E-TECH Electric doet dat voor jou, met dank aan een verregaande samenwerking met Google. Je kunt bijvoorbeeld ook in normale spreektaal spraakcommando’s aan de Renault geven of verder gaan met de muziek luisteren die in je woonkamer ook al aan stond. De Citroën ontzorgt je een stuk minder. De massagestoelen waarvan we eerder melding maakten, zijn bijvoorbeeld slechts deels elektrisch verstelbaar. De rugleuning gaat met een knopje, de zitting moet je nog met de hand verschuiven. En de hoofdsteunen staan gefixeerd in een vervelende positie: ze dwingen je hoofd naar voren toe. Als je de achterbank plat hebt gehad, moet je goed opletten dat de veiligheidsgordels niet klem komen te zitten tussen de rugleuning wanneer je alles weer overeind zet. En een houder voor je tablet in het dashboard lijkt misschien hartstikke leuk, maar je bijrijder kijkt haast nooit op een iPad. De kinderen wel, maar die zitten doorgaans achterin.
Ook de Renault kent dit soort luxeproblemen. Wanneer je met de Mégane door de wasstraat gaat, moet je héél goed opletten dat je ruitenwissers niet op standje ‘automatisch’ staan. Dat werkt bij de Renault net als bij iedere andere auto met een stengel aan de stuurkolom, maar de EV heeft er ook een voorkeuze voor, diep verstopt in het menu van het infotainmentsysteem. En ondanks het feit dat de Fransen al de nodige elektrische auto’s op hun naam hebben staan, kregen we bij de uitgifte van de testauto speciaal uitleg over hoe je de Mégane hoort te laden. Want sluit je de laadkabel eerst aan op de auto en dan pas op de paal, dan weigert de C-segmenter vaak dienst. Andersom start het laadproces wel direct.
Prijs
In de zomer van 2021 verlaagde Citroën Nederland de prijzen van de ë-C4 tot net geen 34 mille. Een jaar later blijkt die prijsverlaging van de baan. Bovendien heeft de importeur het voormalige instapmodel geschrapt. De voordeligste ë-C4 kost je nu € 40.240 euro of € 495 per maand, wanneer je liever kiest voor private lease. De instapversie beschikt weliswaar over een drie fasen laadmogelijkheid, een warmtepomp en 50 kWh aan batterijen, maar qua luxe heb je het met LED-koplampen, cruise control en airconditioning wel gehad. De Shine-versie die wij van de importeur hebben meegekregen, heeft wél alle mogelijke snuisterijen aan boord, van navigatie en speciale traagschuimstoelen tot de complete aanvullende veiligheidsuitrusting. De verschuldigde meerprijs ten opzichte van het nieuwe instappertje is relatief bescheiden: de meest luxueuze uitvoering kost je € 43.990.
De goedkoopste Mégane E-TECH Electric gaat vanaf € 37.590 of een maandbedrag van 569 euro van de hand. De uitrusting verschilt niet veel van de eenvoudigste ë-C4, met dit verschil dat de Renault voor dat geld nog geen warmtepomp levert en slechts 40 kWh aan accucellen. Er bestaat ook een batterijpakket met een inhoud van 60 stuks: dat ligt in de buik van onze testauto. Samen met het meest luxueuze uitrustingsniveau drijft dat de prijs van de Renault flink op: zoals wij de compacte gezinsauto reden – compleet met 20-inch lichtmetaal, een dikke stereo en meervoudig verstelbare massagestoelen - kost -ie minimaal € 48.190. De garantietermijn bedraagt bij beide merken 2 jaar, zonder kilometerbeperking. Er wordt zowel bij de C4 als de Mégane aanmerkelijk meer garantie verstrekt op de benodigde batterijen, namelijk 8 jaar of 160.000 kilometer.
Winnaar
De Renault Mégane E-TECH Electric is fraai om te zien, hij stuurt fijn en verbruikt relatief weinig stroom. Maar verder is -ie - zeker voor een Franse auto - verrassend oncomfortabel en onpraktisch in het gebruik, of het nu gaat om het bescheiden ruimteaanbod op de achterbank of de vergeetachtige rijhulpsystemen. De Citroën mag dan al wat langer op de markt zijn: op een wat kleinere kofferbak en een wat minder smaakvol interieur na, laat de ë-C4 ten opzichte van de Mégane eigenlijk nauwelijks steken vallen. Zijn rijbereik is minder groot, maar de kilometers dié je met de Citroën maakt, leg je in groter comfort af. Daarnaast is de C4 nog voordeliger ook, wanneer je kiest voor het meest afgeladen exemplaar. Hoewel dat voor de elektrische gebruiksmogelijkheden niet eens nodig is, want laden doet de gezinswagen standaard met drie fasen, een maximale snelheid van 100 kW en dan heeft hij ook nog eens altijd een warmtepomp aan boord. Van deze twee testkandidaten geven wij dan ook de voorkeur aan de Citroën.
Op zoek naar een occasion?
Op anwb.nl vind je een actueel occasionaanbod, verrijkt met een richtprijs volgens de ANWB-koerslijst en de ANWB autotest inclusief de bevindingen van de Wegenwacht. Zo ook van de Citroën ë-C4 en elektrische Renault Mégane.
Lees ook onze afzonderlijke rijtesten van deze testkandidaten:
Citroën ë-C4
Renault Mégane E-TECH Electric